1.3: Betere rechten voor arbeiders

H1: De industriële samenleving van Nederland
1.3: Betere rechten voor arbeiders
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H1: De industriële samenleving van Nederland
1.3: Betere rechten voor arbeiders

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog
van de vorige les?

Slide 3 - Woordweb

Leerdoelen
1. Je kunt verklaren hoe de komst van fabrieken het leven van arbeiders veranderde.

2. Je kunt de kenmerken van het begrip sociale kwestie benoemen.

3. Je kunt de gevolgen van de sociale kwestie benoemen.

4. Je kunt een voorbeeld geven van een sociale wet.

5. Je kunt de speerpunten van de eerste feministen beschrijven.

Slide 4 - Tekstslide

Een veranderende samenleving
Door de industrie veranderde het leven in Nederland. Fabrieksarbeiders kwamen te werken in de fabrieken. Dit was hard werken. Fabrieken waren warm, stoffig, gevaarlijk en vol lawaai. 

Een werkdag van 6 dagen en 14 uur per dag was heel gewoon. Daarom werden ook kinderen ingezet, anders kwam het gezin niet rond. 


Het fabriekscomplex van Petrus Regout in Maastricht. Het complex bestond uit glas- en aardewerkfabrieken.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

In de 19e eeuw werden er arbeiderswoningen gebouwd, in de buurt van fabrieken. Dorpen veranderden langzaam in steden. Dit noem je verstedelijking of urbanisatie.  

Deze huizen waren klein en bestonden uit één ruimte. Er was geen riolering of schoon drinkwater. 

Het gevolg hiervan was dat ziektes zich makkelijk verspreidden onder de bevolking.
Urbanisatie
Arbeiderswoning

Slide 7 - Tekstslide

Verbetering
Een bekende ziekte was cholera. Sommigen zagen deze ziekte als een straf van God. Wetenschappers zagen een verband tussen slechte hygiëne en de ziekte. 

Particulieren maakten plannen om de leefomstandigheden te verbeteren. 

Een voorbeeld daarvan was Samuel Sarphati. Hij zorgde voor schoner drinkwater in Amsterdam.

Slide 8 - Tekstslide

De sociale kwestie
In de 19e eeuw kwam er discussie over het verbeteren van de Sociale Kwestie

De arbeiders gingen samenwerken in vakbonden. Een vakbond onderhandelt namens de arbeiders over werktijden, loon en veiligheid. 


Slide 9 - Tekstslide

Politieke stromingen
Eind 19e eeuw ontstonden er een aantal politieke stromingen. Elke stroming heeft een eigen aantal ideeën over de rol van de overheid. 

  • Socialisten kwamen op voor rechten van de arbeiders. Zij vonden dat de overheid moest helpen. 
  • Liberalen vonden juist dat de overheid zich zo min mogelijk met de samenleving moest bemoeien. 
  • De confessionelen vonden godsdienst het belangrijkst. Zij wilden wel de arbeidsomstandigheden verbeteren. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Welke politieke stroming past bij de uitleg?
Uitleg
Politieke stroming
Politieke groep die vind dat ieder mens zoveel mogelijk vrijheid moet hebben.
Politieke stroming die het verschil tussen arm en rijk wil verkleinen door sociale wetten.
Politieke groep waarbij mensen hun ideeën over politiek, onderwijs etc. baseren op hun godsdienst
Liberalen
Sociaaldemocraten
Confessionelen

Slide 12 - Sleepvraag

Zijn de zinnen van een liberaal of een socialist
Sleep de zinnen naar de juiste kolom:
Liberaal
Socialist
'Ik wil dat de regering (overheid) zich zo min mogelijk bemoeit met de bedrijven in het land'. 
'Ik vind dat er een wet moet komen waarin staat dat mensen maximaal maar 8 uur per dag mogen werken'.
'Ik kom uit de Bourgeoisie'.
'Ik ben een tegenstander van kinderarbeid'.
Ik wil als werknemer meer vakantiedagen in het jaar.
Ik probeer van mijn geld nog meer geld te maken.

Slide 13 - Sleepvraag

Sociale wetten
Vanaf 1874 kwamen de eerste sociale wetten. De eerste was het Kinderwetje van Van Houten. Deze wet verbood kinderarbeid onder de 12 jaar, maar door slechte controle werkte deze wet niet. 

Daarom kwam er in 1887 de arbeidswet waarin stond dat er gecontroleerd moest worden. Later kwam de Ongevallenwet die mensen met een lager inkomen beschermde na een ongeluk op werk. 

Slide 14 - Tekstslide

Opkomen voor rechten
Binnen een politieke stroming bestaan verschillende partijen. Een bekende socialistische partij uit de 19e eeuw was de SDAP 

Deze partij kreeg door het censuskiesrecht alleen weinig stemmen. 

Via demonstraties kwam er in 1917 algemeen kiesrecht voor mannen boven de 21. 

Slide 15 - Tekstslide


Bij het vak geschiedenis heb je 4 soorten onderzoeksvragen.
1. Beschrijvende vragen: gebruik je als meer wilt weten over een situatie of verschijnsel in het verleden.
2. Verklarende vragen: gebruik je als je wilt uitleggen waardoor dingen gebeurd zijn.
3. Vergelijkende vragen: gebruik je als je overeenkomsten en verschillen van een situatie of verschijnsel wilt weten.
4. Waarderende vragen: gebruik je om te onderzoeken wat jij ergens van vindt.
De vraag: ''Hoe kan het dat het censuskiesrecht werd afgeschaft'' is een voorbeeld van een: 

A
Beschrijvende vraag
B
Verklarende vraag
C
Vergelijkende vraag
D
Waarderende vraag

Slide 16 - Quizvraag

En vrouwen? 
Vrouwen waren begin 20e eeuw ondergeschikt aan de man. Hier kwam protesten tegen, onder andere door feministen

Zij kwamen op voor gelijke rechten en kansen voor vrouwen. Vrouwen moesten ook een opleidingsmogelijkheid krijgen en het recht om te stemmen. In 1919 was er ook algemeen kiesrecht voor vrouwen. 

Slide 17 - Tekstslide

Werktijd
STAP 1
STAP 2
Klaar? 

Maak 1.3: Betere rechten voor arbeiders 

Opdr. 1a - 11

Hoe?
  • Zelfstandig werken
  • Stel vragen als je het niet snapt
Nakijken via tijd voor GS
Even wat voor jezelf

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

H1: De industriële samenleving van Nederland
1.3: Betere rechten voor arbeiders

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link


De vorige les leerde je al over het feminisme. We bekijken de Klokhuisaflevering over Aletta Jacobs. Bedenk tijdens het kijken 6 vragen die de leerlingen van 3TL volgend jaar moeten maken! 

Slide 22 - Open vraag

Werktijd
STAP 1
STAP 2
Klaar? 

Maak 1.3: Betere rechten voor arbeiders 

Opdr. 1a - 11

Hoe?
  • Zelfstandig werken
  • Stel vragen als je het niet snapt
Nakijken via tijd voor GS
Even wat voor jezelf

Slide 23 - Tekstslide