H2T1 Unit 6.1 describing pictures

Rules
  1. Respect eachother.
  2. Listen when the teacher is speaking.
  3. Do not interrupt eachother.
TAKE YOUR LAPTOP & LOG IN TO LESSON UP
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Rules
  1. Respect eachother.
  2. Listen when the teacher is speaking.
  3. Do not interrupt eachother.
TAKE YOUR LAPTOP & LOG IN TO LESSON UP

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Monday the 8th of May
  • New Unit 6 Law and Order
  • Vocabulary
  • Reading

Slide 4 - Tekstslide

Answer check
answers for 18-22
extra comparisons exercise

Slide 5 - Tekstslide

Law & Order

Slide 6 - Woordweb

Unit 6 Law & Order
  • Do ex. 2, 3, 4, 5, 6, 9a
    on pg. 96 -102
  • Work together.
  • Are you finished? 
  • Do something for yourself.
timer
20:00

Slide 7 - Tekstslide

Tuesday the 9th of May
  • Homework check
  • Vocabulary 6.2
  • Reading

Slide 8 - Tekstslide

Homework
check
Do ex. 2, 3, 4, 5, 6, 9a
on pg. 96 -102

Slide 9 - Tekstslide

Answers: ex. 2 on p.96
  1. autopsy – the examination of a body after death
  2. ballistics – the study of the motion, behaviour and effects of bullets
  3. CCTV – surveillance camera used to record crimes 
  4. cold case – an old unsolved criminal case
  5. evidence – anything that has been used, left, removed, altered or contaminated during a crime
  6. DNA – deoxyribonucleic acid, genetic code

Slide 10 - Tekstslide

Answers: ex. 3 on p.97
  • De tekst beschrijft het werk van John Ramsdale, een onderzoeker voor de politie.
  • John Ramsdale vertelt wat hij precies doet tijdens zijn werk als onderzoeker bij de politie.

Slide 11 - Tekstslide

Answers: ex.4 on p.98
A
1 vingerafdrukken, haren, vezels
2 Dat wordt later in het laboratorium onderzocht.
3 Ze beschrijven wat ze zien en wat ze horen op de plaats van de misdaad.
4 In het kader wordt uitgelegd wat een CSI doet. In de lange tekst vertelt een CSI over zijn baan en geeft voorbeelden

Slide 12 - Tekstslide

Answers: ex.4 on p.98
B
1 Zijn werktijden zijn onregelmatig. Hij werkt als er een misdrijf is gepleegd.
2 Hij zoekt een politieagent en vraagt wat er gebeurde toen ze op het plaats delict aankwamen.
3 Daarna gaat hij zelf rondkijken op het plaats delict.
4 Dan is het nog rustig. Dan zijn er geen buren, journalisten of ambtenaren.
5 Een koffer met daarin een plastic zak met een lijk in een kanaal.
6 Hij wilde weten wie / hoeveel mensen de koffer hadden gedragen.
7 De plastic zak. Als ze dezelfde soort plastic zakken bij een verdachte vinden, kan dat bewijs
 zijn.
8 Maar 20 procent is bruikbaar. Dit weerhoudt hem er niet van om elk detail te vinden.

Slide 13 - Tekstslide

Answers: ex. 5 on p.99
A
  1.  fingerprints
  2.  all kinds of
  3.  death
  4.  police officer
  5.  hurry
  6.  husband
  7.  niece
  8.  voice
  9.  Later on
B
  1.  vingerafdrukken
  2.  allerlei soorten / allerlei
  3.  sterfgeval
  4.  politieagent
  5.  haast je / je haasten / zich haasten
  6.  echtgenoot
  7.  nichtje
  8.  stem
  9.  later

Slide 14 - Tekstslide

Answers: ex. 6 on p.99
  1.  brick
  2.  death
  3.  evidence
  4.  prove
  5.  hurry
  6.  like
  7.  husband
  8.  search
  9.  suspect
  10.  murder
  11.  investigator

Slide 15 - Tekstslide

Answers: ex. 7
A
  1.  Doing
  2.  watching
  3.  Proving
  4.  seeing
  5.  Hiding
  6.  Searching
  7.  smelling
Bz
  1.  After three hours it stopped raining.
  2.  She hates playing games.
  3.  Drawing people is his hobby.
  4.  Eating fish is good for you.
  5.  Asking questions is important if you want to learn something.

Slide 16 - Tekstslide

Answers: ex. 8
  1.  something
  2.  someone / somebody
  3.  anybody / anyone
  4.  anything
  5.  someone / somebody
  6.  anywhere
  7.  any
  8.  some
  9.  some
  10.  some

Slide 17 - Tekstslide

Answers: ex. 9a on p. 102
  1. Be careful when you give instructions: make sure the important information comes at the correct time for the other person to act on it.
  2.  Think about who you’re talking to when you use slang or informal language: the other person might understand one thing when you mean another.
  3. Avoid using formal or legal language where simpler, clearer language is possible.
  4. Misuse of authority is rude and can cause problems in community relations. Never judge a person by their appearance but allow them to explain without interrupting.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Unit 6.2
 Law & Order
  • Do ex. 12, 13, 14, 15, 17, 18
    on pg. 104 -109
  • Work together.
timer
20:00

Slide 20 - Tekstslide

Answers: ex. 12 on p. 

Slide 21 - Tekstslide

See you next time

Slide 22 - Tekstslide

See you next time

Slide 23 - Tekstslide

See you next time

Slide 24 - Tekstslide