smartrekenen hoofdstuk 8 les 1

In een ver land woonde ooit de slimme en dappere prins Paul. Op een zekere dag hoorde hij dat prinses Petra ontvoerd was en dat ze gevangengehouden werd in kasteel Ammersoyen. Hij bedacht zich geen moment, sprong op zijn paard en reed naar het kasteel. Bij het kasteel aangekomen, zag hij dat er een brede slotgracht om het kasteel lag. Verder zag hij in het lege landschap om het kasteel alleen twee planken liggen. Hij ontdekte echter dat beide planken net iets korter waren dan de breedte van de slotgracht, en dus te kort waren om over de slotgracht te leggen.

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

In een ver land woonde ooit de slimme en dappere prins Paul. Op een zekere dag hoorde hij dat prinses Petra ontvoerd was en dat ze gevangengehouden werd in kasteel Ammersoyen. Hij bedacht zich geen moment, sprong op zijn paard en reed naar het kasteel. Bij het kasteel aangekomen, zag hij dat er een brede slotgracht om het kasteel lag. Verder zag hij in het lege landschap om het kasteel alleen twee planken liggen. Hij ontdekte echter dat beide planken net iets korter waren dan de breedte van de slotgracht, en dus te kort waren om over de slotgracht te leggen.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de les:

Omtrek, oppervlakte en inhoud
Het metrieke stelsel

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omtrek betekent 'omheen meten'.

De omtrek van een figuur is de lengte van de rand.
Je telt de lengtes van de buitenrand van de figuur bij elkaar op.
Voorbeeld
Bij dit huis is er een moestuin. Om de moestuin wordt een hek geplaatst. 


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een weiland is 15 x 10 meter.

Hoeveel meter hek heeft de boer moeten
kopen om het weiland af te sluiten?
A
50 m
B
150 m
C
15 m
D
10 m

Slide 6 - Quizvraag

Als je de grootte van iets uitspreekt zeg je vaak: (lengte) bij (breedte) meter. Dat schrijf je als ... x ... meter.
Wat is de omtrek van dit figuur?
A
34 m
B
64 m
C
44 m
D
48 m

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke formule hoort er bij de omtrek?
A
Lengte + breedte
B
Lengte + breedte x 2
C
Lengte x breedte
D
Lengte+breedte+lengte+breedte

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

oppervlakte

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte bereken je = lengte x breedte
achter je antwoord komt dan een 2 te staan...

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


TBereken in m2 de oppervlakte van de drie slaapkamers en badkamer samen.
Rond het antwoord af op 2 decimalen.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

12.000 dm3 = ............m3

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

250 cm3= dm3

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maakwerk ----->  Planning maken

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies