3.4 Politieke idealen: Abortus

De strijd voor het abortusrecht
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De strijd voor het abortusrecht

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
De strijd voor het abortusrecht is een voorbeeld van een sociaal-culturele ontwikkeling in de tweede helft van de 20e eeuw. De les gaat in op zo een verandering zich langzaam voltrekt. Hierbij wordt aandacht besteed aan het ontstaan van maatschappelijk draagvlak, verschillende kantelpunten, maatschappelijke ontwikkelingen waarmee de strijd voor het abortusrecht samenhangt en het parlementair proces.
Tevens wordt de link naar de actualiteit gelegd en worden leerlingen uitgedaagd een mening te vormen over de huidige verankering van abortus in de wet.

Kenmerkend aspect 48
Deze les past bij kenmerkend aspect 48: de toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen.
De strijd voor het abortusrecht is een voorbeeld van zo een veranderproces.

Voorkennis
Het is nuttig als leerlingen in grote lijnen al bekend zijn met de ontwikkelingen in de tweede helft van de 20e eeuw. In deze les worden bijvoorbeeld kort de jeugdbewegingen (nozems en provo’s) aangestipt. De les kan ook gebruikt worden als eerste introductie op maatschappelijke ontwikkelingen in de 20e eeuw, maar dan zal dit wel meer uitleg vergen.

Verantwoording van bronnen
In de les wordt gebruik gemaakt van foto's en documenten uit de collectie van het Nationaal Archief. In de notities wordt altijd de bron vermeld. Tevens wordt apart een lijst toegevoegd met alle (online) vindplaatsen van het getoonde materiaal.
Op sommige slides wordt ook gebruik gemaakt van beeldmateriaal van derden. Het NA heeft zo goed mogelijk getracht te achterhalen of materiaal vrij te gebruiken was. Er wordt altijd vermeld waar de bron vandaan komt.

Taalgebruik
In de les wordt regelmatig het inclusieve woord ‘zwangere’ gebruikt, omdat niet alleen vrouwen zwanger kunnen worden, maar ook non-binaire mensen en trans mannen. Omdat het hier gaat om de tweede helft van de 20e eeuw wordt echter ook regelmatig juist gesproken over vrouwen, omdat de strijd voor het abortusrecht niet los kan worden gezien van de maatschappelijke positie van de vrouw in die periode.

Achtergrondfoto: Bert Verhoeff, Nationaal Archief / Anefo

Wat weet je over abortus?

Slide 2 - Open vraag

Doel van de slide:
Voorkennis activeren


  • afbreking van een zwangerschap vóór 24 weken
  • de zwangere beslist
  • vanaf 24 weken: kind heeft kans op leven onafhankelijk van de zwangere
  • kans op leven = recht op bescherming van het leven 
  • dus na 24 weken is abortus verboden
  • abortusrecht is in de wet vastgelegd
  • abortus gaat via een pil of zuigcurretage (ingreep)
  • 2020: 75% van de Nederlanders is voor het abortusrecht en 10% is tegen  
Abortus samengevat

Slide 3 - Tekstslide

Doel van de slide:
Samenvatting van benodigde voorkennis over abortus. 

  • Na de les weet je hoe de strijd voor het abortusrecht zich verhoudt tot andere maatschappelijke ontwikkelingen in de samenleving van 1955 - 1985
  • Na de les weet je hoe het recht op abortus in Nederland tot stand is gekomen
  • Na de les heb je een mening gevormd over hoe het abortusrecht is verankerd in de wet

Aan het einde van deze les:

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doe een gok:
in welk jaar wordt abortus
in Nederland verboden?
A
Het is altijd al verboden
B
1805
C
1911
D
1984

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In 1911 werd abortus officieel verboden.
Lees deze tekst uit de wet goed door.

“Hij die opzettelijk eene vrouw in behandeling neemt of eene behandeling doet ondergaan, te kennen gevende of de verwachting opwekkende dat daardoor zwangerschap kan worden verstoord, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van ten hoogste zesduizend gulden.”

Citaat uit de Zedenwet, 1911

Slide 6 - Tekstslide

Doel van de slide:
Het is de bedoeling dat leerlingen deze wettekst goed doorlezen. Ze krijgen hierna een vraag hierover.

Achtergrondinformatie:
Tot 1911 wordt niks geschreven over abortus in de wet. Het is tot dat moment dus niet verboden.
Met de zedelijkheidswetten van 1911 komt hier verandering in. Deze wetsbepalingen worden gezien als een overwinning voor de christelijke partijen in het parlement. Critici vinden dat zij hun moraal hiermee opdringen aan de rest van de samenleving.
Met de zedelijkheidswetten wordt niet alleen abortus verboden: o.a. ook porno, prostitutie, gokken en de verkoop van voorbehoedsmiddelen wordt aan banden gelegd. 
Wie loopt vanaf 1911 het risico op een straf voor abortus?
A
De zwangere
B
De aborteur
C
Beide ouders van het ongeboren kind
D
Alle betrokkenen

Slide 7 - Quizvraag

Doel van de slide
Deze vraag toetst hoe kritisch de leerlingen de tekst zojuist hebben gelezen.

Achtergrondinformatie
In de zedelijkheidswet staat “Hij die opzettelijk eene vrouw in behandeling neemt of eene behandeling doet ondergaan, te kennen gevende of de verwachting opwekkende dat daardoor zwangerschap kan worden verstoord, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van ten hoogste zesduizend gulden.”

Het juiste antwoord is dus B. 

De aborteur is degene die de abortus uitvoert. Hier staat bewust niet 'arts', want het waren vaak juist ook amateurs. 
Kan je bedenken waarom ervoor gekozen wordt
om de aborteur te bestraffen en niet de zwangere?

Slide 8 - Open vraag

Doel van de slide
De vraag stimuleert kritisch redeneren. Met de vraag wordt bovendien onderstreept dat wetten niet objectief/neutraal zijn, maar door mensen bedacht met een bepaald doel voor ogen.

Achtergrondinformatie
De aborteur wordt vanaf 1911 bestraft, omdat het op die manier zwangeren moeilijk wordt gemaakt een arts/aborteur te vinden die de ingreep wil verrichten. Een arts kan immers diens baan verliezen. 
Wat denk je, worden er na 1911 nog abortussen uitgevoerd in Nederland?
A
Ja, mensen blijven dit doen
B
Nee, het is verboden

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noorwegen - 2018
Op dit protestbord staat 'nooit meer breinaalden'. Het is een verwijzing naar een zeer onveilige methode om een zwangerschap af te breken, die vaak gebruikt wordt wanneer abortus verboden is.
Bisschop Zeepsop
Deze term verwijst naar een manier van aborteren, die voor de legalisering van abortus vaak gebruikt wordt.
Washington - 2022
Ook de kledinghanger die vaak op protestborden te zien is verwijst naar een methode om een abortus te verrichten. 
Den Haag - 1974
Op dit protestbord is een zwangere Minister van Agt te zien. De katholieke Minister Van Agt probeert in de jaren '70 abortus zoveel mogelijk te beperken. Op het spandoek eronder staat "Van Agt, Drijf Af". Afdrijven is een ander woord voor aborteren. 
Amsterdam - 1976
Veel leuzen worden al decennia lang gebruikt in de strijd tegen abortus. De verwijzing naar breinaalden komt in de jaren '70 ook al veel voor.
Ook wanneer het illegaal is, vinden abortussen plaats, vaak in onhygiënische en onveilige omstandigheden.

Op protestborden wordt vaak verwezen naar deze gevaarlijke abortusmethodes.
Amsterdam - 2022
Abortussen vinden altijd plaats. Ze nemen niet af wanneer abortus illegaal is. Ze worden alleen veel onveiliger.

Slide 10 - Tekstslide

Doel van de slide:
Aan de hand van protestborden van toen en nu wordt hier uitgelegd dat abortussen nog steeds plaatsvinden, ook wanneer het verboden is.

Gesprek met leerlingen:
Vragen die een opening tot een gesprek kunnen zijn:
- Welke protestborden verwijzen denk je naar illegale abortusmethodes?
- Wat valt je op?
- Welk protestbord vind je krachtig of maakt indruk?
- Welk protestbord begrijp je niet?
- Wat zou je zelf op een protestbord zetten?

Achtergrondinformatie:
- De foto’s zijn gemaakt tussen 1974 en 2022
- De foto’s zijn genomen in Nederland, de VS en Noorwegen.
- Minister Van Agt (Justitie) wordt belachelijk gemaakt linksonder. De rol van Van Agt komt later in de les aan bod.

Foto linksboven: Evelyn Hockstein/Reuters
Foto rechtsboven: Dingena Mol
Foto rechtsonder: RV/Maria Gossé
Foto midden onder: Koen Suyk, Nationaal Archief / Anefo
Foto linksonder: Hans Peters, Nationaal Archief / Anefo


  • Wat abortus inhoudt.
  • Dat abortus in Nederland in 1911 officieel illegaal werd.
  • Dat de aborteur bestraft werd.
  • Dat abortussen ook plaatsvinden wanneer het verboden is in de wet. Mensen gaan uit wanhoop over op heel risicovolle methodes.
Jullie weten nu:

Slide 11 - Tekstslide

Doel van de slide:
De slide is toegevoegd als markering tussen de inleiding en de kern van de les. 
Maatschappelijke ontwikkelingen in de jaren '50, '60 en '70
2. Ontkerkelijking
De kerk krijgt veel minder invloed. Nederland ontzuilt.
3. Muziek
Ook The Beatles ogen nogal braaf met hun jasjes en stropdasjes, maar hun "lange" haren vindt men schokkend en wild, net als hun muziek. Dit is ook de tijd van het 'protestlied'. Artiesten kaarten maatschappelijke problemen aan in hun muziek. De Amerikaanse zangeres Nina Simone staat hier onder andere om bekend.
4. Hippies
Eind jaren '60 ontstaat ook de hippiecultuur: zij zijn voor vrede, liefde en vrijheid. Ook seksuele vrijheid is belangrijk voor de hippies. Ze verzamelen op vaste locaties, zoals het Vondelpark en de Dam. In het nieuws krijgen deze groepen namen als 'de Vondelparkslapers' en 'de Damzitters'.
6. De tweede feministische golf
Eind jaren zestig leeft het feminisme weer op. Tijdens de eerste golf, begin 20e eeuw, ligt de focus op het vrouwenkiesrecht.
De vrouwen van de tweede golf richten zich vooral op de seksuele en economische bevrijding van de vrouw.
1. Jeugdbewegingen
Ze zien er braaf uit, maar de nozems (foto rechts; vanaf 1955) en de provo's (foto links; vanaf 1965) zijn de schrik van hun ouders. Deze jeugdbewegingen zetten zich flink af tegen de generaties voor hen. De nozems vooral door met hun scooters voor onrust te zorgen. De provo's met (vaak ludiek) protest.
5. Protestgeneratie
Vanaf de jaren '60 staat een generatie op die het protest als middel aangrijpt om een boodschap over te dragen. Op de foto is een Provo-protest te zien, gericht tegen kappers die weigeren langharige mannen te knippen. De protesten tegen de gevestigde orde, die door veel mensen als achterhaald en oubollig wordt gezien, worden breed gedragen. Veel mensen zijn het hier mee eens.

Slide 12 - Tekstslide

Doel van de slide:
Leerlingen krijgen inzicht in de tijd waarin de strijd voor het abortusrecht tot stand komt.

Achtergrondinformatie:
In deze les worden 6 maatschappelijke ontwikkelingen genoemd die context bieden aan de opkomst van de strijd voor het abortusrecht. 

Gesprek met leerlingen
Wanneer er al voorkennis aanwezig is, dan kan het goed zijn om de ontwikkelingen één voor één af te gaan en de leerlingen om toelichting te vragen (bijvoorbeeld: wat kan je vertellen over de jeugdbewegingen?). Door te klikken op het plusje, kan je controleren of de leerlingen het goed hadden.
Als er weinig voorkennis, kan je ook op een klassikale manier van 1 naar 6 werken.

Zodra de informatie goed geland is, is het ook een optie wat luchtigere vragen te stellen, zoals:
- Waar zie je jezelf wel zitten? Zit je bij de hippies op de Dam, ben je in politiek protest op het Binnenhof, ludiek protest met de provo's of zit je in de kerk?

Foto provo’s: Kuppen, Nationaal Archief / Anefo
Foto nozems: Nationaal Archief / Fotocollectie Rijksvoorlichtingsdienst
Foto kerk: Nationaal Archief / Fotocollectie Rijksvoorlichtingsdienst
Foto Nina Simone: Ron Kroon, Nationaal Archief / Anefo
Foto The Beatles: Eric Koch, Nationaal Archief / Anefo
Foto Damzitters: Bert Verhoeff, Nationaal Archief / Anefo
Foto Damzitters rechtsonder: Rob Croes, Nationaal Archief / Anefo
Foto jongeren in het Vondelpark: Bert Verhoeff, Nationaal Archief / Anefo
Foto provo-protest: Pieter Jongerhuis, Nationaal Archief / Anefo
Foto Man-Vrouw-Maatschappijbeurs: Bert Verhoeff, Nationaal Archief / Anefo

Kies één van de 6 maatschappelijke ontwikkelingen uit.
Wat is het verband met de strijd voor het abortusrecht?

(Bijvoorbeeld: wat hebben de hippies te maken met het abortusrecht?)

Slide 13 - Open vraag

Doel van de slide:
Verbanden leggen en zien tussen het verkrijgen van het abortusrecht en andere maatschappelijke ontwikkelingen vanaf de jaren ’60.

Mogelijke antwoorden:

Verband tussen opkomst hippies en de strijd voor het abortusrecht --> de hippies streven de idealen ‘love & peace’ na. Ze vinden dat iedereen zelf moet kunnen beslissen over het eigen lichaam. Ze zien seks niet alleen als een middel om kinderen te krijgen, maar ook als een manier om plezier te beleven. Deze waarden zien we ook terug in de strijd voor het abortusrecht.

Verband tussen ontkerkelijking en de strijd voor het abortusrecht -->
de kerk heeft tot de jaren '50 een grote invloed op hoe mensen denken. En beïnvloeden zo hoe mensen tegen abortus aankijken. De kerk ziet de ongeboren vrucht vanaf het allereerste begin als de schepping van God. Daarom ageert de kerk tegen abortus. Doordat vanaf de jaren '50 steeds minder mensen naar de kerk gaan, vooral jongeren, lukt het niet meer om dit standpunt met betrekking tot abortus over te brengen.

Verband tussen de jeugdbewegingen en de strijd voor het abortusrecht --> Tot de jaren '50/'60 doe je als jongere wat je gezegd wordt door je ouders. De nozems en daarna de provo's brengen verandering daar in. Jongeren durven zich meer af te zetten tegen hun ouders, ook op een thema als abortus.

Verband tussen muziek en de strijd voor het abortusrecht --> muziek wordt vanaf de jaren ’60 maatschappelijk geëngageerd; het brengt een boodschap over. Het versterkt de maatschappelijke betrokkenheid die al gaande was bij jongeren. Ook brengt de muziek vrijheidsbewegingen van over de hele wereld dichterbij; jongeren worden bijvoorbeeld beïnvloed door maatschappelijke bewegingen in de Verenigde Staten. Tot slot is muziek een middel van verzet tegen eerdere generaties. Al deze zaken zijn belangrijk voor de strijd voor het abortusrecht.

Verband tussen de protestgeneratie en de strijd voor het abortusrecht --> Vanaf de opkomst van Provo wordt protest een gangbaar middel om verandering teweeg te brengen. Zonder provo en de protestgeneratie geen abortusbeweging.

Verband tussen de tweede feministische golf en de strijd voor het abortusrecht --> vrouwen strijden vanaf het einde van de jaren ’60 op grote schaal voor hun rechten. Het recht op zelfbeschikking en abortus staat centraal.

Het abortusrecht is één van de belangrijkste strijdpunten in de tweede feministische golf.
Op welke manier draagt het abortusrecht bij aan de economische en seksuele bevrijding van de vrouw?

Slide 14 - Open vraag

Doel van de slide: 
Het verband leggen tussen het abortusrecht en de ontwikkeling van de maatschappelijke positie van de vrouw. 

Het abortusrecht en de seksuele bevrijding van de vrouw: de opkomst van anticonceptie en het abortusrecht zorgen ervoor dat seks minder gericht raakt op reproductie. Seksuele vrijheid en plezier worden belangrijker.

Het abortusrecht en de economische bevrijding van de vrouw: de vrouw krijgt de vrijheid om zelf over haar toekomst te beslissen. Zonder de mogelijkheid van abortus betekent zwangerschap automatisch moederschap. En het moederschap betekent in deze tijd vrijwel altijd thuisblijven met de kinderen en daarmee financiële afhankelijkheid van de man.
Eind jaren '60 breekt de strijd voor een goede abortuswet echt los.
Welke feministische organisatie strijdt voor het recht op abortus?
A
Wij Vrouwen Eisen
B
Dolle Mina
C
Hollanda Türkiyeli Kadinlar Birliği
D
A, B en C zijn correct

Slide 15 - Quizvraag

Doel van de slide:
Voorkennis activeren. Daarnaast is het een opstapje naar de slide hierna, die duidelijk maakt dat de feministische beweging véél groter was dan alleen Dolle Mina. En dat er sprake was van veel diversiteit (zowel cultureel als anderszins) binnen de vrouwenbeweging.
 
Achtergrondinformatie:
Eind jaren '60 breekt de strijd voor een goede abortuswet echt los. Hoe komt dat? De jaren 1966/'67 markeren een kantelpunt in de strijd voor abortuswetgeving.
1966 - artikel van juridisch professor Enschedé: hij stelt dat abortus illegaal is, maar dat een arts niet altijd strafbaar is. Er zijn uitzonderingen mogelijk binnen de kaders van de wet. Bijvoorbeeld wanneer abortus medisch noodzakelijk is voor de zwangere.
1967 - televisiedebat, waarin dokter Kloosterman zegt tegen abortus te zijn, maar wel in uitzonderingssituaties abortussen te verrichten. Na de uitzending worden (huis)artsen platgebeld door vrouwen die zichzelf de uitzondering vinden. De dag na de uitzending staat er een lange rij voor het WG-ziekenhuis, waar dokter Kloosterman werkt. 
1967 - abortus wordt legaal in Engeland. Dit zorgt ervoor dat steeds meer vrouwen openlijk over deze optie spreken, onder andere met artsen. Er ontstaat langzaam een gedoogbeleid. In 1971 wordt de eerste officiële kliniek geopend. In 1975 zijn het er al 9. 
Sister Outsider
1984
Sister Outsider werd opgericht om een plek te geven aan zwarte vrouwen die op vrouwen vallen. Zij voelden zich niet thuis in de brede lesbische community waarin witte vrouwen de boventoon voerden. 
Wij Vrouwen Eisen
Dolle Mina
Hollanda Türkiyeli Kadinlar Birliği
Man Vrouw Maatschappij
Purperen Mien / 
Paarse September
Lesbian Nation
Ashanti
Umoja
Flamboyant
1974
Vanaf 1974 gericht op het veranderen van de abortuswetgeving.
1976
In 1973 verscheen het boek 'Lesbian Nation: The Feminist Solution', geschreven door de Amerikaanse Jill Johnston. Johnston was voor 'lesbisch separatisme': vrouwen zouden volledig moeten breken met de 'mannenwereld'. In 1976 richtte een groep Amsterdamse vrouwen een gelijknamige actiegroep op. Ook deze actiegroep streed voor legalisering van abortus.
1980
Ashanti was een tijdschrift door en voor Surinaamse vrouwen. In het tijdschrift werden allerlei thema's behandeld, waaronder abortus.
1974
Deze vrouwenbeweging richtte zich op thema's waar met name vrouwen met Turkse roots mee te maken kregen. De beweging streed ook voor het recht op abortus. De samenwerking tussen de HTKB en andere vrouwenorganisaties liep niet altijd soepel. De vrouwen van de HTKB vonden vaak dat de witte feministen deden alsof zij beter wisten wat goed was voor de vrouwen met Turkse roots dan zijzelf. 
1985
Een krant door en voor zwarte vrouwen. In de jaren '80 worden meerdere feministische organisaties opgericht door zwarte vrouwen. 
1986
Flamboyant was een archief voor en over zwarte vrouwen en vrouwen met een migratieachtergrond. Het werd opgericht omdat deze vrouwen zagen dat hun bronnen en ervaringen niet of nauwelijks terugkwamen in bestaande archieven en bibliotheken.
1971
In 1971 richtte een groepje vrouwen Purperen Mien op, om ruimte te bieden aan lesbische vrouwen. Ze vonden dat in de vrouwenbeweging het vooral draaide om heteroproblematiek. 
In 1972 werd de groep radicaler en kreeg deze een andere naam: Paarse September. De leden vonden dat je geen echte feminist kon zijn als je heteroseksueel was. Ze vonden lesbisch zijn een politieke keuze. 
1968
Dit was een brede vrouwenbeweging, gericht op verbetering van de maatschappelijke positie van vrouwen. Ook de strijd voor het abortusrecht hoorde hierbij. De organisatie werd eerst 'Vrouwen 2000' genoemd, maar toen ook mannen zich aansloten werd deze omgedoopt tot 'Man Vrouw Maatschappij'. 
1969
Feministische beweging, die ontstond in december 1969. Dolle Mina staat bekend om de ludieke acties. De term 'Baas in Eigen Buik' is bedacht door de feministen van Dolle Mina.
Bonte Was
1973
Een collectief van met name lesbische vrouwen, die fel streed voor legalisering van abortus. Een iconische actie is hun protest op de Dam, waar ze met ketchup tussen hun benen en breinaalden in de hand lagen.
Feministische organisaties 
in de jaren '60, '70 en '80

Slide 16 - Tekstslide

Doel van de slide:
Deze slide toont de veelheid en verscheidenheid van organisaties die streden voor vrouwenrechten te laten zien.

Gesprek met de leerlingen:
Vraag bijvoorbeeld aan de leerlingen welke organisatie ze qua naam aanspreekt en klik die aan.

Achtergrondinformatie:
De meeste van deze organisaties houden zich bezig met het abortusrecht, maar de ene organisatie meer dan andere. Dit kan komen door het oprichtingsmoment: de abortuswet wordt in 1981 aangenomen, dus daarna is er minder te strijden. Daarnaast zijn enkele organisaties die gericht zijn op lesbiennes er ook minder mee bezig.
Afhankelijk van de klas, kan het leuk en goed zijn om bepaalde organisaties sowieso te behandelen.

Wat extra informatie:
- Ashanti richt zich op vrouwen met Surinaamse roots
- Sister Outsider richt zich op zwarte lesbiennes
- Umoja richt zich op zwarte vrouwen
- Flamboyant richt zich op zwarte vrouwen en vrouwen met een migratieachtergrond
- Hollanda Türkiyeli Kadinlar Birliği richt zich op vrouwen met Turkse roots
- Purperen Mien / Paarse September bestond vooral uit witte lesbiennes, net als Bonte Was
- Dolle Mina en Wij Vrouwen Eisen bestond vooral uit witte heterovrouwen
- Man Vrouw Maatschappij is de enige organisatie die in naam zich ook op mannen richtte

Mogelijke vragen aan de leerlingen:
- Waarom zijn er zoveel verschillende organisaties? Hebben ze daar ideeën over? Het antwoord is deels terug te vinden bij de tekst over Hollanda Türkiyeli Kadinlar Birliği. Tijdens de organisatie van Internationale Vrouwendag in 1983 komt het tot een breuk tussen HTKB en de overwegend witte organisaties. HTKB wil ‘Internationale solidariteit’ ook als thema toevoegen, want zij hebben weinig met het al gekozen thema ‘Kostwinnerschap’. Wanneer de andere vrouwenorganisaties hier niet in mee gaan, breekt HTKB met de rest. Zij vinden dat de vrouwenbeweging beter denkt te weten wat goed is voor vrouwen met Turkse roots dan zijzelf.
Er is veel strijd onderling. De witte lesbiennes vinden dat de witte heterovrouwen zich teveel bezighouden met enkel 'heterokwesties'. Zwarte vrouwen voelen zich onvoldoende vertegenwoordigd in de witte organisaties. Zwarte lesbiennes verenigen zich ook apart, etc.
- Waar zijn de mannen? Alleen Man Vrouw Maatschappij heeft ook mannen in de gelederen. Hoe komt dit? Wat vinden de leerlingen ervan dat mannen weinig vertegenwoordigd zijn in de organisaties die strijden voor het abortusrecht? Is abortusrecht een vrouwenkwestie?

