Leesstrategieën

Planning
Uitleg: hoe lees je een tekst? 
Opdracht (klassikaal)
Opdracht tekst (individueel)
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOMiddelbare schoolLeerjaar 1Studiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning
Uitleg: hoe lees je een tekst? 
Opdracht (klassikaal)
Opdracht tekst (individueel)

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les
- Weet je welke leesstrategieën er zijn;
- Kun je de verschillende leesstrategieën toepassen

Slide 2 - Tekstslide

Oriënterend lezen
Doel: heb je iets aan de tekst? Tekstsoort en onderwerp
Kijkt naar titel, tussenkopjes, plaatsjes, bronvermelding. Lees de inleiding + slot.  

Stel jezelf de vraag: wat weet je al van het onderwerp af? 

Slide 3 - Tekstslide

Globaal lezen
Doel: vinden van hoofdzaken
Lees de kernzinnen (meestal eerste en laatste zin van de alinea). Je let op signaalwoorden (omdat, aangezien, zoals etc.). 

Tip: markeer hoofdzaken en signaalwoorden. Dan heb je gelijk je samenvatting. 

Slide 4 - Tekstslide

Intensief lezen
Doel: de tekst goed begrijpen + hoofdgedachte
Lees de tekst van begin tot eind, let op signaalwoorden. Die geven een seintje over verbanden in de tekst. Je let op betekenis van woorden en de opbouw van de tekst. 

Slide 5 - Tekstslide

Kritisch lezen
Doel: beoordelen van informatie
Hetzelfde als intensief lezen, maar je let er op of het juist is wat er staat. Is de informatie wel volledig en actueel? Zijn de argumenten wel overtuigend? 

Slide 6 - Tekstslide

Je moet voor een samenvatting informatie uit een tekst halen.
A
Verkennend lezen
B
Globaal lezen
C
Intensief lezen
D
Kritisch lezen

Slide 7 - Quizvraag

Je wilt weten of de tekst de moeite waard is om te lezen.
A
Verkennend lezen
B
Globaal lezen
C
Intensief lezen
D
Kritisch lezen

Slide 8 - Quizvraag

Je wilt weten waar de tekst in grote lijnen over gaat.
A
Verkennend lezen
B
Globaal lezen
C
Intensief lezen
D
Kritisch lezen

Slide 9 - Quizvraag

Iemand schrijft dat vaccineren geen zin heeft. Jij wilt weten of dat klopt.
A
Verkennend lezen
B
Globaal lezen
C
Intensief lezen
D
Kritisch lezen

Slide 10 - Quizvraag

Evaluatie
Hoe lees je een tekst?

Slide 11 - Tekstslide