3-2-23 Persoonlijkheidsstoornissen

T
        Persoonlijkheidsstoornissen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

T
        Persoonlijkheidsstoornissen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom
Hoe gaat het met jullie?

Vandaag: persoonlijkheidsstoornissen 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is kwaliteit ?
Kwaliteit is een subjectief begrip. Wat de één kwaliteit vindt, vindt de ander maar niks. Het is maar net wat je gewend bent en vanuit welke invalshoek je het bekijkt. De maker zal anders tegen de kwaliteit van zijn product aankijken dan de gebruiker van dat product. Bij de maker spelen allerlei zaken mee zoals tijdsdruk, moeite die het gekost heeft en misschien ook wel persoonlijke emoties. De gebruiker kijkt veel afstandelijker naar het product. Die wil gewoon waar voor zijn geld.

Kwaliteit van zorgen
Het begrip kwaliteit van zorgen zegt iets over de inhoud van de zorg (klinisch en maatschappelijk). Om hierbij te bepalen wat we verstaan onder de term kwaliteit zijn er kwaliteitseisen opgesteld. Voor zorg en welzijn zijn een aantal kwaliteitseisen door de overheid vastgelegd in de wet. Andere kwaliteitseisen worden gemaakt door de uitvoerende organisaties zelf.

Micro / Meso en Macro 
Personeel / werkvloer Micro 
Organisatie Meso
Overheid Macro 

Hoe meet je kwaliteit?
- Audits
- Kwaliteitsinstrumenten 
- Protocollen
- Richtlijnen
- Werkinstructies

Wat is persoonlijkheid?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijkheid
Staat voor je geheel van eigenschappen die bepaalt hoe je reageert in verschillende situaties.
Karakter en temperament zijn hierbij belangrijke onderdelen.

Temperament door erfelijke aanleg
Karakter wordt gevormd door temperament i.c.m. sociale en materiële omgeving vanaf kind zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke persoonlijkheidsstoornissen kennen jullie?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

DSM-V
Een handboek waar alle psychiatrische diagnoses die nu bekend zijn staan omschreven met de daar bijhorende criteria. 


DSM
Het Diagnostisch en Statistisch handboek van Psychiatrische aandoeningen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De DSM- V
De DSM-V geeft als definitie van een persoonlijkheidsstoornis dat er een gebrekkige identiteit is en ook gebrekkige vaardigheden voor het interpersoonlijk functioneren.
Diagnose wordt gesteld in een 5- puntsschaal:
0 = geen beperkingen
1  = geringe beperkingen
2 = duidelijke beperkingen
3 = ernstige beperkingen
4 = zeer ernstige beperkingen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijkheidsontwikkeling
Fysiologie = mensen veranderen naarmate ze ouder worden, voortdurende blootstelling aan traumatische stress zorgt voor blijvende veranderingen van de prikkeloverdracht in de hersenen = verhoogd stressgevoel
Gebeurtenissen in leven of omgeving = mensen veranderen onder invloed van gebeurtenissen, door deze ervaringen maken mensen een wereldbeeld

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cluster A, B en C 
Er bestaan volgens het psychiatrisch handboek DSM-IV 10 soorten persoonlijkheidsstoornissen. 
Deze zijn onderverdeeld in 3 clusters.
DSM
Het Diagnostisch en Statistisch handboek van Psychiatrische aandoeningen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cluster A
  • Paranoïde persoonlijkheidsstoornis
  • Schizoïde persoonlijkheidsstoornis
  • Schizotypische persoonlijkheidsstoornis


Kenmerken:
  • Weinig contact
  • Beperking sociale relaties
  • Leven geïsoleerd
  • Hulp vermijdend.
  • Wantrouwen
  • Merkwaardige gedachten

Slide 11 - Tekstslide

Paranoïde 
Het is voor iemand met een paranoïde persoonlijkheidsstoornis heel moeilijk om zich te ontspannen en open te staan in contact met anderen. Mensen met deze stoornis zijn eigenlijk altijd angstig en op hun hoede, zelfs als ze iemand langer kennen. Ze zijn continu bezig met het inschatten van de situatie en kijken voortdurend ‘de kat uit de boom’.

Schizoïde 
Hoewel de meeste mensen een sterk verlangen hebben om bij hun partner, gezin, familie of vrienden te zijn, is dit voor mensen met een schizoïde persoonlijkheidsstoornis niet het geval. Ze hechten niet aan hechte relaties met anderen en hebben weinig behoefte aan contact.

Iemand met een schizotypische persoonlijkheidsstoornis is altijd erg angstig. Hij of zij is aanhoudend achterdochtig en voelt zich, mede hierdoor, vrijwel steeds ongemakkelijk in gezelschap. Het is voor iemand met deze stoornis dan ook heel erg moeilijk om zichzelf staande te houden met anderen in de buurt. 

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

3

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cluster B


  • Borderline persoonlijkheidsstoornis
  • Antisociale persoonlijkheidsstoornis
  • Narcistische persoonlijkheidsstoornis
  • Theatrale persoonlijkheidsstoornis
Kenmerken
  • Dramatisch en onvoorspelbaar gedrag
  • Weinig beheersing impulsen en emoties.
  • Snelle behoeftebevrediging
  • Slecht in het onderhouden van (stabiele) relaties.
  • Verstorend effect op omgeving
  • Weinig zelfinzicht / verwijtend naar anderen

Slide 15 - Tekstslide

Tot cluster B behoren mensen die zeer verhit kunnen reageren, impulsief zijn en het moeilijk vinden om met hun emoties om te gaan.