Dolle Mina - begin jaren '70
Dolle Mina

Slide 17 - Tekstslide

Doel van de slide:
Deze slide geeft inzicht in de wisselwerking tussen politiek en de maatschappij, in de totstandkoming van de abortuswet.

Gesprek met leerlingen
Bekijk eerst met leerlingen de afbeelding goed. Het wordt door Dolle Mina bewust op een Jip en Janneke-manier neergezet. Wat vinden de leerlingen van het 'abortusteam'?
Zorg ervoor dat de leerlingen de afbeelding goed in zich opnemen. Op de volgende slide staat een vraag hierover.

Achtergrondinformatie:
Vanaf begin jaren '70 leeft de legalisering van abortus in de politiek. Er worden verschillende wetsvoorstellen gedaan, maar meerdere sneuvelen al in de Tweede Kamer. Eén voorstel haalt het in de Tweede Kamer, maar sneuvelt in de Eerste Kamer, doordat 8 conservatieve leden van de VVD-fractie tegen het wetsvoorstel van hun eigen partij stemmen.
De feministische organisaties strijden in deze periode niet alleen vóór abortusrecht, soms strijden ze ook tégen in hun ogen slechte wetsvoorstellen. Met deze flyer ageert Dolle Mina tegen het plan om de zogeheten 'abortusteams' (die in de jaren '70 gangbaar waren in ziekenhuizen en klinieken) te formaliseren in de wet. De voorganger van het abortusteam was de 'abortuslunch'. Na de tv-uitzending in 1967 begint dr. Kloosterman in het WG-ziekenhuis de abortuslunch, waarin wordt besloten welke vrouwen in aanmerking kwamen voor een abortus.

Foto: Nationaal Archief / Fotocollectie Rijksvoorlichtingsdienst
Document: toegang 2.03.01 inv. nr. 10621



Dolle Mina heeft bezwaar tegen het 'abortusteam'. Wat is volgens de flyer het grootste bezwaar?
A
Het team doet te lang over het nemen van een beslissing
B
Het team bestaat alleen uit mannen
C
De zwangere moet het team betalen
D
De zwangere mag niet zelf beslissen

Slide 18 - Quizvraag

Doel van de slide:
Deze vraag toetst hoe kritisch de leerlingen het document op de voorafgaande slide hebben bekeken. 
Wij Vrouwen Eisen - 1974
Strafrecht
'Wij Vrouwen Eisen' heeft drie eisen. Allereerst willen zij abortus uit het Wetboek van Strafrecht. Hierin staan alle misdrijven en overtredingen die er in Nederland bestaan. 
Verzekering
Ten tweede willen ze dat abortus wordt vergoed door de verzekering, zodat iedereen er gebruik van kan maken.
Zelfbeschikking
Ten derde vinden zij dat de zwangere zelf moet beslissen. Ze vinden dat niemand anders kan bepalen of de zwangere een kind kan en wil baren en opvoeden. 
Wij Vrouwen Eisen

Slide 19 - Tekstslide

Doel van de slide:
Inzicht geven in wat de vrouwenbeweging wil terugzien in de abortuswet. Op het moment van oprichting van Wij Vrouwen Eisen, in 1974, was duidelijk dat er een abortuswet aan zat te komen. De strijd richt zich vanaf dat moment vooral op hoe de wet eruit moet komen te zien. 

Achtergrondinformatie:
De organisatie 'Wij Vrouwen Eisen' komt in 1974 met deze eisen op de proppen. De andere organisaties nemen deze over. 
Nog steeds worden de leuzen van Dolle Mina en Wij Vrouwen Eisen veel gebruikt bij protesten. 

Later in de les wordt ingegaan op hoe het er anno 2022 er voor staat met deze 3 eisen. 

Poster: collectie IISG 
Foto: Van Smirren, Nationaal Archief / Anefo
Alle organisaties die voor legalisering van abortus strijden
zijn ervoor dat de zwangere zelf beslist.
Waarom is dat, denk je?

Slide 20 - Open vraag

Doel van de slide: 
Het verband leggen tussen het gedachtegoed en de leuzen van de feministische organisaties. En op deze manier het gedachtegoed van de vrouwenbeweging beter leren begrijpen.  
Activisten voorkomen een nieuwe politie-inval, na een tip van Minister Irene Vorrink (PvdA, Volksgezondheid). Bloemenhove wordt 2 weken lang bezet door de vrouwenbeweging. 
Daarna volgt een uitspraak van de rechter: de apparatuur van de kliniek mag niet in beslag genomen worden.
Minister Dries van Agt (CDA, Justitie) wil de apparatuur van de Bloemenhovekliniek in beslag laten nemen, omdat er abortussen na 12 weken zwangerschap worden uitgevoerd.
De rechter en de Hoge Raad steken hier een stokje voor.
1974
Een Duits echtpaar doet aangifte tegen de Bloemenhove-kliniek, vanwege complicaties na een abortus. 
Minister Van Agt geeft de politie de opdracht om de kliniek te verzegelen voor 'nader onderzoek'. Activisten verbreken de verzegeling. 
Van Agt moet uitleg geven aan de Tweede Kamer. Meerdere linkse partijen willen dat Van Agt de kwestie aan de rechter over laat. Van Agt weigert dit.
 18 mei 1976
1976
 20 mei 1976
1976: De Bloemenhove-crisis

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide geeft inzicht in het proces dat vooraf gaat aan een wet.

Beredeneer voor wie de Bloemenhove-crisis
goed uitpakt.
Voor de voor- of tegenstanders van abortus?

Slide 22 - Open vraag

Hoewel bezetting van een kliniek een zwaar middel lijkt, had de vrouwenbeweging de publieke opinie mee. 
Nadat de rechter uitspraak deed dat de apparatuur niet in beslag mocht worden genomen, was dit absoluut een zege voor de voorstanders van legalisering van abortus. De uitspraak maakte juridisch de weg vrij naar legalisering, ook na de 12e week zwangerschap. 
Pater Koopman
In de jaren '70 groeide Pater Koopman uit tot het gezicht van de anti-abortusbeweging. Hij demonstreerde regelmatig op het Binnenhof in Den Haag. Hierbij kwam het ook wel eens tot conflict met de voorstanders van legalisering van abotus.
Tegenstanders van abortus

Slide 23 - Tekstslide

Tegenstander van abortus, met name uit christelijke hoek, laten in de loop van de jaren '70 steeds meer van zich horen. De flyer rechts is opgestuurd aan [...] en bevindt zich in de collectie van het Nationaal Archief, net als vele andere brieven en flyers, gericht aan bewindslieden of zelfs de Koningin.

Het belangrijkste argument van de anti-abortuslobby is dat er vanaf het allereerste moment sprake is van leven, een kind. Dit is ook duidelijk te zien op de borden en spandoeken. 


In de jaren '70 was een klein deel van de samenleving tegen abortus.
Toch bevat de collectie van het Nationaal Archief veel meer brieven van tegenstanders dan van voorstanders. Kan je bedenken hoe dat komt?

Slide 24 - Open vraag

Hoewel de tegenstanders een klein deel van de samenleving vertegenwoordigen, hebben ze in de jaren '70 nog wel een grote vertegenwoordiging in de Tweede Kamer, waarin de christelijke partijen gezamenlijk veel zetels hebben. Dit is de reden dat tegenstanders vooral de aanpak kiezen van brieven schrijven, terwijl de voorstanders van legale abortus vooral een beroep doen op het maatschappelijk draagvlak via protesten.
Abortus is ook een onderwerp waarbij parlementariërs vanwege gewetensbezwaar ook nog wel eens anders stemmen dan de partijlijn. Dit maakt ook dat brieven schrijven kon lonen. 
Niet iedereen is fel vóór of fel tegen abortus

Slide 25 - Tekstslide

Deze ansichtkaart bevindt zich in de collectie van het Nationaal Archief. Hoewel dit "middenmootgeluid" niet vaak voorkomt tussen alle brieven in de collectie, moeten er (veel) meer mensen zo gedacht hebben. Het was niet zo zwart-wit als Dolle Mina's vs. Pater Koopman. 
  • Abortus blijft in het Wetboek van strafrecht en dus illegaal
  • Abortus wordt hierdoor 'illegaal, tenzij...'
  • De regels worden vastgelegd in de Wet Afbreking Zwangerschap
  • Er moet sprake zijn van een noodsituatie
  • Abortus is dan toegestaan tot week 24 van de zwangerschap
  • Zwangeren krijgen verplicht 5 dagen bedenktijd
  • Alleen dokters en klinieken met een speciale vergunning mogen een abortus verrichten
  • Dokters mogen weigeren mee te werken; zij moeten de zwangere dan doorverwijzen naar een andere dokter
1980 - Wetsvoorstel Ginjaar (VVD) - De Ruiter (CDA)

Slide 26 - Tekstslide

Doel van de slide:
Leerlingen bestuderen de tekst van het verslag om te ontdekken dat katholieke bijeenkomsten zeker niet altijd getolereerd werden.

Een transcriptie en hertaling van deze tekst staat in de bijlage.

De misdaad betreft een illegale mis onder leiding van een monnik. De mis vond plaats in het huis van Jonkvrouwe Van Alckemade.

Alle aanwezigen, behalve enkele minderjarigen, kregen boetes opgelegd tot 200 gulden (ongeveer 5000 euro). Jonkvrouwe Van Alckemade heeft de boetes van haar familieleden en bedienden uit eigen zak betaald.

De beperking van de religieuze vrijheid verschilde van plaats tot plaats. In Holland was deze meestal vrij strikt, vooral tijdens de eerste decennia van de Opstand. In Brabant en Limburg kenden de katholieken veel meer vrijheid. Zo werd een deel van de katholieke kerken in Maastricht nooit gesloten.
1980/1981 - Beter geen wet dan een slechte
HTKB tegen de nieuwe abortuswet
Ook Hollanda Türkiyeli Kadinlar Birliği, de organisatie van vrouwen met Turkse roots, is tegen het wetsvoorstel. 
Protest op de Dam
De vrouwenbeweging verzet zich fel tegen het wetsvoorstel. De feministen zijn tegen het plan om een zwangere 5 dagen bedenktijd te geven. Daarnaast zijn ze er fel tegen dat de wet in het strafrecht blijft.
Tijdens een protest tegen de nieuwe wet in 1980 liggen vrouwen met breinaalden en ketchup tussen hun benen op de Dam.

Slide 27 - Tekstslide

Rond 1980/81 is de strijd op zijn felst. Dit komt omdat er (weer) een wetsvoorstel ter stemming zal worden gebracht in de Tweede Kamer. En het lijkt er op dat dit voorstel het kan gaan halen.
Feministen zijn het oneens met het wetsvoorstel, dus zij strijden fel. Ze vinden de rol van de (huis)arts te groot, met name omdat de 5 dagen bedenktijd door een arts kan worden gebruikt tegen de zwangere. Ze gebruiken de leus 'beter geen wet dan een slechte' (zichtbaar op de roze poster).

Het artikel van de HTKB geeft inzicht in hoe wetten die voor iedereen gelden toch in de praktijk een ander effect op de één kunnen hebben dan op de ander. Dit gaat over sociale ongelijkheid. Als je wellicht de Nederlandse taal minder machtig bent en het cultureel gezien gepast is een arts te respecteren, dan kan je die 5 dagen bedenktijd opvatten als een afwijzing. 



