Hechtingsstoornis

Hechting en hechtingsproblematiek

Ontwikkelingspsychologie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
doelgroepenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hechting en hechtingsproblematiek

Ontwikkelingspsychologie

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
  • Kun je 2 voorwaarden voor een veilige hechting benoemen;
  • Kun je 3 kenmerken van een hechtingsstoornis benoemen;
  • Kun je benoemen wat veilige hechting is;
  • Kun je begrijpen hoe de hechting verloopt gedurende het eerste jaar;
  • Kun je benoemen wat een onveilige hechting inhoudt.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is hechting?
Hechting is het verlangen, de behoefte van een mens, een jong kind in dit geval om de nabijheid te zoeken van een of meerdere specifieke personen. Baby’s zijn er van nature op ingesteld een hechte liefdevolle relatie aan te gaan met tenminste een persoon.


Slide 3 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van wat een ouder moet doen om een veilige hechting te stimuleren.

Slide 4 - Open vraag

Veilige hechting
  • Een kind/jongere die veilig gehecht is heeft tijdens de kinderjaren ervaren dat tenminste één van zijn verzorgers er onvoorwaardelijk voor hem/haar is. 

  • Een goede gehechtheid tussen ouders en kinderen vormt de basis voor een kind om te groeien in zijn ontwikkeling.

Slide 5 - Tekstslide

Voorwaarden voor veilige hechting
  1. Sensitief reageren: ouder staat open voor signalen van het kind, begrijpt de signalen en reageert snel en adequaat. 
  2. Continuïteit: er is continuïteit in de aanwezigheid van de gehechtheidspersoon nodig. 
  3. Mentaliseren: ouder verplaatst zich in het perspectief van het kind en verwoordt dat ook. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Factoren hechtingsproces
Er is door de Universiteit Utrecht onderzoek (z.d.) gedaan naar de factoren die van invloed zijn op het hechtingsproces in de eerste 1001 dagen van westerse kinderen. Hieruit kwamen zestien factoren naar voren die invloed hebben op het ontstaan van een veilige hechting.


  • mentale gezondheid van de moeder
  • geschiedenis van de eigen kindertijd van de moeder
  • geplande zwangerschap
  • hoeveelheid zwangerschappen
  • geven van borstvoeding
  • samen slapen
  • leeftijd van de moeder
  • opleidingsniveau van de moeder
  • samenstelling van hormonen
  • temperament van de baby
  • afwezigheid van vroeggeboorte
  • kwaliteit van de partnerrelatie
  • grootte van het gezin
  • werksituatie
  • aanwezigheid van opvoedstress
  • voorstelling van moeder komt overeen met de daadwerkelijke bevalling en kraamtijd

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wat gaat hier mis?

Slide 10 - Open vraag

John Bowlby’s hechtingstheorie
De eerste wetenschapper die onderzoek deed naar de hechting bij mensen is John Bowlby. Volgens hem heeft ieder kind een aangeboren behoefte aan veiligheid en zekerheid. Vanuit evolutionair perspectief komt dit doordat we vijanden en gevaar willen ontwijken. Een baby laat gedrag zien dat de ouder uitlokt om hem te beschermen, verzorgen en in de buurt te blijven, bijvoorbeeld door te huilen.

Slide 11 - Tekstslide

vier verschillende typen hechting
Gehechtheidsrelaties zijn manieren waarop een pasgeborene en de vaste zorgfiguur (meestal de ouder) een band opbouwen met elkaar. Op grond van gedragsobservaties kunnen deze gehechtheidsrelaties worden onderverdeeld in vier categorieën:


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Toelichting typen hechting
1. veilig:
Het kind zoekt direct de nabijheid of het contact met de gehechtheidspersoon en laat zich troosten.
2.onveilig vermijdend:
Het kind zoekt weinig nabijheid en contact met de gehechtheidspersoon en wendt de aandacht van deze persoon af.
3. onveilig ambivalent:
Het kind reageert passief of boos op de gehechtheidspersoon.
4.gedesorganiseerd:
Het kind vertoont angstig of conflicterend gedrag richting de gehechtheidspersoon.

Slide 14 - Tekstslide

Verloop hechtingsproces
Er zijn vier fasen waarin het hechtingsproces zich ontwikkelt:

0-3 maanden: voorhechting
3-7 maanden: beginnende voorkeur
7-12 maanden: sterke voorkeur en scheidingsangst
12-48 maanden: afnemende scheidingsangst.

Slide 15 - Tekstslide

- Kind vertoont claimgedrag t.o.v. de ouder/verzorger
- Vraagt op een ongewenste manier aandacht
- Kan zich niet goed concentreren, leerproblemen vertoont impulsief, agressief of
passief gedrag
- Communiceert onzinnig
- Qua eetgedrag: schrokken
- Gewetensontwikkeling laat te wensen over, soms gemeen met dieren omgaan
- Geen affectie kunnen geven en ontvangen
- Liegen 
Kenmerken onveilige hechting

  1. Angstig vermijdend gehechte kinderen ervaren de wereld als onveilig. Deze kinderen ervaren een groot gevoel van leegte, en de afwezigheid van emoties is kenmerkend.
  2. Angstig ambivalent gehechte kinderen zijn juist het tegenovergestelde van de angstig vermijdend gehechte kinderen. Het woord ambivalent staat dan ook voor ‘niet kunnen kiezen’, waardoor deze kinderen altijd anderen nodig hebben om hen bij hun keuzes te helpen.
  3. Gedesorganiseerd/verstoord gehechte kinderen laten gedragingen zien van zowel angstig vermijdend gehechte kinderen als van angstig ambivalent gehechte kinderen. Gedesorganiseerd/verstoord gehechte kinderen zoeken toenadering tot hun opvoeder, ook al levert dit voor hen de nodige stress op.

Slide 16 - Tekstslide

Risicofactoren kind
- Het kind is ongewenst.
- Het kind is te vroeg geboren.
- Het kind heeft een verstandelijke (geestelijke) of lichamelijke handicap.
- Het kind heeft een moeilijk temperament, hij is bijvoorbeeld snel boos of huilerig.

Slide 17 - Tekstslide

Risicofactoren bij ouders
- Als de ouders zelf onveilig zijn gehecht kunnen ze dit overdragen op hun eigen kind door hun manier van benaderen.
- De ouders mishandelen of verwaarlozen het kind.
- Als de ouders psychische problemen hebben, zoals verslaving of depressie.
- Als de ouders met onverwerkt verdriet zitten.

Slide 18 - Tekstslide

Beschermende factoren tijdens het hechtingsproces

Slide 19 - Tekstslide

Welke beschermende factoren waren er aanwezig in jouw jeugd?

Slide 20 - Tekstslide

Begeleiding van kinderen/jongeren met hechtingsstoornis
Het bieden van veiligheid staat centraal.

Kinderen/jongeren missen hun vertrouwen in zichzelf en de wereld.

Slide 21 - Tekstslide

Waar kun je aan denken?
  • Vertrouwen opbouwen
  • Grenzen stellen
  • Wees jezelf, doe niet "nep"
  • Voorspelbaarheid
  • Structuur
  • Voorbeeldfunctie
  • Sensitief en responsief reageren
  • Inspelen op behoeften van het kind/jongere

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link