Borderline
Iemand met een borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) toont een grote verscheidenheid aan symptomen en gedragingen die bij dit ziektebeeld passen. Het lijkt soms wel of iemand met deze persoonlijkheidsstoornis twee persoonlijkheden heeft.

Anti sociaal
Hoewel de meeste mensen zich over het algemeen aan de maatschappelijke regels, normen en wet houden, is dit bij mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis meestal niet het geval. Ze zijn vaak prikkelbaar, impulsief of agressief en hebben een beperkt ontwikkeld geweten.

Narcistische 
Een narcistische persoonlijkheidsstoornis is tweezijdig. Aan de ene kant staat een opgeblazen gevoel van zelfbelang en zucht naar bewondering centraal, en aan de andere kant is er sprake van een extreem gevoel van minderwaardigheid en onzekerheid. Narcistisch gedrag is vaak lastig te herkennen.

Theatrale ps
Mensen met een theatrale persoonlijkheidsstoornis of aandachtsstoornis, houden van veel aandacht. Ze hebben de neiging om hun gevoelens flink aan te dikken en deze op een dramatische manier te brengen. Als ze niet in het middelpunt van de aandacht staan is de teleurstelling groot.

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Cluster C


  • Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis
  • Vermijdende (ontwijkende) persoonlijkheidsstoornis
  • Dwangmatige (obsessief-compulsieve) persoonlijkheidsst.


Kenmerken
  • Sociale vermijding
  • Dwangmatig handelen
  • Onzelfstandigheid.
  • Beter aanpassen maatschappij dan cluster A en B

Slide 17 - Tekstslide

Type C
Onder cluster C vallen mensen die over het algemeen erg angstig zijn. Ze zijn bang om relaties aan te gaan of juist om mensen te verliezen. Ze vermijden conflictsituaties en hebben moeite om zelfstandig in het leven te staan.

Afhankelijke ps
Iemand met een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis heeft het idee dat hij of zij het leven niet alleen aankan. Er is te weinig vertrouwen in het eigen kunnen om ergens alleen aan te beginnen of ergens alleen naartoe te gaan. Om over het nemen van beslissingen nog maar te zwijgen.

Ontwijkende ps
Mensen met een ontwijkende persoonlijkheidsstoornis hebben behoefte aan contact, maar zijn bang voor afwijzing en, in hun ogen, vernedering. Vaak is bij mensen met een ontwijkende persoonlijkheidsstoornis sprake van verlegenheid en sterke geremdheid. Hun klachten lijken op die van de sociale fobie.

Obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis
Mensen met een obsessieve compulsieve persoonlijkheidsstoornis (OCPS) zijn zuinig met geld, houden hun huis perfect op orde en willen taken niet delegeren omdat ze bang zijn dat deze niet correct worden uitgevoerd. Moreel of ethisch gezien zijn er weinig of geen grijze gebieden: handelingen en opvattingen zijn volledig goed of volledig fout. Hun persoonlijke relaties verlopen moeizaam, omdat ze te hoge eisen stellen aan vrienden, partners en kinderen.

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Afhankelijke pers.s
Je kan het leven niet alleen aan

Weinig vertrouwen/ geen beslissingen kunnen nemen

verlangen naar steun: relaties aangaan met mensen die misbruik van hen maken (uitbuiting)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vermijdende pers.s 
                              sociale situaties vermijden
                              angst afkeuring / minderwaardig voelen/ onzeker

  
                              Combinatie  psychotherapie (liefst groep)
                              tijdens jongvolwassenheid

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dwangmatige pers s.
Sterke drang om alles onder controle te houden

perfect/ ordelijk/ foutloos/zonder emotie/ moeite delegeren

Koppig & behoefte aan routine

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen van een persoonlijkheidsstoornis kunnen zijn: 
Voorbeelden van klachten of symptomen die bij een persoonlijkheidsstoornis horen zijn:

telkens terugkerende conflicten met mensen in de omgeving
een instabiel levenspatroon en niet goed richting aan het leven weten te geven
extreme gevoelsuitingen en sterke stemmingswisselingen
agressieve uitingen en snel impulsief reageren
snel buitengesloten of afgewezen voelen
nauwelijks zelfstandig keuzes in het leven durven te maken en angstig aan anderen vastklampen
op een dwangmatige manier bezig zijn om alles in het leven perfect te regelen

Slide 22 - Tekstslide

Het patroon van afwijkend reageren of handelen is niet gemakkelijk te doorbreken. Daar komt bij dat veel mensen zich er niet bewust van zijn dat ze anders reageren dan andere mensen. Ze zeggen 'zo ben ik nou eenmaal' of leggen de verantwoordelijkheid buiten zichzelf. In dat geval zijn ze vaak niet geneigd om psychische hulp te zoeken.
Behandelingen
Behandelmogelijkheden
Met behulp van cognitieve gedragstherapie, schematherapie, psychotherapie en psycho-educatie focust de persoon op zijn/haar emoties en sociale contacten. 

De behandeling richt zich op achterdocht, angst en afstandelijkheid in het contact met anderen.
De behandeling vindt ambulant plaats. 
Soms kan een kortdurende opname nodig zijn. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Houding hulpverlener
  • Zelfverzekerd  / Niet autoritair / Neutrale houding
  • Structurerend / Eenduidigheid / Afspraken nakomen
  • Nabijheid met afstand
  • Zo min mogelijke beperkingen / Autonomie behouden / Zelfregie / Keuzevrijheid.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feedback
Dit jaar hebben jullie van mij het vak zorg gevolgd.

Feedback moment;
Wat vonden jullie top?
Heb je ook een tip?

Schrijf het op! Succes met jullie examens, zet hem op!

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies