Disk woordenschat thema 13 B1

Woordenschat Disk thema 12

Vriendschap

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat Disk thema 12

Vriendschap

Slide 1 - Tekstslide

De of het:
bezigheid
A
de
B
het

Slide 2 - Quizvraag

De of het:
gebrek
A
de
B
het

Slide 3 - Quizvraag

De of het:
geheim
A
de
B
het

Slide 4 - Quizvraag

De of het:
schat
A
de
B
het

Slide 5 - Quizvraag

De of het:
vriendschap
A
de
B
het

Slide 6 - Quizvraag

De of het:
wond
A
de
B
het

Slide 7 - Quizvraag

Schrijf het meervoud (met lidwoord) van: de vriendschap

Slide 8 - Open vraag

Schrijf het meervoud (met lidwoord) van: het geheim

Slide 9 - Open vraag

Schrijf het meervoud (met lidwoord) van: de bezigheid

Slide 10 - Open vraag

Schrijf het meervoud (met lidwoord) van: de wond

Slide 11 - Open vraag

Schrijf het meervoud (met lidwoord) van: de zon

Slide 12 - Open vraag

Schrijf het werkwoord:
Het meisje ... de hele dag. (kletsen)

Slide 13 - Open vraag

Schrijf het werkwoord:
Ik ....... dit antwoord niet, het is niet goed (accepteren)

Slide 14 - Open vraag

Schrijf het werkwoord:
Radek heeft zijn arm ..... (breken)

Slide 15 - Open vraag

Vul het werkwoord in:
Wij ....... de toets .... (nabespreken)

Slide 16 - Open vraag

Vul het werkwoord in:
Juf Linda .... ons om hard te lopen. (stimuleren)

Slide 17 - Open vraag

Welk woord past in de zin?
Ik heb geen vrienden. Ik voel me ...
A
ontzettend
B
eenzaam
C
vochtig
D
gezamenlijk

Slide 18 - Quizvraag

Welk woord past in de zin?
Sonja is een ... . Ze helpt iedereen altijd.
A
schat
B
eenzaam
C
vochtig
D
nauwelijks

Slide 19 - Quizvraag

Welk woord past in de zin?
Soufian en Soraya hebben een ... leuke vakantie gehad.
A
nauwelijks
B
ongelofelijk
C
vreemd
D
aanpassen

Slide 20 - Quizvraag

Welk woord past in de zin?
Laten we ... ons huiswerk maken.
A
nauwelijks
B
aanpassen
C
gezamenlijk
D
ontzettend

Slide 21 - Quizvraag

Welk woord past in de zin?
Hij kan zijn dieet maar moeilijk .......
A
volhouden
B
stimuleren
C
accpteren
D
bloeden

Slide 22 - Quizvraag

Welk woord past in de zin?
Bart en Achmed zijn het niet eens, ze hebben een.......
A
communicatie
B
conflict
C
eeuwig
D
handicap

Slide 23 - Quizvraag

Welk woord past in de zin?
Mijn vader is erg....., hij repareert zelf zijn fiets.
A
fragment
B
keihard
C
ongelofelijk
D
handig

Slide 24 - Quizvraag

Welk woord past in de zin?
Op het plein is er een ....... mensen gekomen om te protesteren.
A
massa
B
plezierig
C
eindeloos
D
team

Slide 25 - Quizvraag

Welk woord past in de zin?
Ik ga één keer in de week naar de ...... van de volleyballclub.
A
afsluiting
B
training
C
conflict
D
eenzaam

Slide 26 - Quizvraag

Welk woord past in de zin?
Het bezoek aan de tandarts was niet echt.......
A
lol
B
keihard
C
eindeloos
D
plezierig

Slide 27 - Quizvraag

Maak een zin met het woord: andersom

Slide 28 - Open vraag

Maak een zin met het woord: heten

Slide 29 - Open vraag

Maak een zin met het woord: opkomen voor

Slide 30 - Open vraag

Ik vond deze les....
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll