Les 2.3a Europa: migratie T2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 2

Les 2.3a  H2/T2

Log in: L.Up en LearnB.

05 min: Start les/ absenten 

02 min: Bespreken hoofdvraag & deelvraag & lesdoelen 

25 min: uitleg/instructie

05 min: Herhalen lesdoelen

02 min: Evaluatie

15 min: Starten opdrachten &

                Verlengde instructie

01 min: afsluiting

Planning les par 2.3a 

Hoogopgeleide migrant die naar een ander land gaat om daar te werken

1. vluchteling
2. kennismigrant
3. gastarbeider
4. asielzoeker

Vertrekredenen

Vestigingsredenen

Mogelijkheid om te studeren

Welvaart

Werkgelegenheid

Vruchtbare grond

Religieuze vrijheid

Hongersnood

Droogte

Werkloosheid

Armoede

Oorlog

Wat ga je leren deze les.

Leerdoelen:

10. Je kunt het verschil uitleggen tussen een open/zachte en een gesloten/harde grens.

11. Je kunt het verschil uitleggen tussen hoe gewenste arbeidsmigranten de EU binnenkomen en hoe vluchtelingen en ongewenste migranten de EU binnenkomen.

12. Je kunt beschrijven welke afspraken de EU-landen samen hebben gemaakt over het migratiebeleid.

13. Ken ik de begrippen en kan ik ze toepassen

Begrippen:

Gesloten/harde grens, Grens, Open/zachte grens.

De theorie vind je in:

Texstboek: Par 4.3  Learnbeat: Par 2.3

 

https://www.youtube.com/watch?v=_pkPqg6QfEY

Harde en zachte grenzen

► Een grens is een scheidingslijn tussen gebieden. Gesloten of harde grenzen zijn grenzen die zichtbaar zijn, en je moet moeite doen om ze over te steken. Bijvoorbeeld de paspoortcontrole op een vliegveld. Daarnaast zijn er ook open of zachte grenzen. Deze zie je vaak niet en je kunt ze makkelijk oversteken. Bijvoorbeeld een grens tussen gemeenten in Nederland.

● De Schengenlanden hebben afgesproken dat hun inwoners vrij mogen reizen naar elkaars landen. De grenzen tussen deze landen zijn open grenzen. Grenst een Schengenland aan een niet-Schengenland, dan is daar een harde grens met controle (foto Controle bij de Oekraïens-Hongaarse grens).

Hoe komen migranten de EU binnen?

► Kom je van buiten de EU of een Schengenland, dan heb je een geldig inreisdocument nodig. 

Er zijn verschillende soorten inreisdocumenten: een visum voor een kort verblijf en een verblijfsvergunning voor een lang verblijf. Als je een inreisdocument wilt krijgen, moet je aan bepaalde voorwaarden voldoen. Als je op vakantie of familiebezoek wilt, moet je bijvoorbeeld een bewijs van een hotelboeking laten zien of de contactgegevens van de persoon bij wie je logeert. Ook heb je verzekeringspapieren en een geldig identiteitsbewijs nodig.

● Kennismigranten van buiten de EU krijgen via hun werk een werkvisum. Ook studenten krijgen makkelijk een visum om in de EU te wonen. EU-landen hebben soms ook nog eigen regels voor arbeidsmigranten. Zo krijgen landarbeiders uit Marokko elk jaar een visum in Spanje.

● Asielzoekers kunnen pas asiel aanvragen als ze binnen de grenzen van de EU zijn. Soms komen asielzoekers op een visum voor kort verblijf de EU binnen en vragen daarna asiel aan. Maar meestal krijgen ze geen geldig inreisdocument, omdat ze niet aan de voorwaarden voldoen. Wanneer migranten zonder geldig inreisdocument toch de EU bereiken, zijn ze illegaal de grens overgestoken (afbeelding Migranten die via land en zee de EU binnenkwamen, 2019). Vaak vragen ze dan asiel aan in de EU, soms verdwijnen ze meteen in de illegaliteit op zoek naar werk.

https://www.youtube.com/watch?v=ONhbxpJp89I

ind.nl

Wanneer asiel in Nederland?

Vervolging vanwege:

- ras of sociale groep;

- godsdienst;

- nationaliteit;

- politieke overtuiging.

- Oorlog in een land. 

Wat heb je deze les geleerd.

Leerdoelen:

10. Je kunt het verschil uitleggen tussen een open/zachte en een gesloten/harde grens.

11. Je kunt het verschil uitleggen tussen hoe gewenste arbeidsmigranten de EU binnenkomen en hoe vluchtelingen en ongewenste migranten de EU binnenkomen.

12. Je kunt beschrijven welke afspraken de EU-landen samen hebben gemaakt over het migratiebeleid.

13. Ken ik de begrippen en kan ik ze toepassen

Begrippen

Gesloten/harde grens, Grens, Open/zachte grens.

Aan de slag

Je gaat verder aan de slag met de opdrachten van §2.3 in Learnbeat.

Huiswerk:

maken opdrachten: vraag: 1, 2, 3, 4.

Van herhaling: vraag 2 (begrippen)