les 7 - Straffen en maatregelen

les 7 - Straffen en maatregelen
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
StrafrechtMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

les 7 - Straffen en maatregelen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
  • herhaling vorige les
  • (afmaken hoofdstuk 6)
  • hoofdstuk 8: straffen en maatregelen
  • gastcollege: strafrecht advocaat 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vorige les
  • soms wordt een strafbaar feit niet gepleegd/voltooid en kun je toch al strafbaar zijn. hoe noem je dit? Tip: het zijn 2 gevallen!
  • wat is het verschil in de fase van het delict tussen beide gevallen?
  •  wat is het verschil in de max. straf?
  • soms zijn er meerdere personen betrokken bij een strafbaar feit. Noem er minimaal 3 vd 4
  • noem de verschillen tussen de verschillende varianten
  • bij welke variant is er een lagere maximale straf?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een man neemt in een winkel een portemonnee weg uit de jaszak van een klant. De klant wordt op dat moment afgeleid door een andere man, die per ongeluk tegen hem op botst. Is er sprake van medeplegen?
A
Nee, er zijn geen medeplegers want de mannen werken niet bewust samen
B
Ja, want door onzorgvuldigheid van de man die tegen de klant op botste, heeft de diefstal kunnen plaatsvinden.

Slide 6 - Quizvraag

H6 opdracht 5a
Nee, de man die op de uitkijk staat is medeplichtig vanwege zijn ondergeschikte
rol.
Een man neemt in een winkel een portemonnee weg uit de jaszak van een klant. De klant wordt op dat moment afgeleid door een maat van de man, die precies op het goede moment "per ongeluk" tegen hem op botst. Is er sprake van medeplegen?
A
Ja, de mannen werken nu wel bewust samen.
B
Nee, de maat van de man heeft de portemonnee niet zelf uit de jaszak gehaald.

Slide 7 - Quizvraag

H6 opdracht 5b
Nee, de man die op de uitkijk staat is medeplichtig vanwege zijn ondergeschikte
rol.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een man beraamt een roofoverval. Hij vraagt een bekende om voor €100,- voor hem op de uitkijk te gaan staan.
Van welke vorm van deelneming is hier sprake?
A
Doen plegen
B
Medeplegen
C
Medeplichtigheid
D
Uitlokken

Slide 11 - Quizvraag

H6 opdracht 5c
Nee, de man die op de uitkijk staat is medeplichtig vanwege zijn ondergeschikte
rol.
Twee mannen beramen een diefstal. Ze maken plannen, kopen spullen en huren een opslagruimte voor hun buit. Aangekomen op de plaats van bestemming besluiten ze dat het veiliger is als een van hen op de uitkijk blijft staan, terwijl de ander naar binnen gaat.
Van welke deelnemingsvorm is hier sprake?
A
Doen plegen
B
Medeplegen
C
Medeplichtigheid
D
Uitlokken

Slide 12 - Quizvraag

H6 opdracht 5d
Ja, nu zijn de mannen wel medeplegers omdat ze samen het misdrijf voorbereide
en uitvoeren. Dat de ene man op de uitkijk gaat staan en de andere naar binnen gaat, is min of meer toevallig.
Lees de volgende vragen over ‘deelneming’. Geef vervolgens gemotiveerd aan welke deelnemingsvorm hier aan de orde is. Benoem ook het bijbehorende wetsartikel.

1. Karel en Peter breken na sluitingstijd in bij de Mediamarkt. Karel leegt alle kassa’s en Peter neemt alle iPhones mee.
2. Marga geeft haar kapster € 100,- om het kapsel van haar vriendin te ruïneren.
3. Vincent, 18 jaar, laat zijn broertje van 5 jaar spijkers gooien op een drukke verkeersweg.

Slide 13 - Open vraag

H6 opdracht 6
Bekend schilderij
Een man biedt een andere man €5.000,- als hij voor hem een bekend schilderij uit een museum weg wil halen. De man levert nog een plattegrond en een beschrijving van de beveiliging van het museum aan. Drie weken later brengt de tweede man het gestolen schilderij naar zijn opdrachtgever.

Leg uit welke deelnemingsvormen op de beide mannen van toepassing zijn

Slide 14 - Open vraag

H6 opdracht 8
De man die het geld biedt, is een uitlokker. Hij brengt een ander door een belofte van geld en door informatie op de gedachte een misdrijf te plegen.
Worden de beide mannen gestraft en zo ja hoe?
A
Ja, de uitlokker en de feitelijke pleger worden als dader gestraft
B
Nee, de uitlokker wordt in dit geval niet gestraft.

Slide 15 - Quizvraag

H6 opdracht 8
maak nu opdr. 7,9 en 10

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NU: straffen en maatregelen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke straffen en maatregelen die we nú hebben in ons wetboek van strafrecht kennen jullie?

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevangenisstraf
Vrijheidsstraf die wordt uitgevoerd in een gevangenis
Tijdelijk of levenslang: 
- max 30 jaar
- levenslang is echt levenslang (na 25 jaar advies door een adviescollege en daarna eventueel gratie door de Koning)
Voorwaardelijke (gevangenis)straf
- deze straf hoef je niet uit te voeren, tenzij je de voorwaarde(n) overtreedt 
- is bedoeld om nieuwe feiten te voorkomen (tijdens een proeftijd van vaak 2 jaar)
- kan dus bij gevangenisstraffen van max 2 jr, maar  óók bij geldboete en taakstraf

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de maximum vrijheidsstraf voor brandstichting (art. 157 lid 2 Sr)?
A
tien jaar
B
vijftien jaar
C
zeven jaar
D
elf jaar

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de maximum vrijheidsstraf voor eenvoudige mishandeling (art. 300 lid 2 Sr)?
A
vier jaar
B
tien jaar
C
acht jaar
D
11 jaar

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de maximum vrijheidsstraf voor verduistering art 321 Sr?
A
een jaar
B
drie jaar
C
twee jaar
D
vier jaar

Slide 27 - Quizvraag

art. 321 Sr in verband met art. 45 Sr: twee jaar (twee derde van drie jaar)
Geldboete:
Hoe hoog is het bedrag van de maximale geldboete voor verduistering (art. 321 Sr)
A
vijfde categorie €87.000
B
vierde categorie: €21.750
C
derde categorie: €8.700
D
zesde categorie: €870.000

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is de maximale taakstraf op een mishandeling?

Slide 29 - Open vraag

max 240u. niet per feit bepaald wat wel is bij gevangenisstraf en geldboete

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke maatregelen ontbreken er hiernaast in het schema? check zonodig ook je boek!

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

straffen voor minderjarigen

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 én de pij-maatregel!!

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Welke straf bij jeugdigen is te vergelijken met de gevangenisstraf bij meerderjarigen en hoe lang is deze max?
2. Welke maatregel is te vergelijken met TBS?

Slide 37 - Open vraag

De leeftijd op het moment van de daad is van toepassing en niet die van het moment van de terechtzitting. Wel mag de rechter bij jeugdigen van 16 en 17 jaar in verband met de persoon van de dader, de ernst van het feit of de omstandigheden waaronder dit feit is gepleegd, het strafrecht voor volwassenen toepassen.
maak nu opdr. 2, 5, 6 en 7 uit je boek

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek op de website van Halt Nederland wanneer een jongere in aanmerking komt voor een zogeheten Halt-afdoening

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tijd voor het gastcollege!

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies