Module theorie Elektriciteit

MODTH Elektriciteit 
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 135 min

Onderdelen in deze les

MODTH Elektriciteit 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 3 Elektriciteit
Module 4 Harsen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
Herhalen 
- Haren en verschillende haarafwijkingen

Nieuwe lesstof:
- Elektriciteit
-Verschillende elektrische eenheden
- Elektrische ladingen
- Elektroden



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- De student kent de basisprincipes van elektriciteit. 
- De student kent de verschillende elektrische eenheden.
- De student kent de elektrische ladingen. 
- De student kent de elektroden.


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formatieve toets
Donderdag 11 maart 

Zie eindtermen in de studentenhandleiding.

25 MC vragen 


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de onderdelen naar de juiste plaats op het plaatje. 
haarui
talgklier
haarspier
haarschacht

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

zet de juiste haargroeifasen bij elkaar; sleep van links naar rechts
anagene fase
katagene fase
telogene fase
groeifase
rustfase
overgangsfase

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm van overbeharing komt enkel voor bij vrouwen?
A
Hypertrichosis
B
Hirsutisme
C
Hypotrichosis
D
Alopecia

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke haarafwijking gaat over kaalheid?
A
hirsutisme
B
hypertrichose
C
alopecia

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we overbeharing bij mannen en vrouwen?
A
Alopecia
B
Hirsutisme
C
Hypertrichose

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Overbeharing bij mannen en vrouwen 
Kale plekken en kaalheid
Overbeharing bij vrouwen
Hirsutisme 
Hypertrichose
Alopecia 

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Elektriciteit

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elektriciteit

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan
bij elektriciteit?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Lees uit beauty level 3:
HF 7.1 t/m 7.4 en 7.6

Blz. 76 t/m 79 en 81

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is elektriciteit

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Atomen
Atomen zijn kleine bouwstenen van moleculen die nog herkenbare eigenschappen van de stof bevatten.


Atomen zijn opgebouwd uit:
protonen: positief geladen deeltjes in de kern
neutronen: ongeladen deeltjes in de kern
elektronen: negatief geladen deeltjes in de schillen er omheen


Slide 19 - Tekstslide

Elektriciteit kun je alleen begrijpen als je iets meer weet over atomen en elektronen
Elektronen zijn de dragers van stroom

Geladen atomen = ionen
Neutraal (geen lading): er zijn evenveel protonen als elektronen.


Positieve atomen (kationen): er zijn meer protonen als elektronen.

Negatieve atomen (anionen): er zijn meer elektronen als protonen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elektronen
Deze deeltjes van atomen zijn de dragers van stroom.
De elektronen zorgen voor een stroming.


Meer elektronen -> minpool van batterij of apparaat

Minder elektronen -> pluspool van batterij of apparaat

Slide 21 - Tekstslide

Elektrische energie ontstaat doordat de elektronen zich kunnen verplaatsen in een stof.
Het gebied waar zich meer elektronen (negatieve geladen deeltjes) bevinden heeft een negatieve lading en heet de minpool.
Het gebied waar zich minder elektronen bevinden, heeft een positieve lading en heet de pluspool.

Elektroden: kathode en anode
Een pluspool of een minpool wordt ook wel elektrode genoemd.
Dit is een gebied in de huid waar dus meer of minder elektronen aanwezig zijn. 
Of in geval van een apparaat is een elektrode een hulpstuk die stroom geleidt.

Een negatief geladen elektrode = kathode
Een positief geladen elektrode = anode

KNAP

Slide 22 - Tekstslide

Elektronen zijn altijd in beweging. Ze bewegen zich van een plaats waar veel elektronen zitten naar een gebied waar weinig elektronen zitten. Als gevolg van de elektronenstroom volgt er (altijd tegengesteld) een elektrische stroom.

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ongeladen
Negatief geladen 
Positief geladen 
Protonen
Neutronen 
Elektronen

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Ga naar opdrachten in teams 

MODETH M4 les 3 opdracht 1 zoek de paren

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eenheden
Bij het onderwerp stroom worden verschillende termen gebruikt. Dat worden eenheden genoemd.
  • Spanning
  • Stroomsterkte
  • Weerstand
  • Frequentie
  • Vermogen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spanning 
volt

Spanning is de druk achter het afstoten van elektronen. Hierdoor komen elektronen in beweging.


