Hoe was de vakantie?

• PAV
• Secundair onderwijs

Vraag 

Omschrijf in 3 woorden jouw vakantie.

De beurt is voor:

Vraag 

Wat was de verste plek waar je geweest bent?

De beurt is voor:

Vraag 

Wat zijn de leukste drie dingen die jij hebt gedaan?

De beurt is voor:

Vraag 

Wat zijn de drie minst leuke dingen die jij hebt gedaan?

De beurt is voor:

Vraag 

Wat heb je geluisterd? 

De beurt is voor:

Vraag 

Wat is het lekkerste dat je hebt gegeten?

De beurt is voor:

Vraag 

Wat was het minst lekkere dat je hebt gegeten?

De beurt is voor:

Vraag

Waar heb je het hardste om gelachen?

De beurt is voor:

Vraag

Vertel drie dingen die jij gedaan hebt, maar, let op…. Eén ding is niet echt waar, dit verzin je maar. Kunnen de anderen raden wat niet waar is?

De beurt is voor:

Vraag

Wat is de stilste plek waar je geweest bent?

De beurt is voor:

Vraag

Wie was de jongste persoon die je

gezien hebt?

De beurt is voor:

Vraag

Wat is het actiefste wat je gedaan

hebt?

De beurt is voor:

Vraag

Wanneer heb je het meeste plezier

gehad? 

De beurt is voor:

Vraag

Wat is het spannendste wat je

gedaan hebt? 

De beurt is voor:

Vraag

Wanneer ben je het langste

opgebleven?

De beurt is voor:

Vraag

Welke dag zou je over willen doen?

De beurt is voor:

Vraag

Wat heb je gekeken?

De beurt is voor: