H7 BOA
Het verhoor is de eerste vraag die de opsporingsambtenaar aan de persoon stelt omtrent zijn bekendheid met het strafbare feit.
A
Juist.
B
Onjuist.
1 / 39
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Het verhoor is de eerste vraag die de opsporingsambtenaar aan de persoon stelt omtrent zijn bekendheid met het strafbare feit.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 1 - Quizvraag
Slide 2 - Tekstslide
Voorafgaand aan het vragen naar de identiteit van de verdachte, moet de cautie worden gegeven.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Consultatiebijstand is het deelnemen van de advocaat aan het verhoor.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Het mededelen van de cautie hoeft niet te worden opgenomen in het proces-verbaal. De mededeling omtrent de consultatie- en verhoorbijstand wel.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
De gevolgen van het vergeten van de cautie of het niet opnemen in het proces-verbaal is dat het bewijs wat hieruit is verkregen niet meetelt als bewijs tijdens de terechtzitting.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
De mededeling van het strafbare feit waarvan de aangehouden verdachte wordt verdacht moet worden gedaan voorafgaand aan zijn eerste verhoor.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Als de verdachte af wil zien van het recht op verhoorbijstand moet hij op de mogelijke nadelige gevolgen hiervan worden gewezen als hij wordt verdacht van een VH-feit.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Binnen hoeveel uren na zijn aanhouding heeft de verdachte die in voorarrest zit het recht om voorgeleid te worden aan de rechter-commissaris?
A
48 uur.
B
70 uur.
C
90 uur.
D
118 uur.
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Een staande gehouden verdachte heeft recht op een schriftelijke mededeling van zijn rechte.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
De verdachte die uitgenodigd wordt op het politiebureau voor een verhoor over een VH-feit heeft recht op door de Nederlandse staat betaalde rechtsbijstand.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Vertolking/vertaling mag alleen plaatsvinden in de taal van de verdachte.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Een aangehouden minderjarige verdachte kan geen afstand doen van consultatiebijstand maar wel van verhoorbijstand.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Een aangehouden verdachte van moord kan GEEN afstand doen van consultatiebijstand.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Tekstslide
De kwetsbare meerderjarige verdachte kan afstand doen van consultatiebijstand als hij (telefonisch) door zijn raadsman over de gevolgen daarvan is ingelicht.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Tekstslide
Een aangehouden verdachte die wordt verdacht van een misdrijf waarop een maximale gevangenisstraf van 6 jaar staat, kan alleen afstand doen van consultatiebijstand nadat hij door zijn raadsman telefonisch is ingelicht over de mogelijk nadelige gevolgen van dit besluit.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 29 - Quizvraag
Slide 30 - Tekstslide
De aangehouden verdachte 18+ mag een persoon in kennis stellen van zijn aanhouding.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 31 - Quizvraag
Slide 32 - Tekstslide
Bij een aangehouden verdachte 18+ moet er altijd op zijn verzoek een persoon in kennis worden gesteld.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 33 - Quizvraag
Slide 34 - Tekstslide
Bij de aanhouding van een jeugdige verdachte moeten altijd ouders of voogd worden ingelicht.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 35 - Quizvraag
Slide 36 - Tekstslide
De consultatiebijstand mag maximaal 45 minuten duren.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 37 - Quizvraag
De aangehouden verdachte voor een C-zaak (geen VH-feit) moet de consultatie- en verhoorbijstand zelf regelen en betalen.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 38 - Quizvraag
De weergave van het verhoor van de verdachte dient zoveel mogelijk in eigen woorden van de verdachte te gebeuren.
A
Juist.
B
Onjuist.
