7.1+ 7.2 kommagetallen

breuken
kommagetallen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

breuken
kommagetallen

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen
Aan het einde van deze les(sen) weet je:
- wat breuken en kommagetallen met elkaar te maken hebben.
- dat bij cijferen met kommagetallen de komma's in een rechte lijn onder elkaar staan.
Aan het einde van deze les(sen) kun je:
- getallen splitsen.
- decimale getallen optellen en aftrekken.
KGT (+)  VERMENIGVULDIGEN MET KOMMAGETALLEN.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

45, 29

de waarde van de 4 is:

A
4
B
40
C
400
D
4 tiende

Slide 4 - Quizvraag

845, 29

de waarde van de 8 is:

A
8
B
80
C
800
D
8000

Slide 5 - Quizvraag

3145, 29

de waarde van de 2 is:

A
200
B
2
C
2 tiende
D
2 honderdste

Slide 6 - Quizvraag

145, 297

de waarde van de 9 is:

A
9 tiende
B
9 honderdste
C
9 duizendste
D
9

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

kommagetallen en breuken

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Slide 11 - Link

Let op: zet de komma's recht onder elkaar!

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf de volgende getallen goed onder elkaar.

14,57 + 22,1 + 130,41 + 1,456 =

Slide 13 - Open vraag

Schrijf de volgende getallen goed onder elkaar.

134,661 - 24,8

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Link

KGT(+)
Vermenigvuldigen met kommagetallen.

Voordat je begint altijd even schatten wat de uitkomst zal zijn.

Slide 16 - Tekstslide

voorbeeld
7 x 3,9 = 
3,9  is bijna 4

dus ik reken even: 7X4

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Zelfstandig aan de slag......
hoofdstuk 7 
paragraaf 1 en 2 
blz. 116-123


Slide 19 - Tekstslide

(huis)werk

Noteer in je agenda:


OEFENEN met fflerenrekenen. (decimale getallen)

Oefen minstens een half uur, de docent kan ook controleren of je dat gedaan hebt. 

Slide 20 - Tekstslide

Evaluatie
  1.    Ik weet wat breuken en kommagetallen met elkaar te maken hebben. Ik kan rekenen + - (x) met breuken.  
2)   Tips en Tops.......


Slide 21 - Tekstslide