Oefentoets 1.1 tm 1.5

Oefentoets 1.1 tm 1.5

Gebruik deze afbeelding voor de vragen 1a en 1b

1a: Wat is de naam van onderdeel 2?

1. Neusholte
2. Mondholte
3. Keelholte
4. Luchtpijp

1b: Wat is de naam van onderdeel 5?

1. Luchtpijp
2. Bronchie
3. Keelholte
4. Strottenhoofd

1c: Wat is de naam van onderdeel 4?

1. Luchtpijp
2. Bronchie
3. Keelholte
4. Strottenhoofd

1d. Wat is de functie van onderdeel 7?

1. De lucht zuiveren
2. Zuurstof opnemen
3. Koolstofdioxide afgeven
4. De lucht doorlaten naar het volgende deel van de longen

2a: Welke stof ademen mensen uit?

1. Zuurstof
2. Koolstofdioxide
3. Waterdamp
4. Smog

2b: Welke stof ademen mensen in?

1. Zuurstof
2. Koolstofdioxide
3. Waterdamp
4. Smog

3a: Hoe heet het proces waarbij het onderstaande gebeurt?
Zuurstof + Brandstof -> Energie + Koolstofdioxide + water

3b. Als je meer verbrand, welke 2 dingen heb je dan meer nodig?

4. Als je in ademt waar komt de lucht als eerst terecht en waar daarna....

Begin bij neusholte

1. Neusholte

2. ...........

3. ..............

4: ...............

Strottenhoofd

Longblaasje

Bronchie

5. Als het koud is zie je wolkjes als je uitademt. Hoe kan dit, wat is de stof die je ziet?

Gebruik voor vraag 6

1. Als je door je neus ademt dan houden de neusharen en slijmvlies stofdeeltjes tegen 

2. En de lucht wordt vochtig gemaakt door het slijmvlies.

6. Wat is de 3de reden waarom het ademen door je neus goed is?

7. Zijn de trilharen en de neusharen hetzelfde

1. Ja
2. Nee

Antwoord uitleg vraag 7

Nee. De neusharen zie je  zitten. Dit zijn grotere haren die de lucht filteren.

De trilharen zitten onder het slijmvlies en bewegen het slijm richting je keelholte. Trilharen filteren niet.

8. Wanneer vind er MINDER verbranding plaats?

1. In de bioscoop zitten een film kijken
2. Een conditie training bij voetbal
3. Rustig een avondwandeling maken

9. Wat is de reden dat er verbranding plaatsvind?
Zuurstof + Brandstof -> Energie + Koolstofdioxide + water

1. Energie
2. Koolstofdioxide
3. Water

10. Waarom is er in de stad een grotere kans op smog dan op het platteland?

11a. In welk onderdeel van onze longen wordt vindt gaswisseling plaats?

1. Keelholte
2. Bronchie
3. Longblaasje
4. Strottenhoofd

11b. We nemen ..... op in ons bloed en geven ..... weer terug aan onze longen?

1. Nemen zuurstof op Geven zuurstof af
2. Nemen zuurstof op Geven koolstofdioxide af
3. Nemen Koolstofdioxide op Geven zuurstof af
4. Nemen koolstofdioxide op Geven koolstofdioxide af

Hulp bij vraag 

Probeer voor jezelf te bedenken wat ademen wij in. Wat wij inademen willen we ook graag opnemen in het bloed. 

Wat we uitademen, daar willen we graag van af

Zuurstof + Brandstof -> Energie + Koolstofdioxide + water

Hebben we nodig

Dit maken we

12. Waarom zijn mensen die roken vaak benauwd (het gevoel dat je niet genoeg lucht inademt)

13. Als je een klaslokaal ventileert komt er meer ....... het lokaal in

1. Zuurstof
2. Koolstofdioxide

14. Welke 3 stoffen maken we bij verbranding?

15. Kun je zuurstof en koolstofdioxide ruiken?

1. Ja
2. Nee

16. Wat zijn vormen van energie? Welke ANTWOORDEN zijn goed

1. Licht
2. Warmte
3. Bewegen
4. Snelheid

17. Wat is de indicator voor koolstofdioxide?

18. Als een kaarsje brand, wat zit er dan in de rook die er vanaf komt?

1. Zuurstof
2. Koolstofdioxide
3. Brandstof

Uitleg vraag 18

Zuurstof + Brandstof -> Energie + Koolstofdioxide + water

Koolstofdioxide komt vrij bij de verbranding. Zuurstof en brandstof zijn nodig

nodig

komt vrij/wordt gemaakt

19. Welk onderdeel houd de grootste stofdeeltjes tegen in de neus?

1. neusharen
2. luchtpijp
3. het uitademen
4. slijmvlies in de luchtpijp

20. Tijdens de gymles rennen de leerlingen rondjes, terwijl de docent toekijkt. Waarom hebben de leerlingen meer zuurstof nodig? Leg uit...