Klas 2 spelling blok 3

Welkom!
  1. Pak je spullen (leerboek, schrift en etui).
  2. Zorg ervoor dat je telefoon niet te horen en te zien is.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
  1. Pak je spullen (leerboek, schrift en etui).
  2. Zorg ervoor dat je telefoon niet te horen en te zien is.

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
Huiswerk bespreken. 
Zijn er nog vragen?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is
hier fout
gespeld?

Slide 3 - Open vraag

Werkwoorden t.t. of v.t.?
t.t. Ik loop, hij loopt, wij lopen

v.t. Klankveranderend? Ik loop > ik liep
Klankvast? Ik begeleid > ik begeleidde
 

Slide 4 - Tekstslide

De chauffeur ......... de vrolijke reizigers vorig jaar.
A
vervoert
B
vervoerde
C
vervoerte
D
vervoerd

Slide 5 - Quizvraag

De prullenbak (verspreiden) ......... echt een vieze lucht en moet geleegd worden.

Slide 6 - Open vraag

Waarom ......... je dat telefoontje van je vader zojuist niet.
A
beantwoord
B
beantwoordt
C
beantwoorde
D
beantwoordde

Slide 7 - Quizvraag

Ik (vergeten) altijd mijn lunch mee te nemen, maar sinds deze week niet meer.
A
vergat
B
vergeette
C
vergatt
D
vergeet

Slide 8 - Quizvraag

Tijdproef
voltooid deelwoord
De persoonsvorm kun je vinden met behulp van de ..................
Ik heb intensief gesport.
Gesport is een ...........

Slide 9 - Sleepvraag

Met dit mooie weer pakten we snel onze tas in en gingen we zwemmen!
Zwemmen is
A
een voltooid deelwoord
B
een persoonsvorm t.t.
C
een heel werkwoord
D
een persoonsvorm v.t.

Slide 10 - Quizvraag

Met dit mooie weer pakten we snel onze tas in en gingen we zwemmen!
Wat is de pv of zijn de pv's?
A
pakten
B
pakten, gingen
C
zwemmen
D
gingen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord?



Wat is het voltooid deelwoord?
De ballonnen, die we hadden opgehangen, zagen er feestelijk uit.

Slide 12 - Open vraag

Soms staan in een zin meerdere persoonsvormen.
Dit gebeurt als er van meer zinnen één zin is gemaakt.


Voorbeeld:
1. De ballonnen, die we hadden opgehangen, zagen er feestelijk uit.
De ballonnen, die we hebben opgehangen, zien er feestelijk uit.

2.Met dit mooie weer pakken we snel onze tas in en gaan we zwemmen!
Met dit mooie weer pakten we snel onze tas in en gingen we zwemmen.

Slide 13 - Tekstslide

Vul de pv. in.
De dokter (geven) het medicijn aan zijn patiënt en (uitleggen) hoe het werkt.

Slide 14 - Open vraag

Vul de pv. in.
Vroeger (luisteren) je veel beter, (zuchten) haar moeder.

Slide 15 - Open vraag

Vul de pv en het vtd. in.
De politie (hebben) de bekeuring (uitdelen).

Slide 16 - Open vraag

Vul de pv. en het vtd. in.
Gisteren (hebben) we te hard (rennen).

Slide 17 - Open vraag

Zelfstandige verwerking
  • Opdracht 1 en 2 vanaf bladzijde 124 

Slide 18 - Tekstslide