§2.1 Leven in de grote stad

Hoofdstuk 3: Steden
7 Nederland: land zonder een echt grote stad
§2.1 Leven in de grote stad
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3: Steden
7 Nederland: land zonder een echt grote stad
§2.1 Leven in de grote stad

Slide 1 - Tekstslide

Startactiviteit
Waarin verschilt een stad van een dorp? Vanaf wanneer noem jij iets een stad en geen dorp meer?
Schrijf vijf kenmerken van een stad op

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn kenmerken van een stad?

Slide 3 - Woordweb

Planning
- Leerdoelen
- Uitleg §2.1
- Huiswerk

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je weet welke vier kenmerken een stad heeft.

2. Je begrijpt het verschil tussen een megastad en een wereldstad.

3. Je kunt beschrijven hoe het leven in een megastad verschilt van dat in een wereldstad.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een stad?
Een stad heeft vier kenmerken:
  • Een bepaald, per land verschillend, aantal inwoners;
  • Dicht bebouwd in vergelijking met het omringde gebied;
  • Een beroepsbevolking die vrijwel uitsluitend werkt in de secundaire en tertiaire sector;
  • Een groot aantal voorzieningen (winkels, werk onderwijs, bestuur) voor het gebied rond de stad.

Steden kun je indelen in drie soorten:
  1. Een megastad;
  2. Een wereldstad;
  3. Een hoofdstad.


Secundaire sector = werken in fabrieken.
Tertiaire sector = werken bij bedrijven die uit zijn op winst, bijv. een kapper, winkel.

Slide 6 - Tekstslide

Wereldstad
Megastad
Hoofdstad
* bestuurscentrum van het land
* 10 mln inwoners
*geen grote rol in de wereld
* groot
* belangrijk op wereldniveau

Slide 7 - Sleepvraag

Drie soorten steden in de wereld
  • Hoofdstad: bestuurscentrum van het land.
  • Megastad: 10 mln inwoners, geen grote rol in de wereld.
  • Wereldstad: groot, belangrijk op wereldniveau op gebied van economie, cultuur en politiek.

Slide 8 - Tekstslide

Leven in een megastad
Voordeel
- Er is hier werk;
- Grotere kans op goed onderwijs;
- Kans op een beter leven in de stad groter dan op het platteland.

Nadeel
- Als je arm bent woon je in krottenwijken;
- Veel afval en ziektes.

Slide 9 - Tekstslide

arm land

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

De invloed van de global city groeit
  • Global cities (wereldsteden) zijn steden die de belangrijkste knooppunten vormen in het stedelijk netwerk, bijvoorbeeld: New York, Tokyo en Londen.

  • BBP van New York is groter dan dat van Rusland of India, in Tokyo wonen net zoveel mensen als in heel Peru en Londen telt meer internationale kantoren en banken dan Canada.

  • De burgemeesters van de global cities zitten vaak bij een om probelen van hun stad te bespreken, bijvoorbeeld over: verkeer, luchtvervuiling, migranten, klimaatverandering etc.

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je weet welke vier kenmerken een stad heeft.

2. Je begrijpt het verschil tussen een megastad en een wereldstad.

3. Je kunt beschrijven hoe het leven in een megastad verschilt van dat in een wereldstad.

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
Les 1:
Maak de volgende opdrachten van §2.1 in je werkboek (blz. 38-39):
2, 3, 4, 5 en 6.

Slide 14 - Tekstslide