Thema 6. BS 2. Voedselrelaties

Basisstof 6.2 Voedselrelaties
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Basisstof 6.2 Voedselrelaties

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

  • Terugblik 6.1
  •  6.2 Voedselrelaties 
  • Opdracht maken

Slide 2 - Tekstslide

Abiotische factoren
Biotische factoren

Slide 3 - Sleepvraag

Welk organisatieniveau uit de ecologie is zichtbaar op de afbeelding?
A
Individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem

Slide 4 - Quizvraag

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je...
  • Een voedselketen opstellen
  • Een voedselweb opstellen
en...
  • Weet je wat een producent, een consument en reducent is

Slide 5 - Tekstslide

Dieren eten verschillende dingen
Deze dieren eten alleen plantaardig voedsel (planten, grassen etc.) ze horen bij de groep 'planteneters'.
Leeuwen jagen op andere dieren voor hun voedsel, het zijn echte 'vleeseters'.
Een dode plant of dier worden gebruikt als voedsel voor de 'afvaleters' zoals de regenworm
Deze varkens eten net als de mens zowel planten en dieren. Ze worden 'alleseters' genoemd.

Slide 6 - Tekstslide

Planteneter
Vleeseter
Alleseter
Afvaleter

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Voedselweb of voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen

Slide 10 - Quizvraag

Voedselweb of voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen

Slide 11 - Quizvraag

Let op: een voedselketen of voedselweb begint altijd met een plant!

Slide 12 - Tekstslide

Producenten= planten
produceren voedsel voor mens en dier

Slide 13 - Tekstslide

consumenten 1ste orde= planteneters

Slide 14 - Tekstslide

Consumenten 2e orde= vleeseters/alleseter

Slide 15 - Tekstslide

Hoe meer vleeseters, hoe meer ordes!

Slide 16 - Tekstslide

Afvaleters= eten dode resten van planten en dieren

Slide 17 - Tekstslide

Reducenten = bacterien
en schimmels

Slide 18 - Tekstslide

Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent

Slide 19 - Quizvraag

Het konijn is een ....
A
Consument van de eerste orde
B
Consument van de tweede orde
C
Consument van de derde orde
D
Consument van de eerste en tweede orde

Slide 20 - Quizvraag

Opdracht maken
  • Lees eerst de opdracht goed door
  • Als je het niet snapt vraag je hulp aan je buurman/buurvouw
  • Snap je het nog niet, steek dan je vinger op
  • Let op het volume!!! -> zachtjes met elkaar praten
  • Klaar? Ruim je rommel op en maak de opdracht 1 tot en met 7 van 6.2

Slide 21 - Tekstslide

Bijna klaar...
  •  Wat heb je van deze les onthouden?
  • Wat ging er (heel erg) goed en wat minder goed?

Huiswerk:
Maken opdr 1 tot en met 7 van 6.2. 

Slide 22 - Tekstslide

De uil is een ....
A
Consument van de eerste orde
B
Consument van de tweede orde
C
Consument van de derde orde
D
Consument van de eerste en tweede orde

Slide 23 - Quizvraag

Voedselweb of voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen

Slide 24 - Quizvraag

Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent

Slide 25 - Quizvraag

Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent

Slide 26 - Quizvraag

2

Slide 27 - Video

00:14
Het konijn is een
A
planteneter
B
vleeseter
C
alleseter
D
afvaleter

Slide 28 - Quizvraag

00:26
De adelaar is een
A
planteneter
B
vleeseter
C
alleseter
D
afvaleter

Slide 29 - Quizvraag