week 26 klas 1B Engels les 1

de verleden tijd in bevestigende zinnen
ik weet hoe ik de verleden tijd in ontkennende en vragende zinnen maak.
ik kan in het Engels iets schrijven over mijn vakantie
hoe maak je de verleden tijd in ontkennende en vragende zinnen?

Engels
week 26 les 1
Maken lesson 5 opdr. 1 t/m 6
hebben we alle doelen behaald?
leren words lesson 4 en 5
Volgende week dinsdag: so woordjes Unit 5
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

de verleden tijd in bevestigende zinnen
ik weet hoe ik de verleden tijd in ontkennende en vragende zinnen maak.
ik kan in het Engels iets schrijven over mijn vakantie
hoe maak je de verleden tijd in ontkennende en vragende zinnen?

Engels
week 26 les 1
Maken lesson 5 opdr. 1 t/m 6
hebben we alle doelen behaald?
leren words lesson 4 en 5
Volgende week dinsdag: so woordjes Unit 5

Slide 1 - Tekstslide

In de vorige les heb je geleerd hoe je de verleden tijd maakt. Hoe zit dit ook alweer?

Slide 2 - Open vraag

Maak zelf een voorbeeld van een vorm van de verleden tijd van een werkwoord naar keuze.

Slide 3 - Open vraag

Signaalwoorden
De verleden tijd herken je altijd aan signaalwoorden. 
Voorbeelden hiervan zijn:
yesterday, last week, last Friday enz.

Slide 4 - Tekstslide

Verleden tijd van ontkennende en vragende zinnen

Ontkennende zinnen: -
je zegt hierin dat iets niet zo is
voorbeeld: I did not go to school yesterday.
vragende zinnen: ?
je stelt hierin een vraag aan iemand
voorbeeld: Did you go to school yesterday?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Tabel

Zoals je in de tabel zag, gebruik je altijd een hulpwerkwoord bij ontkennende en vragende zinnen: did en didn't (did not)

Daarna zet je de goede vorm van het werkwoord erachter. 

Slide 7 - Tekstslide

Dus:

  • verleden tijd bevestigende zinnen (+): -ed of -d achter het werkwoord
  • verleden tijd ontkennende (-) en vragende zinnen (?): gebruik did of didn't + werkwoord. 

Slide 8 - Tekstslide

Aan het werk

Maken opdracht 1 t/m 6 van lesson 5
Blz. 228
timer
20:00

Slide 9 - Tekstslide

Doel van de les
Hoe zeg je in het Engels:

"Ik liep naar school"
"Zij werkte op een boerderij"
"Hij praatte door de les heen"
"Wij wilden een mooie fiets"

Slide 10 - Tekstslide

Hebben we alle doelen behaald?

  • ik weet hoe ik in het Engels de verleden tijd gebruik in bevestigende en ontkennende zinnen
  • ik kan iets schrijven in het Engels over mijn vakantie

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk

Leren words van Unit 6, lesson 4 en 5

Let op: volgende week Dindag SO words Unit 6! 
Laatste cijfer van dit schooljaar!

Slide 12 - Tekstslide