Beroepshouding en beroepsgeheim

 Beroepshouding
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

 Beroepshouding

Slide 1 - Tekstslide

beroepshouding

Slide 2 - Woordweb

Definitie
Beroepshouding = 
de eigenschappen en het gedrag 
waarover iemand in zijn beroep 
dient te beschikken om zijn beroep goed uit te oefenen.


Slide 3 - Tekstslide

Wat is een taak van een helpende in de zorg en welzijn?
A
Analyseren van laboratoriumuitslagen
B
Opstellen van behandelplannen
C
Uitvoeren van medische ingrepen
D
Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

Slide 4 - Quizvraag

Welke houding is belangrijk in de zorgsector?
A
Snel oordelen over de situatie van een cliënt
B
Empathie tonen naar cliënten
C
Minimale communicatie met collega's
D
Zakelijkheid in alle situaties tonen

Slide 5 - Quizvraag

Wat valt onder het beroepsgeheim in de zorg?
A
Het bespreken van casussen in de kantine
B
Het delen van persoonlijke ervaringen met collega's
C
Het verstrekken van vertrouwelijke informatie aan familieleden
D
Informatie over de gezondheid van een cliënt

Slide 6 - Quizvraag

beroepshouding voor een helpende bevat de volgende aspecten

1. klantgericht zijn
2. Initiatief nemen
3. betrokken zijn
4. je inleven in anderen
5. assertief zijn
6. representatief zijn
7. Integer handelen(privacy)







Slide 7 - Tekstslide

Welke eigenschappen horen er bij een professionele beroepshouding op stage?

Slide 8 - Open vraag

Welke eigenschappen horen er bij een professionele beroepshouding op school?

Slide 9 - Open vraag

Verantwoordelijkheden
Ken de grenzen van jouw beroep.

Aandachtspunten:
Vraag na wat je wel/ niet mag als helpende welzijn.
Doe geen werkzaamheden die je niet mag doen.
Geef aan wanneer je ergens niet voor bevoegd bent. Leg uit dat je die verantwoording niet mag dragen.

Slide 10 - Tekstslide

Verantwoordelijkheden

Weet welke taken het belangrijkst zijn.
Aandachtspunten:
Vraag wat je collega’s belangrijk vinden.
Let op wat erin je omgeving gebeurt: soms moet je ergens te hulp schieten.
Bedenk welke taak de minste problemen oplevert als hij niet uitgevoerd wordt of als dit pas later gedaan wordt.
Overleg met anderen als dit mogelijk is.


Slide 11 - Tekstslide

Wat houdt het Beroepsgeheim in?

Slide 12 - Open vraag

Wat is beroepsgeheim? 

Het beroepsgeheim betekent dat je moet zwijgen over alles wat je bij de uitoefening van je beroep over de patiënt te weten bent gekomen. 

Slide 13 - Tekstslide

Je loopt stage in een verpleeghuis op een afdeling waar dementerende ouderen wonen. Meneer X woont op de afdeling waar jij stage loopt. De oude buurvrouw van meneer X belt om te vragen hoe het met hem gaat. Hoe reageer jij? En mag je hierover ‘iets’ zeggen?​

Slide 14 - Open vraag

Nee
Je mag hierover geen uitspraken doen, dit valt onder het beroepsgeheim.​ 

Slide 15 - Tekstslide

Je bent aan het werk op de afdeling waar jij stage loopt achter je eigen laptop. Mag je even weglopen om naar de toilet te gaan?​

Slide 16 - Open vraag

Ja
Ja, je mag naar de toilet maar je moet wel uitloggen (clean desk policy). ​ 

Slide 17 - Tekstslide

Op de afdeling waar jij stage loopt is er een leuke sinterklaasavond gaande. Jij wil een paar foto’s maken om op school aan een docent te laten zien. Mag dit?​

Slide 18 - Open vraag

Nee
Nee, dit mag niet. Als de stage instellingen EN de client akkoord geven mag het wel maar wees hier heel voorzichtig mee! ​ 

Slide 19 - Tekstslide

De dochter van mevrouw de V (die op jouw afdeling verblijft) vraagt of ze jouw telefoonnummer mag om door te geven wanneer ze mevrouw de V op kan halen. Geef jij je nummer? ​

Slide 20 - Open vraag

Nee
Nee, je geeft geen persoonlijke privé telefoonnummers. Bovendien is whatsapp een niet veilig medium.​ 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

LES OMGAAN MET DRUK EN TEGENSLAG

Slide 23 - Tekstslide

Druk en tegenslag
Het omgaan met druk en tegenslag is een belangrijke vaardigheid

Slide 24 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij druk?

Slide 25 - Open vraag

Druk 
Druk betekent dat er iets van je verwacht wordt terwijl je het gevoel hebt niet aan die verwachting te kunnen voldoen.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Voorbeeld van (tijds)druk
Glenn heeft een drukke week gehad: school stage werken en voetballen. Vandaag heeft hij een proefwerk lassen. Hij moet een voldoende halen want hij wil graag slagen.

Slide 28 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij tegenslag?

Slide 29 - Open vraag

Tegenslag
Tegenslag betekent dat de dingen niet altijd gaan zoals jij wilt dat ze gaan

Slide 30 - Tekstslide

Voorbeeld van tegenslag
Glenn krijgt een rode kaart tijdens het voetballen. Hij is het er niet mee eens. Hij gaat in discussie met de scheidsrechter. Deze stuurt hem van het veld. Wat een tegenslag.

Slide 31 - Tekstslide

Druk of tegenslag?

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

druk of tegenslag?

Slide 34 - Tekstslide

Mayra Kroonen
Druk of tegenslag en waarom?

Slide 35 - Open vraag

Opdracht
Vorm groepjes van vier studenten.

Ieder van jullie beschrijft een situatie waarin je het heel druk hebt gehad.
Ieder van jullie beschrijft in vijf regels een situatie waarin je tegenslag hebt gehad.
Lees om de beurt jullie situaties voor. Overleg hoe jullie daarmee om zouden gaan.
Noteer voor jouw situatie de beste oplossing(en) en tips.



Slide 36 - Tekstslide