week 6 les 1

Doel: 
Werkwoorden vervoegen 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Doel: 
Werkwoorden vervoegen 

Slide 1 - Tekstslide

Die Planung 
1. SO
2. Regelamtige werkwoorden
3. Sprechen





Slide 2 - Tekstslide

SO
Neem een zwarte / blauwe pen
Lees goed wat je moet doen

timer
30:00

Slide 3 - Tekstslide

Werkwoorden tegenwoordige tijd
Elk werkwoord heeft stam
De stam van wohnen = wohn
Stam + uitgangen

Slide 4 - Tekstslide

(fe)esttenten
ich stam+e
du stam+st
er/es/sie stam +t
wir stam+en
ihr stam+t
sie/Sie stam+en

Slide 5 - Tekstslide

(fe)esttenten
wohnen de stam = wohn
ich wohn+e
du wohn+st
er/es/sie wohn +t
wir wohn+en
ihr wohn+t
sie/Sie wohn+en

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Regel: ge + stam + t

wohnen - gewohnt
fragen - gefragt

Slide 8 - Tekstslide

Kommen - woher.........du
A
komme
B
kommst
C
kommen
D
kommt

Slide 9 - Quizvraag

kommen - ich ......... aus Österreich
A
komme
B
kommst
C
kommen
D
kommt

Slide 10 - Quizvraag

heißen - wie ........ er?
A
heiße
B
heißen
C
heißt
D
heiß

Slide 11 - Quizvraag

heißen - ich ......... Manuel.
A
heiße
B
heißt
C
heißen
D
heiß

Slide 12 - Quizvraag

spielen - komm, wir..... Fußball!
A
spiele
B
spielen
C
spielst
D
spielet

Slide 13 - Quizvraag

lernen - wir ......... Deutsch
A
lerne
B
lernt
C
lernst
D
lernen

Slide 14 - Quizvraag

Max . . . seiner Freundin Ohrringe.
[schenken]

Slide 15 - Open vraag

Wie oft . . . du deine Verwandten?
[besuchen]

Slide 16 - Open vraag

Wo . . . deine Großeltern?
[wohnen]

Slide 17 - Open vraag

an die Arbeit
Aufgabe 17 und 18

Slide 18 - Tekstslide

Aufgabe 18

kommen = komen
besuchen = bezoeken
singen = zingen
tanzen = dansen
wohnen = wonen
gratulieren = feliciteren
überraschen = verrassen


sagen = zeggen
verstehen = verstaan
machen = doen

Slide 19 - Tekstslide

Aufgabe 17
1 schenkst du 
2 Ich bekomme
3 treffen wir
4 Maja hat gefragt,  geklappt hat.
5 Ich denke, kommen kann.
6 Oma überrascht
7 Feiert mein Freund 
8 habt ihr  geschenkt?

Slide 20 - Tekstslide

Aufgabe 18
1 Kommt er 
2 Wann besuchst du 
3 singe ich, ich tanze
4 wohnt ihr 
5 habt ihr gewohnt
6 Wir gratulieren, wir überraschen 
7 Warum sagt sie nicht, dass sie es nicht versteht?
8 Er hat gesagt, dass er es gemacht hat.

Slide 21 - Tekstslide

feesttenten
Wil je meer uitleg?
Zoek in YouTube op "feesttenten Duits"

Slide 22 - Tekstslide

Sprechen
in tweetallen oefenening 20

Slide 23 - Tekstslide

Übung 29 

  • Zoek de onderstreepte woorden in de tekst op blz 28 en 29.
  • Schrijf ze in alfabetische volgorde op
  • Raad de woorden - kolom B
  • Zoek de woorden op - kolom C
Übung 32

  • Ergänze (invullen) in jedem Satz das richtige Wort.

  • 4 Wörter bleiben übrig

Slide 24 - Tekstslide

Hausaufgaben
Leer Grammatik E Seite 76
Afmaken übung 18
Woordenlijsten d, f en g  DU-NL blz 39.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link