Denk je dat de feministen het meenden dat ze liever
geen wet hadden dan een slechte wet?
Licht je antwoord toe.

Slide 28 - Open vraag

Natuurlijk wilden ze een wet, maar de situatie van gedogen had voor hen wel de voorkeur boven een slechte wet. Een wet zou ervoor gaan zorgen dat er nieuwe regels kwamen, waaraan ziekenhuizen en klinieken moesten gaan voldoen. Dit zou ook gecontroleerd gaan worden, dus de praktijken uit de gedoogsituatie zouden dan definitief verleden tijd zijn.
Men wist verder dat een wet niet zomaar een aantal jaar later alweer gewijzigd zou worden. Vandaar de slogan 'liever geen wet dan een slechte'. 
De wet gaat officieel in werking.
28 april 1981
In 1980 dienen de coalitiepartijen CDA en VVD een wetsvoorstel met betrekking tot abortus in.
18 december 1980
De Tweede Kamer stemt over het wetsvoorstel.

Het voorstel wordt aangenomen met 76 tegen 74 stemmen. 
De Eerste Kamer stemt over het wetsvoorstel. 

De abortuswet wordt aangenomen met 38 stemmen voor en 37 tegen.
Job de Ruiter (CDA) en Leendert Ginjaar (VVD) tijdens het debat over het wetsvoorstel in de Tweede Kamer.
1 november 1984

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide geeft inzicht in het proces dat vooraf gaat aan een wet.

Toen de wet werd aangenomen was slechts 11% van de samenleving
tegen abortus.
Toch werd de wet in de Eerste en Tweede Kamer maar aangenomen met de kleinst mogelijke meerderheid.
Welke reden(en) kan je hiervoor bedenken?

Slide 30 - Open vraag

Hier zijn meerdere redenen voor te bedenken:
- bij het kiezen van partijen in de Tweede en Eerste Kamer kiezen burgers voor een partij die het meest bij hun (idealen, normen, waarden) past. De meeste mensen kozen niet voor een partij vanwege het abortusstandpunt. Zo kon het zijn dat je vanwege (bijvoorbeeld) je geloofsovertuiging op een partij stemt die tegen abortus is, terwijl je zelf wel voor het abortusrecht bent.
- er waren ook partijen die voor het abortusrecht waren, maar tegen deze wet.
- in 1980 werd gestemd in de Tweede Kamer over het wetsvoorstel. In 1977 waren voor de laatste keer verkiezingen geweest, ver vóór duidelijk was wat het wetsvoorstel zou inhouden. 
Stel: je bent een feminist, het is 28 april 1981 en je strijdt al jaren voor het abortusrecht. Ben je blij met het aannemen van deze wet?
JA
NEE
JA EN NEE

Slide 31 - Poll

Allerlei antwoorden mogelijk, want het zal per persoon verschild hebben.
Er waren ongetwijfeld veel mensen erg moe van de strijd. Dus hoewel vrijwel alle vrouwenorganisaties onderdelen van de wet slecht vonden, zal er ook opluchting zijn geweest. 

De overheersende sfeer was wel teleurstelling. Hieronder volgt een uitleg mbt deze teleurstelling aan de hand van de 3 eisen van Wij Vrouwen Eisen: 

1. Wetboek van Strafrecht
De wet was vormgegeven volgens een 'nee, tenzij'-constructie.
Door abortus in het wetboek van strafrecht te houden, bleef het illegaal. Alleen in een 'noodsituatie' en onder strikte voorwaarden was het legaal. 

2. De Vrouw Beslist
Eén van de voorwaarden was de 5 dagen bedenktijd. Feministen zagen dit niet als een vrije keuze voor de vrouw. Ze vonden de bedenktijd betuttelend en paternalistisch, en bovendien een wapen in handen van een conservatieve huisarts.

3. Ziekenfonds
Het was bij het aannemen van de wet nog niet duidelijk of abortus in het ziekenfonds terecht zou komen. Dit werd pas in 1984 duidelijk.

1985 Ashanti artikel : nog steeds onvrede 
Onvrede over de nieuwe wet
In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen op 26 mei 1981, wordt in Ashanti, het vrouwenblad voor en door Surinaamse vrouwen, geschreven over verschillende politieke partijen. Op de abortusplannen van het CDA klinkt kritiek.
Kritiek op PvdA
Ook de Partij van de Arbeid krijgt kritiek: de nieuwe abortuswet wordt als eerst genoemd. 
Artikel in Ashanti, mei/juni 1981

Slide 32 - Tekstslide

Dit artikel illustreert de onvrede onder feministen. 
Deze uitgave van Ashanti, het blad door en voor vrouwen met Surinaamse roots, is van vlak na het aannemen van de wet in de 1e Kamer.

De beelden van Dolle Mina zijn bekend; deze publicatie laat zien dat de abortuskwestie breed in de samenleving leefde. 


Ziekenfonds
De vrouw beslist
Wetboek van strafrecht
De drie eisen in de actualiteit
In 1984 wordt besloten abortus in het ziekenfonds op te nemen.
Tot 2006 wordt het standaard vergoed door de verzekeraar. Door een wetswijziging mogen verzekeraars vanaf 2006 zelf aanpassingen doen aan het basispakket. De christelijke zorgverzekeraar 'Pro-Life' maakt hier van 2006 tot en met 2022 gebruik van en biedt een pakket zonder abortus aan. 

In 1985 wordt vastgelegd dat een zwangere zelf beslist. Wel moet er altijd 5 dagen bedenktijd worden genomen. Vrouwenorganisaties zien het daarom niet als een vrije beslissing.
In 2021 is de 5 dagen bedenktijd afgeschaft. 
Abortus staat nog steeds in het wetboek van strafrecht, in artikel 296. Het is illegaal, tenzij er aan bepaalde regels wordt voldaan. Deze regels staan in de Wet Afbreking Zwangerschap.
Door de inperkingen van abortus in de Verenigde Staten en Polen, is er ook in Nederland weer volop aandacht voor het abortusrecht. In 2022 wordt een petitie gestart door het Humanistisch Verbond om abortus uit het strafrecht te krijgen. Vervolgens wordt een burgerinitiatief gestart. Bovendien werkt GroenLinks aan een voorstel om abortus uit het strafrecht te krijgen.

