In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom in de les
Vandaag:
lesdoelen §5.1
instructie §5.1
maken opgave uit het boek
afsluiting les
§5.1 Energievoorziening
Slide 1 - Tekstslide
§5.1 - Je leert
op welke manieren de centrale elektrische energie opgewekt;
hoe je op elektrische energie bespaart;
hoe je uitrekent hoe effectief een elektrisch apparaat werkt.
Slide 2 - Tekstslide
Energievoorziening
Bedenk op welke manier je elektrische
energie kunt besparen.
Slide 3 - Tekstslide
Conventionele energiecentrale
Slide 4 - Tekstslide
Energiecentrales
Een energiecentrale produceert elektrische energie.
De meeste centrales verbranden
Het verbranden van fossiele brandstoffen is
Fossiele brandstoffen
Steenkool
Aardolie
Aardgas
Schadelijk
Er ontstaat:
- Opwarming van grondwater
- Roetdeeltjes
- Co2 (koolstofdioxide); dit zorgt voor VERSTERKT BROEIKASEFFECT
Slide 5 - Tekstslide
Fossiele brandstoffen
Steenkool Aardolie Aardgas
Slide 6 - Tekstslide
Verschillende manieren om energie op te wekken
Slide 7 - Tekstslide
Groene energie
- Zonne energie
- Wind energie
- Water energie
Slide 8 - Tekstslide
Discussieopdracht
De klas wordt verdeelt in 5 groepen.
Iedere groep verricht een klein onderzoek naar een energieopwekker.
In een discussie wordt bepaalt of er een beste energieopwekker is.
Slide 9 - Tekstslide
Discussieopdracht
werking energieopwekker
voordelen van de energieopwekker
nadelen van de energieopwekker
Slide 10 - Tekstslide
Groene energiebronnen
Voordelen: geen afval
Nadelen: de installaties zijn vaak duur in aanschaf, ook is de energiebron niet altijd beschikbaar.
Slide 11 - Tekstslide
Aan het werk
Lees
"Duurzame energie opwekken"
Maak opdracht
1 t/m 7
timer
10:00
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Wat moet je onthouden
Hoe wordt elektrische energie opgewekt bij een elektriciteitscentrale?
Wat voor spanning is nodig bij
verschillende punten van het
elektriciteitsnet?
Wat doet een transformator?
Slide 14 - Tekstslide
Energietransport
Transformator - verhoogt of verlaagt de spanning
Slide 15 - Tekstslide
Energieverlies
Als stroom door een kabel gaat, wordt de kabel warm.
Voor de minste energieverlies moet de stroom met een zo hoog mogelijke spanning worden vervoerd worden.
Energieverlies
minder energie over voor de eindgebruikers
Slide 16 - Tekstslide
Transformator
Slide 17 - Tekstslide
Transformator
Slide 18 - Tekstslide
0
Slide 19 - Video
0
Slide 20 - Video
Energielabel
Energie labels maken het je makkelijk om te kiezen, want ze laten in één oogopslag zien welke apparaten, auto's en woningen zuinig omgaan met energie.
Het energielabel is verplicht gesteld door de EU
Slide 21 - Tekstslide
Sluipgebruik
Wie weet wat hiermee bedoelt wordt?
Kun je een voorbeeld noemen?
Het verbruiken van energie, door apparaten, terwijl ze uit staan.
Slide 22 - Tekstslide
Rendement
Lees aandachtig de alinea 'Rendement' op blz. 11
Slide 23 - Tekstslide
Rendement
Niet alle energie wordt nuttig gebruikt.
Het rendement geeft aan hoeveel procent nuttig gebruikt wordt.
Door het percentage nuttige energie te berekenen, kun je het rendement vinden.
Slide 24 - Tekstslide
Rendement
Wanneer je moet rekenen met rendement, maak een blokschema.
Slide 25 - Tekstslide
Rendement
η=EopEaf⋅100
%
Slide 26 - Tekstslide
G-G-F-B-A
Slide 27 - Tekstslide
Even Oefenen
Op een zonnepaneel valt 2500 J zonne-energie, hiervan wordt 450 J omgezet in elektrische energie.
Hoe groot is het rendement van het zonnepaneel?
timer
5:00
Slide 28 - Tekstslide
Even Oefenen
Op een zonnepaneel valt 2500 J zonne-energie, hiervan wordt 450 J omgezet in elektrische energie.
Hoer groot is het rendement van het zonnepaneel?
Slide 29 - Tekstslide
Even Oefenen
Op een zonnepaneel valt 2500 J zonne-energie, hiervan wordt 450 J omgezet in elektrische energie.
Hoer groot is het rendement van het zonnepaneel?
Eop=2500J
Eaf=450J
Slide 30 - Tekstslide
Antwoord
G: Eaf = 450 J, Eop = 2500 J
G: = ? %
F:
B:
A: rendement van het zonnepaneel is 18%
η=EopEaf
η
η=2500450⋅100=18
Blokschema
Slide 31 - Tekstslide
Verduidelijken?
Slide 32 - Tekstslide
Pak je planner!
Noteer voor de volgende les:
Lezen §5.1 uit je boek
Maak alle opgaven behalve de ✱ - opgaven.
Slide 33 - Tekstslide
Aan de slag!
Lezen §5.1 uit je boek
Maak alle opgaven behalve de ✱ - opgaven.
Zs
Slide 34 - Tekstslide
Aan de slag!
Lezen §5.1 uit je boek
Maak alle opgaven behalve de ✱ - opgaven.
Zf
Slide 35 - Tekstslide
Wat weet je al???
Slide 36 - Tekstslide
Hoe noemen we de energie die in een batterij zit?
A
Elektrische energie
B
Zonne energie
C
Bewegingsenergie
D
Chemische energie
Slide 37 - Quizvraag
In Nederland maken we vooral gebruik van....
A
Waterenergie
B
Zonne energie
C
Windenergie
D
Kernenergie
Slide 38 - Quizvraag
Sjoerd heeft voor Vaderdag een nieuw koffiezetapparaat gekocht. Op de verpakking staat dat het vermogen 1200 J is. Bij het koffie zetten wordt 200 J aan nuttig vermogen gebruikt. Wat is het rendement?
Slide 39 - Open vraag
Je kunt ...
op welke manieren de centrale elektrische energie opgewekt;
hoe je op elektrische energie bespaart;
hoe je uitrekent hoe effectief een elektrisch apparaat werkt.