2E/2C 23-11

2E/2C 23-11
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

2E/2C 23-11

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What are we going to do?
  • What do we remember?
  •  Grammar er-est, more most (vergelijkingen)
  • Finish paragraph 2.5
  • Done? Test yourself

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trappen van vergelijking
      Na deze lessonup kun je de vergrotende en overtreffende trappen in het Engels toepassen.

Deze lesson-up bevat de uitleg hierover en een aantal oefenvragen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trappen van vergelijking
Wat is dat?



vergrotende trap

sneller
beter
overtreffende trap

snelst
best
normaal

snel
goed

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trappen van vergelijking
In het Engels werkt het bijna hetzelfde.
Woorden die één lettergreep hebben krijgen -er en -est.

small
smaller
smallest



This painting is small.
That painting is smaller.
That painting is the smallest.
klein
kleiner
kleinst

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trappen van vergelijking
Wanneer een woord twee of meer lettergrepen heeft zet je er
more of most voor.
Voor de vergrotende trap gebruik je: more
Voor de overtreffende trap gebruik je: the most

Spectacular
more spectacular
the most spectacular



spectaculair
spectaculairder
het spectaculairst

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trappen van vergelijking
LET OP 1
Als een woord eindigt op een Y dan verandert de Y in een i.
Daarna krijg je nog -er of -est.


happy
happier
the happiest

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trappen van vergelijking
LET OP 2
Soms veranderd de spelling! 
Een medeklinker verdubbeld wanneer er een (a, e, o, u, i) voor staat.


Slim - slimmer - the slimmest ( = slank)
Thin - thinner   - the thinnest  ( = dun)
big   - bigger    - the biggest   ( = grootst)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trappen van vergelijking
LET OP 3
Sommige woorden veranderen helemaal!



good - better  - (the) best   -  (goed)
bad   - worse - (the) worst  - (slecht)
little   - less    - (the) least   - (een beetje)
Much - more  - (the) most   - (veel)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1/5: This dog is ... than your dog.
A
tall
B
taller
C
tallest
D
the tallest

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2/5: Magazines are ... than books.
A
cheap
B
cheaper
C
cheapest
D
the cheapest

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3/5: This man is really fat, but
my uncle is ...
A
fat
B
fatter
C
fattest
D
the fattest

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4/5: Open the door ..., I can't see you.
A
wide
B
wider
C
widest
D
the widest

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5/5: This is ... song I have ever heard.
A
good
B
better
C
best
D
the best

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1/5; This story is ... (interesting) than yours.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

2/5: My brother is ... (tall) than me.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

3/5: Bob is ... (good) in English than I am.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

4/5: You work ... (hard) than me.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

5/5: A Hummer is ... (big) car on earth.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan de trappen van vergelijking toepassen in Engelse zinnen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kun je de basisregels voor het vormen van meervoud in het Engels toepassen.
  • Aan het einde van de les kun je de uitzonderingen herkennen en correct toepassen bij het vormen van meervoud in het Engels.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regel 1: Toevoegen van -s
Voeg -s toe aan de meeste woorden om ze in het meervoud te zetten.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regel 2: Woorden die eindigen op -S, -SS, -SH, -TCH, -X
Voeg -es toe aan woorden die eindigen op -s, -ss, -sh, -tch, -x.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regel 3: Woorden die eindigen op een O
Voeg meestal -es toe aan woorden die eindigen op een o.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regel 4: Woorden die eindigen op een Y
Verander de y in ies bij woorden die eindigen op een y.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regel 5: Woorden die eindigen op een F of FE
Verander de f of fe in ves bij woorden die eindigen op een f of fe.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 27 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Regel voor meervoud = woord + s
               1 dog - 3 dogs
    1 dog


   3 dogs

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij woorden die eindigen op een medeklinker + y
                            
                     -y verdwijnt en wordt - ies
                 
  1 bunny                            4 bunnies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

woorden die eindigen op een klinker + y
                            
       krijgen alleen een - s
          
  1 boy                              3 boys

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      woorden die eindigen op ch, sh, s, ss, x, z
                            
                                     krijgen -es
                 
  1 dress                           4 dresses

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 woorden die eindigen op een medeklinker + o
                            
                              krijgen -es
                 
   1 tomato                       4 tomatoes

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij woorden die eindigen op een f of fe
                            
                     f/fe verdwijnt en wordt - ves
                 
     1 leaf                           4 leaves

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies