1h/v Chapitre 5 les 4 1X

Bonjour
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bonjour

Slide 1 - Tekstslide

Programme
Les mots de bloc B
Exercice 12
Les phrases de Bloc C
Slim stampen A+B

Slide 2 - Tekstslide

Welke maand past bij dit seizoen:
l'été (zomer)
A
avril
B
octobre
C
février
D
juillet

Slide 3 - Quizvraag

Le mois après juillet, c'est...
A
août
B
juin
C
mai
D
septembre

Slide 4 - Quizvraag

Zet in de juiste volgorde.
septembre
mars
juin
janvier
1
2
3
4

Slide 5 - Sleepvraag

Aujourd'hui c'est le _________.
(getal+maand)

Slide 6 - Open vraag

C'est quand ton anniversaire?
Mon anniversaire c'est le _______(getal+maand)

Slide 7 - Open vraag

(avoir besoin de= nodig hebben)
Nous_____________

A
ont besoin de
B
avons besoin de
C
avez besoin de
D
avoir besoin de

Slide 8 - Quizvraag

Traduis : Een middag
A
l'après-midi
B
le après-midi
C
un après-midi
D
une après-midi

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen:
J'ai barvardé en je bavarde
(van het w.w. bavarder= kletsen)

Slide 10 - Open vraag

J'ai
bavardé
avec
les filles
Ik heb
gekletst
met
de meisjes
**Ik kan zeggen wat ik heb gedaan en met wie**

Slide 11 - Tekstslide

Les phrases  bloc C
Wat valt op aan de woordvolgorde in de Nederlandse en Franse zinnen?

Tu as passé un bon-weekend?
(Letterlijk = jij hebt gehad een goed weekend?)
J'ai regardé un film.
(Letterlijk = ik heb gekeken een film)

Slide 12 - Tekstslide

Les phrases  bloc C
Tu as passé un bon-weekend?
(Letterlijk = jij hebt gehad een goed weekend?)

Fransen houden de werkwoorden graag bij elkaar.

Dus ; 1. Wij hebben een pizza gegeten wordt ....
                Wij hebben gegeten een pizza en dat wordt ......
                Nous avons mangé une pizza.

Slide 13 - Tekstslide

Tu as passé un bon weekend?

Avec qui?

C'est qui Lucie?

C'était comment?

C'est quand ton anniversaire?
Oui, j'ai fêté mon anniversaire

Avec Lucie 

C'est ma cousine 

C'était super / trop bien / nul

C'est le quinze juillet

Slide 14 - Tekstslide

Exercice 14
Stel: jij bent persoon B.                Persoon A is Madame Veens
Je kiest één van de vier mensen uit bij ex. 14.
Jij doet alsof je Myla, Laurent of Antoine bent . (Oscar gebruiken we als vb.)  
Madame Veens stelt de Franse vragen bij A, jij beantwoordt de vragen bij B door in de tabel te kijken naar de antwoorden van jouw persoon. 

Schrijf de antwoorden uit in hele zinnen.     (voorbeeld zie volgend slide)

Slide 15 - Tekstslide

Exercice 14
Exemple : Je suis Oscar

Tu as passé un bon weekend?
Oui, j'ai fêté l'anniversaire.
Avec qui?
Avec Nathan
C'est qui?
C'est mon cousin

Slide 16 - Tekstslide

Travail individuel
Faire exercice 14: Schrijf rol B uit van 2 personen (Oscar niet meer)
Noteer de antwoorden in je schrift.

Faire: stencil afmaken extra opdrachten

Corriger : Bloc A en B

Slim stampen A+B

Slide 17 - Tekstslide