Nederlands - Woordenschat - Groen - H4

NEDERLANDS
WOORDENSCHAT GROEN

4. Snoeien
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapsonderwijsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

NEDERLANDS
WOORDENSCHAT GROEN

4. Snoeien

Slide 1 - Tekstslide

Maak opdracht 1
bladzijde 48

Slide 2 - Tekstslide

Snoeien

Slide 3 - Woordweb

SNOEIEN
Bladzijde 48 en 49

Slide 4 - Tekstslide


Bekijk foto A en B. Op welke foto zie je een scheut, en op welke een uitloper?
A
B

Slide 5 - Open vraag

Waarom moet je scheuten aan een appelboom die vlak langs andere takken groeien, afknippen?

Slide 6 - Open vraag

Maak opdracht 2 t/m 10
bladzijde 50 t/m 53

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf dingen over snoeien op die je herkent in het filmpje.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Welke dingen over snoeien herken je in het filmpje?

Slide 10 - Open vraag

SNOEIEN 2
Bladzijde 53 en 54

Slide 11 - Tekstslide


Wat is juist?
A
Afzetten betekent dat je planten of bomen weghaalt.
B
Met een takkenschaar knip je dikke takken uit een boom.
C
Dunnen betekent dat er een stukje stam blijft staan dat boven de grond uitsteekt.
D
Met een stobbe knip je dunne takken af.

Slide 12 - Quizvraag

Maak opdracht 11 t/m 18
bladzijde 55 t/m 59

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video


Welk snoeigereedschap gebruik je voor het snoeien van de vijg uit het filmpje?

Slide 15 - Open vraag

Maak opdracht 19
bladzijde 60

Slide 16 - Tekstslide

       Leg het begrip uit.

Slide 17 - Tekstslide