Eenheid van spanning is Volt = V

Lichtnet (230 volt) of batterij (1,5 volt)

Slide 27 - Tekstslide

De elektronen stoten elkaar af, omdat ze allemaal een negatieve lading hebben. De druk die achter het afstoten zit noemen we elektrische spanning.
Hoe meer volt, hoe hoger de elektrische spanning.

Stroomsterkte ampère

Hoeveel elektronen in een elektrische geleider bewegen.
 

Eenheid van stroomsterkte is Ampère = A






Slide 28 - Tekstslide

Een elektrische stroom is krachtiger naarmate het spanningsverschil tussen de pluspool en de minpool groter is.
Een zekering is een beveiliging tegen overbelasting van kabels en snoeren. De meeste gebruikte zekeringen zijn 10 tot 16 ampere.
Wanneer je teveel apparaten tegelijkertijd aansluit, raken de leidingen overbelast door een te hoge stroomsterkte. De zekering verbreekt dan de stroomdoorgang. Doordat de stroom uitvalt, wordt beschadiging van de leidingen voorkomen.

Weerstand 
ohm

Voortbewegen van stroom door een geleider.
Bijv. koperdraden
hebben heel weinig weerstand.


Eenheid van weerstand is Ohm = O

Slide 29 - Tekstslide

Weerstand is de mate waarin de elektronenstroom weerstand ondervindt in een bepaalde stof.
Deze weerstand is afhankelijk van het materiaal waar de elektronen dor moeten stromen en de dikte van de buis of geleider.
Hoe dunner de buis -> meer weerstand.
Koper geleid goed, porselein niet.

Frequentie 
hertz
Hoeveel trillingsgolven per seconden.


Eenheid van frequentie is Hertz = Hz

Slide 30 - Tekstslide

We hebben verschillende trillingsgolven: Laag- Midden- & Hoogfrequente trillingen

Vermogen 
watt
Hoeveel energie een apparaat gebruikt of nodig heeft.


Eenheid van vermogen is Watt = W

Gloeilamp (60 watt) of wasmachine (2000 watt)



Slide 31 - Tekstslide

Het kan belangrijk zijn om te weten hoeveel stroom een apparaat gebruikt. Bijv. als je wilt weten hoeveel apparaten je tegelijkertijd veilig kunt gebruiken.
Hoeveel Watt staat vermeld op het type-plaatje.
Max. capaciteit berekenen:
Watt = Volt X Ampère
Vermogen = Spanning X Stroomsterkte

Hertz
Ohm 
Volt
Watt
Ampere
Span
ning
Stroom
sterkte
Weer
stand
Frequentie
Vermo
gen

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Ga naar opdrachten in teams

MODETH M4 les 3 opdracht 2 schema invullen

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geleiders en isolatoren

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Geleiders

Stoffen waardoor elektriciteit zich kan voortbewegen
Kleine weerstand -> stroom gemakkelijk doorheen

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geleiders
Goede geleiders van de 1e orde:
- metalen zoals koper, ijzer en goud
Geleiders van de 2e orde:
- edelgassen zoals helium, neon,      argon
- aarde
- elektrolyten: basen, zuren en zouten op gelost in water

Slide 37 - Tekstslide

Geleiders 1e orde zijn de beste geleiders.
De 2e orde geleiden ook maar iets minder goed.
Elektrolyten werken het beste indien zij opgelost zijn in zuiver water.
Aarde is ook een geleider

Isolatoren
Ook wel niet-geleiders genoemd.
Kan geen elektrische stroom doorheen.
Voorbeelden van isolatoren:
  • porselein
  • rubber
  • vetten
  • plastics

Slide 38 - Tekstslide

Het vierkante symbool staat op apparaten die dubbel geïsoleerd zijn; Geïsoleerde draden en geïsoleerde buitenkant .
Dit is verplicht indien er met water gewerkt wordt.
Bijvoorbeeld: koffiezetapparaat buitenkant is plastic

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je een stof die elektriciteit goed geleid?
A
Geleider van 1e orde
B
Geleider van 2e orde

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stof is een geleider van de 1e orde?
A
Base
B
Zuur
C
Helium
D
IJzer

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stof is een isolator?
A
Zout
B
Neongas
C
Porselein
D
Koper

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Ga naar opdrachten in teams. 

MODETH M4 les 3 opdracht 3 elektriciteit

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
Wat heb jij vandaag geleerd?

Slide 44 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

volgende week stroomsoorten & elektro-apparatuur

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies