1.1 Lineaire H1.2 Lijn door twee gegeven punten HAVO 4 B

H1.0 Voorkennis + H1.1 Lineaire vergelijkingen + 
H1.2 Lijn door twee gegeven punten
5 minuten uitleg: Voorkennis
10 minuten uitleg H1.1 + H1.2 

 

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

H1.0 Voorkennis + H1.1 Lineaire vergelijkingen + 
H1.2 Lijn door twee gegeven punten
5 minuten uitleg: Voorkennis
10 minuten uitleg H1.1 + H1.2 

 

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je leren?
  • Voorkennis: balansmethode bij 2 lineaire vergelijkingen en inklemmen, ontbinden van factoren, kwadratische vergelijkingen oplossen.
  • Je kunt de formule bij een lineaire grafiek opstellen en tekenen. (zie Boek blz 19.  
  • Je leert wat hellingsgetal / richtingscoëfficiënt) en startgetal is.
  • Je leert de verschillende verbanden (grafieken) herkennen (geobra)

Slide 2 - Tekstslide



Lineaire grafiek 
De grafiek is een rechte lijn.

Kwadratische grafiek  
De grafiek is een parabool

Slide 3 - Tekstslide

Stel de formule op bij de grafiek.

Blauw:  Y = x + 2
Rood:    Y = 2x - 3
Zwart:    Y = -3x + 5


Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld:
formule :
 


Teken de grafiek bij de formule op je papier.

Ferry gooit een speer. 
hoogte in m =
-0,05a² + a + 1 (a = afstand in m)

Slide 5 - Tekstslide

Grafiek
hoogte in m = -0,05a² + a + 1 
                         (a = afstand in meters)

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn kenmerken van een kwadratisch verband?



A
1. parabool, 2. symmetrisch, 3. als snijpunt heeft met een lijn dan snijdt het op 2 punten
B
1. parabool, symmetrisch en 3. heeft altijd 2 snijpunten met een lijn
C
1. parabool, symmetrisch en 3 heeft altijd 1 snijpunten met een lijn

Slide 7 - Quizvraag

Wat heb je nodig om een lineaire formule te maken en te tekenen?

  • Hellingsgetal : richtingscoëfficiënt, stijg- of daalgetal  
                                       y-stappen : x-stappen 
  • Begingetal (startgetal). Maar is er niet altijd!
       
Voorbeeld:     inkomen €  = € 3,50 x aantal uren + € 4 onkosten
                                                    = € 3,50        +  4 
  • tabel maken door formule in te vullen x = o , x = 2 etc.
x
y

Slide 8 - Tekstslide

Extra hulpmiddelen
Kwadratisch grafiek maken  video

of vraag een medestudent of je docent!


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Oefenen H1.1 + H1.2:
§ 1.1: zie taakkaart
  • Zelfstandig werken in stilte.
  • Vragen kun je stellen aan de docent.

Slide 11 - Tekstslide