trappen van vergelijking

Trappen van vergelijking  2KGT
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Trappen van vergelijking  2KGT

Slide 1 - Tekstslide

DOEL



trappen van vergelijking en als/dan

- je weet wanneer je als/dan moet gebruiken bij de trappen van vergelijking


Slide 2 - Tekstslide

trappen van vergelijking

Slide 3 - Tekstslide

Trappen van vergelijking

Slide 4 - Tekstslide

Uitzondering
Bij enkele woorden zijn
de trappen van vergelijking iets anders.

Kim heeft een oude rolstoel,
maar die rijdt nog goed.

Slide 5 - Tekstslide

Er zijn drie trappen van vergelijking: de stellende trap, de vergrotende trap en de overtreffende trap.


A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Hieronder staan trappen van vergelijking. Vul elke trap van vergelijking aan.
1 … - bozer - …
2 goed - … - …


A
boos, boost, goeder, goedst
B
boos, boost, beste, best
C
boos, boost, beter, best
D
boos, boost, beter, goedst

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

DOEL

- je weet wanneer je als/dan moet gebruiken bij de trappen van vergelijking
trappen van vergelijking en 
als en dan

Slide 9 - Tekstslide

Vandaag ben ik even slim als/ dan hem/ hij.
A
als en hem
B
als en hij
C
dan en hem
D
dan en hij

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Bij welke trap gebruik je 'als'?
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap

Slide 12 - Quizvraag

Ian was minstens net zo
druk ..... Sierd.
A
dan
B
als

Slide 13 - Quizvraag

Ik heb wel lekker meer
gewonnen ..... jullie!
A
dan
B
als

Slide 14 - Quizvraag

                                              



LEZEN

Slide 15 - Tekstslide