1Vf - grammatica zinsdelen les 6

Nederlands - 1Vf
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands - 1Vf

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Lezen 
- Huiswerk bespreken
- Veder met grammatica zinsdelen H2

Slide 2 - Tekstslide

10 minuten lezen
Pak je boek.

Slide 3 - Tekstslide

Grammatica zinsdelen
Werkwoordelijk gezegde



Slide 4 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde
Werkwoordelijk gezegde: 

bestaat uit alle werkwoorden in een zin! 




Slide 5 - Tekstslide

Kijk naar het filmpje

Slide 6 - Tekstslide

Bespreken opdracht 1
Ik geef willekeurig mensen de beurt.

Slide 7 - Tekstslide

1 In zijn ondergrondse gangenstelsel / zoekt / de mol / zijn voedsel: wormen.
ow = de mol
wg = zoekt
2 De wandelaars van de Vierdaagse / vertrekken / sinds 1925 / vanuit Nijmegen.
ow = De wandelaars van de Vierdaagse
wg = vertrekken
3 Al in de jaren vijftig / heeft / John Hetrick / het idee voor airbags / ontwikkeld.
ow = John Hetrick
wg = heeft ontwikkeld

Slide 8 - Tekstslide

4 De verste met het blote oog zichtbare sterren / liggen / op een afstand van ongeveer 8000 lichtjaren van de aarde.
ow = De verste met het blote oog zichtbare sterren
wg = liggen
5 Worden / op een onbewoond eiland (/) gestrande mensen / weleens / gered?
ow = (op een onbewoond eiland) gestrande mensen
wg = Worden gered
6 Schrijver Wim T. Schippers / maakte / een vreemd kunstwerk: een vloer van pindakaas.
ow = Schrijver Wim T. Schippers
wg = maakte

Slide 9 - Tekstslide

Bespreken opdracht 2

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 3 van Grammatica H2 (bladzijde 59). Deze bespreken we zo direct. Klaar? Ga dan even lezen.

let op: vraag 2 van opdracht 3 hoeft niet! 
timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Bespreken opdracht 3

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 3
a De leerlingen / hebben / de nieuwe docent Frans / geregeld / op de kast gejaagd.
ow = De leerlingen
wg = hebben op de kast gejaagd
b Bij zijn dertigste inbraak / liep / de crimineel / uiteindelijk / tegen de lamp.
ow = de kleine crimineel
wg = liep tegen de lamp
c Na de nederlaag / stak / de trainer / zijn speelsters / een hart onder de riem.
ow = de trainer
wg = stak een hart onder de riem

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 3
d Cabaretiers / mogen / graag / de draak steken / met bekende landelijke politici.
ow = Cabaretiers
wg = mogen de draak steken
e Op de toets / werden / de brugklassers / stevig / aan de tand gevoeld.
ow = de brugklassers
wg = werden aan de tand gevoeld
f Na de fraude / bleek / de directeur / met de noorderzon / vertrokken / te zijn.
ow = de directeur
wg = bleek met de noorderzon vertrokken te zijn

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 4 van Grammatica H2 (blz 59).

Slide 15 - Tekstslide