3a: Waar
3b: Met overstromingen, want Nederland ligt voor een deel
onder de zeespiegel en kan daardoor makkelijk
overstromen.
4a: Het centrum
4b: In de centrumlanden wordt veel geconsumeerd en geproduceerd en daarbij wordt veel
energie gebruikt (opgewekt met fossiele brandstoffen). Ook hebben veel mensen een
(benzine)auto en wonen ze in huizen die verwarmd moeten worden.
4c: aardolie, aardgas, steenkool, bruinkool, (biobrandstof), afval