Slide 33 - Tekstslide

De meeste feministen waren niet blij met de nieuwe wet. Zij deelden 3 eisen, waar maar deels aan was voldaan met de nieuwe wet.

De 3 eisen:
- abortus uit het wetboek van strafrecht
- abortus in het ziekenfonds
- de vrouw beslist

Hoe staat het er anno 2022 voor met deze eisen?

1. Wetboek van strafrecht
Abortus staat in 2022 nog steeds in het wetboek van strafrecht. Er is sprake van veel maatschappelijke beweging, door de inperking van het abortusrecht in de VS en Polen. Er is een petitie en een burgerinitiatief. En GroenLinks werkt aan een voorstel om abortus uit het strafrecht te krijgen.

2. Ziekenfonds
Bij ingang van de wet, in 1984, werd besloten dat abortus in het ziekenfonds zou komen.
In 2006 veranderde het zorgstelsel en werd het verzekeraars mogelijk dingen te schrappen uit het basispakket. De christelijke verzekeraar Pro Life maakte hier tot 2022 gebruik van. En verzekerde transgenderzorg, euthanasie, ivf en abortus niet. Dit had o.a. gevolgen voor minderjarigen die meeverzekerd waren bij hun ouders.

3. De vrouw beslist
In 2022 werd besloten de 5 dagen bedenktijd af te schaffen.

Stelling: Nederland is een verzorgingsstaat. Verzekeraars moeten verplicht worden abortus op te nemen in het basispakket.

Slide 34 - Open vraag

Hier zijn meerdere redenen voor te bedenken:
- bij het kiezen van partijen in de Tweede en Eerste Kamer kiezen burgers voor een partij die het meest bij hun (idealen, normen, waarden) past. De meeste mensen kozen niet voor een partij vanwege het abortusstandpunt. Zo kon het zijn dat je vanwege (bijvoorbeeld) je geloofsovertuiging op een partij stemt die tegen abortus is, terwijl je zelf wel voor het abortusrecht bent.
- er waren ook partijen die voor het abortusrecht waren, maar tegen deze wet.
- in 1980 werd gestemd in de Tweede Kamer over het wetsvoorstel. In 1977 waren voor de laatste keer verkiezingen geweest, ver vóór duidelijk was wat het wetsvoorstel zou inhouden. 
Stelling: de 5 dagen bedenktijd werkte in de praktijk voor
elke zwangere hetzelfde.

Slide 35 - Open vraag

Deze stelling grijpt terug op de kwestie die al eerder aan bod is gekomen met betrekking tot de HTKB. Een wet geldt voor iedereen hetzelfde, maar werkt dat in de praktijk ook zo?
En is een wetsopsteller verplicht rekening te houden met sociale ongelijkheid of is er hier sprake van eigen verantwoordelijkheid?
Elke manier van reageren op deze stelling is correct. De stelling kan verdedigd worden: ja, de wetstekst geldt voor iedereen hetzelfde, dus het was voor iedereen even nadelig.
Maar de stelling kan ook bestreden worden: nee, voor mensen die de arts meer als een autoriteit zien (vanwege cultuur, taal of een verschil in opleiding) is de 5 dagen bedenktijd problematischer. 
Voorstanders van abortus in het strafrecht zeggen:

  • Het strafrecht is passend omdat het over zo'n serieuze kwestie gaat.
  • Met de dreiging van een straf (via het strafrecht) worden de zwangere en het ongeboren leven het best beschermd.
  • Het strafrecht zorgt voor een duidelijke grens tussen een legale en een illegale abortus.
Tegenstanders van abortus in het strafrecht zeggen:

  • Bescherming van zwangere en kind gebeurt al met de Wet Afbreking Zwangerschap.
  • Het strafrecht houdt abortus in de criminele hoek.
  • Het maakt abortus minder toegankelijk; de huisarts mag hierdoor bijvoorbeeld geen abortuspil voorschrijven.
  • Het abortusrecht kan makkelijker terug gedraaid worden (zoals in Polen en de VS is gebeurd).

Slide 36 - Tekstslide

Laat leerlingen de voor- en tegenargumenten rustig lezen. 
Vraag, wanneer iedereen uitgelezen is, of er nog vragen zijn. 
Hierna kunnen ze stemmen. 

Toelichting op enkele argumenten van voor- en tegenstanders. 
"het strafrecht is passend"--> voorstanders gaan uit van het ontstaan van leven/een kind op het moment van bevruchting. Zij zien abortus dus als een keuze tussen leven en dood en willen daarom het zwaarste middel (het strafrecht) gebruiken.

"bescherming gebeurt al met de WAZ" --> als abortus niet in het strafrecht staat, dan moet je je nog steeds aan dezelfde regels houden. Een abortus uitgevoerd door een niet-medicus, is dan nog steeds illegaal. Volgens tegenstanders van abortus in het strafrecht is de WAZ dus voldoende. 

"het maakt abortus minder toegankelijk" --> doordat abortus in het strafrecht zit, is het nu 'illegaal, tenzij...' die 'tenzij' zorgt voor veel administratie en regels. Het is hierdoor bijvoorbeeld onmogelijk voor huisartsen om de abortuspil te verstrekken. Zij kunnen namelijk geen vergunning als abortuskliniek aanvragen. 

"het kan makkelijker teruggedraaid worden"--> doordat het nu 'illegaal, tenzij' is, hoeft alleen de 'tenzij' verworpen te worden. Dit maakt de abortuswetgeving in Nederland volgens veel mensen kwetsbaar.
Door ontwikkelingen in de VS en Polen willen zij het beter vastleggen.
Moet abortus in het wetboek van strafrecht blijven of niet?
Ja, het moet in het wetboek van strafrecht blijven
Nee, het moet eruit. De Wet Afbreking Zwangerschap is voldoende.
Ik heb een andere oplossing

Slide 37 - Poll

De resultaten van deze poll kunnen gebruikt worden om verder te discussiëren. 
Heb je nog vragen over deze les?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat blijft je bij van deze les?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies