In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
De Koude Oorlog
De Duitse eenwording
Slide 1 - Tekstslide
De Duitse Eenwording
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
HET NIEUWE GROTE DUITSLAND
De bevolking groeide naar 79 miljoen inwoners
De hereniging was een droom voor veel Oost-Duitsers
De kosten om het communistische Oost-Duitsland om te zetten naar het kapltalisme waren erg hoog.
De belasting werd flink verhoogd.
Prijzen van levensmiddelen en huren stijgen
Sluiting van Oost-Duitse fabrieken leidden tot werkloosheid.
Slide 4 - Tekstslide
Helmut Kohl
In 1990 werd Duitsland weer één land.
Velen maakten zich zorgen over een groot Duitsland. Ze waren tenslotte al twee keer een oorlog begonnen?
Duitsland speelt een belangrijke rol in de Europese Eenwording.
Slide 5 - Tekstslide
Einde van de Sovjet-Unie- 1991
Veel verschillende volken willen niet meer bij de Sovjet-Unie horen. Nationalisme komt sterk op in Oost-Europa
In 1991 houdt de Sovjet-Unie dan ook op te bestaan: grote delen van de Sovjet- Unie worden onafhankelijke landen, zoals Oekraïne, Wit-Rusland en Armenië, Estland, Letland, Lithouwen etc.
Het deel dat nog overblijft gaat verder als Rusland o.l.v. Boris Jeltsin.
Slide 6 - Tekstslide
Gevolgen Oostblok
Communistische regimes komen ten val en worden democratisch.
Het Warschaupact wordt opgeheven
Oost Europese landen worden lid van de NAVO
2004: Oost-Europese landen worden lid van de EU
SCHEIDING OOST/WEST VOORBIJ
In 1991 breekt in Joegoslavië een bloedige burgeroorlog uit.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Welke bewering over de politiek van Gorbatsjov is juist? Gorbatsjov wilde:
A
afschaffing van het communisme.
B
hervorming van het communisme.
C
uitbreiding van de macht van de Sovjet-Unie.
D
versterking van de staatsbedrijven.
Slide 9 - Quizvraag
GLASNOST was openheid over het bestuur van het land. Mensen kregen ook meer vrijheid om hun mening te uiten. Welke politicus voerde deze hervormingen in?
A
Chroesjtsjov
B
Gorbatsjov
C
Brezjnev
D
Stalin
Slide 10 - Quizvraag
Hoe werden de ECONOMISCHE HERVORMINGEN in de SU in de tweede helft van de jaren '80 genoemd?
A
Glasnost
B
Nieuwe Economische Politiek
C
Perestrojka
D
Collectivisatie
Slide 11 - Quizvraag
Welke leiders waren aan de macht ten tijde van de val van de Berlijnse Muur?
A
Chroetsjov en Kennedy
B
Stalin en Roosevelt
C
Reagan en Chroetsjov
D
Bush en Gorbatsjov
Slide 12 - Quizvraag
Welke gebeurtenis wordt meestal gezien als het einde van de Koude Oorlog?
A
De val van de Berlijnse Muur (november 1989)
B
De eenwording van Duitsland (oktober 1990)
C
Het einde van de Sovjet-Unie (december 1991)
D
De aanval op de Verenigde Staten (september 2001)
Slide 13 - Quizvraag
Welke staten zijn na het einde van de Koude Oorlog uiteengevallen?
A
de Sovjet-Unie en Duitsland
B
Joegoslavië en de Sovjet-Unie
C
Frankrijk en Hongarije
D
Hongarije en Italië
Slide 14 - Quizvraag
In 1991 viel de Sovjet-Unie uit elkaar. Dit had grote gevolgen voor veel landen in Oost-Europa. Welk gevolg geldt voor veel landen van Oost-Europa?
A
de invoering van de euro
B
de invoering van het kapitalisme
C
de toetreding tot de EU
D
Het nationalisme kwam in veel landen opzetten.
Slide 15 - Quizvraag
Zelf aan de slag!
Lezen: blz. 119
Maken: heel 5.2, ook de toepassing en samenvatting