12-06

12-06
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

12-06

Slide 1 - Tekstslide

Tekst 1
Geef bij elke bewering aan of deze wel of niet overeenkomt met de tekst. 

1 Parkeerplaatsen zijn tegen betaling te reserveren.
2 Wifi is in het hele hotel gratis.
3 Het hotel biedt de mogelijkheid om fietsen te huren.
4 Twee kinderen (van 7 en 9) mogen gratis mee als ze bij twee
volwassenen op de kamer slapen.

Slide 2 - Tekstslide

Tekst 2
Welke uitleg geeft Andreas Bork voor het feit dat Burger King appel- frietjes aanbiedt? (alinea 1)

Noem twee dingen.
Beantwoord deze vraag in het Nederlands.

Slide 3 - Tekstslide

Warum bietet Burger King nicht immer Apfel-Pommes an? (Absatz 1)
A Das Rezept kennen nur wenige Mitarbeiter.
B Die geeigneten Äpfel müssen vorrätig sein.
C Sie sollen eine Spezialität bleiben.
D Sie werden zu wenig verkauft.

Slide 4 - Tekstslide

Was macht Andreas Bork im 2. Absatz klar?
A Fast Food bietet Sportlern schnell viel Energie.
B Fast Food ist gesünder als Schokolade.
C Fast Food kann gut mit Maßen gegessen werden.
D Fast Food wird manchmal in Diäten aufgenommen.

Slide 5 - Tekstslide

Welches Wort passt im Sinne des Textes in die Lücke im 2. Absatz?
A langweilig
B schwierig
C ungesund
D ungewöhnlich

Slide 6 - Tekstslide

Noem één reden uit alinea 3, waarom Burger King geen bio-burger aanbiedt.
Beantwoord deze vraag in het Nederlands.

Slide 7 - Tekstslide

Warum befinden sich oft mehrere Fast Food Restaurants nebeneinander? (Absatz 4)
A weil dann genügend Kundenparkplätze vorhanden sind
B weil dort die Preise dann heruntergetrieben werden
C weil dorthin eine große Anzahl von möglichen Kunden kommt
D weil sie dann leicht Kunden voneinander klauen können

Slide 8 - Tekstslide

Tekst 4
Wie hebben aangegeven dat basisschoolleerlingen meer stress hebben dan 10 jaar geleden?
A kinderen
B leraren
C onderzoekers 
D ouders

Slide 9 - Tekstslide

De tekst noemt meerdere oorzaken voor de toegenomen stress bij kinderen.
 Schrijf één oorzaak in het Nederlands op.

Slide 10 - Tekstslide

Tekst 5
Wat wordt gezegd over berichten die over Michael Schumacher gaan?
A Daar staat de laatste tijd weinig interessants in.
B Die mogen alleen na toestemming gepubliceerd worden.
C Die veroorzaken bij sommige mensen veel opschudding.

Slide 11 - Tekstslide

Welk verband bestaat er tussen een rechtszaak in Hamburg en Michael Schumacher?
Het gaat in de rechtszaak om
A de inhoud van een mededeling over hem.
B de rechten van zijn vrouw bij een eventuele scheiding.
 C de uitslag van de laatste race die hij gereden heeft.
D een foute beslissing in zijn medische behandeling.

Slide 12 - Tekstslide

Tekst 6
Welche Aussage über die jungen Luchse im Kleintierzoo stimmt mit Absatz 1 überein?
A Sie sind die ersten Luchse, die hier geboren sind.
B Sie sind sehr aufmerksam.
C Sie streiten schon viel miteinander.

Slide 13 - Tekstslide

De jonge lynxen moeten weg.
 Waarom is dat jammer voor de dierentuin volgens alinea 1? Beantwoord deze vraag in het Nederlands.

Slide 14 - Tekstslide

“Deshalb wird ... Hause zurückkehren.” (laatste zin alinea 1)
-> Waarom kan een bezoek aan de Kleintierzoo voor sommige mensenuitdraaien op een teleurstelling? Beantwoord deze vraag in het Nederlands.

Slide 15 - Tekstslide

Wer „hat deshalb nicht mehr lange Zeit“? (letzter Satz von Absatz 2)
A Besucher des Kleintierzoos am Rammelsberg
B die jungen Luchse
C die Luchs-Eltern
D mögliche Abnehmer für die Luchse
E Thomas Schwenk und seine Frau Monika

Slide 16 - Tekstslide

Was ist der Hauptgrund dafür, dass die jungen Luchse umziehen werden? (Absatz 3)
A Andere Kleintierzoos haben noch keine Luchse im Tierbestand.
B Der Kleintierzoo bekommt keine Möglichkeiten sich auszubreiten.
C Die erwachsenen Luchse pflanzen sich sonst nicht nochmals fort.
D Die Tiere können nicht auf einem zu kleinen Raum zusammenleben.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide