H5 - P3 - Les 6 - Oefenen voor toets

Plattegrond
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Plattegrond

Slide 1 - Tekstslide

H5 - de arbeidsmarkt
Les 6
Oefenen voor de toets

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Welkom 

  • Oefenen voor de toets

  • Aan de slag

  • Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel verdien je per week?
  • Het minimumloon voor een 16-jarige is € 549,00 per maand.
  • Dit is op basis van een volledige werkweek van 40 uur.
  • Je werkt 11 uur per week.

Bereken hoeveel je per week verdient.

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel verdien je per week?
  • Het minimumloon voor een 16-jarige is € 549,00 per maand.
  • Dit is op basis van een volledige werkweek van 40 uur.
  • Je werkt 11 uur per week.

Bereken hoeveel je per week verdient.
€ 549 x 12 : 52 = € 126,69
€ 126,69 : 40 x 11 = € 34,84

Slide 5 - Tekstslide

Procentuele stijging
In 2023 verdiende Khalid € 2.460 bruto per maand.
In 2024 verdient hij € 2.680 bruto per maand. 
Bereken met hoeveel procent zijn salaris is gestegen. 

Slide 6 - Tekstslide

Procentuele stijging
In 2023 verdiende Khalid € 2.460 bruto per maand.
In 2024 verdient hij € 2.680 bruto per maand. 
Bereken met hoeveel procent zijn salaris is gestegen. 

FORMULE          (NIEUW -OUD) : OUD x 100 = .......%
                               (2680 - 2460) : 2460 x 100 = 8,9%       

Slide 7 - Tekstslide


Het UWV helpt bij het zoeken naar een baan en bij het aanvragen van een uitkering.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag


Wat is geregistreerde werkloosheid?
A
Als je ingeschreven staat bij het UWV.
B
Als je niet ingeschreven staat bij het UWV.
C
Als je zwart werkt.
D
Als je wit werkt.

Slide 9 - Quizvraag

Als er veel vraag is naar
ICT-ers en er zijn er maar weinig,
dan is het salaris hoog.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Is er hier sprake van conjuncturele werkloosheid?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quizvraag


Bij een overschot op de arbeidsmarkt is er meer ....
A
aanbod.
B
vraag.

Slide 12 - Quizvraag


Werkgelegenheid is ............

A
de vraag naar arbeid
B
het aanbod van arbeid

Slide 13 - Quizvraag


Welke werkloosheid is niet tijdelijk?
A
conjuncturele werkloosheid
B
structurele werkloosheid

Slide 14 - Quizvraag


Fatima heeft 25 vakantiedagen.
Dit is een .......... arbeidsvoorwaarde.
A
primaire
B
secundaire

Slide 15 - Quizvraag

Je krijgt van je werkgever een
telefoon om je werk te doen.
Dit een ...... arbeidsvoorwaarde.
A
primaire
B
secundaire

Slide 16 - Quizvraag


De CAO geldt voor iedere Nederlander.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag


........... bieden arbeid aan.
A
werkgevers
B
werknemers

Slide 18 - Quizvraag


Je werkt 35 uur per week.
Je hebt een ...... baan
A
fulltime
B
parttime

Slide 19 - Quizvraag


Nettosalaris =
brutosalaris - belastingen - premies.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag


Het nettoloon is het loon dat
je met je werkgever afspreekt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quizvraag


Een politieagent werkt
in de ........ sector.
A
primaire
B
secundaire
C
tertiaire
D
quartaire

Slide 22 - Quizvraag


Een visser werkt
in de ........ sector.
A
primaire
B
secundaire
C
tertiaire
D
quartaire

Slide 23 - Quizvraag


Een ober werkt
in de ........ sector.
A
primaire
B
secundaire
C
tertiaire
D
quartaire

Slide 24 - Quizvraag


Max heeft een jaarcontract.
Hij heeft een ........... baan.
A
vaste
B
tijdelijke
C
flexibele

Slide 25 - Quizvraag