DISK woordenschat Thema 21 les 1

Woordenschat 
 Les 1
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordenschat 
 Les 1

Slide 1 - Tekstslide

13 nieuwe woorden
Pak pen en papier, en schrijf de woordjes (en betekenis) op!

Slide 2 - Tekstslide

Beschermen
Zorgen dat iets of iemand veilig is. 

Ik bescherm
Hij beschermt
Wij beschermen
Ik beschermde
Ik heb beschermd

Slide 3 - Tekstslide

De bestemming
Plaats waar je naartoe gaat. 


Meervoud:

De bestemmingen

Slide 4 - Tekstslide

De betaling
Het betalen van geld.


Meervoud:

De betalingen

Slide 5 - Tekstslide

Bijten
Je tanden ergens in zetten.

Ik bijt
Hij bijt
Wij bijten
Ik beet
Ik heb gebeten

Slide 6 - Tekstslide

bloot
Zonder kleren

Bijvoeglijk naamwoord:
De blote voeten


Slide 7 - Tekstslide

Boeken
Een reis reserveren.

Ik boek
Hij boekt
Wij boeken
Ik boekte
Ik heb geboekt.

Slide 8 - Tekstslide

De dierentuin
Tuin waarin dieren in hokken leven om door mensen bekeken te worden.

Meervoud:
De dierentuinen

Slide 9 - Tekstslide

Droog
Zonder water. 


Bijvoeglijk naamwoord:
De droge jas. 

Slide 10 - Tekstslide

Gemiddeld
Ongeveer. 

Bijvoeglijk naamwoord:

Het gemiddelde inkomen.

Slide 11 - Tekstslide

Gesloten
Je kunt er niet bij of in of door.
Dicht

Slide 12 - Tekstslide

Heet
Erg warm.

Bijvoeglijk naamwoord:

De hete soep.

Slide 13 - Tekstslide

De heimwee
Je bent op vakantie, maar je wil heel graag naar huis.

Slide 14 - Tekstslide

De hersenen
Je brein. 

Meervoud:
De hersenen

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het meervoud van
De betaling?

Slide 16 - Open vraag

Wat is de ik-vorm van bijten?

Slide 17 - Open vraag

Wat is de hij-vorm van boeken?

Slide 18 - Open vraag

Wat is het meervoud van
De dierentuin?

Slide 19 - Open vraag

Wat zie je op de foto?
A
Bijten
B
De bestemming
C
Boeken
D
De dierentuin

Slide 20 - Quizvraag

Wat zie je op de foto?
A
De heimwee
B
De bestemming
C
Boeken
D
Heet

Slide 21 - Quizvraag


Wat zie je op de foto?

Slide 22 - Open vraag

Huiswerk
Maak 13 zinnen met de 13 woorden in je schrift. 

Slide 23 - Tekstslide