Harmonie & Symfonie
1 / 17
Lesduur is: 30 minIntroductie
Deze les gaat over het verschil tussen een harmonieorkest, symfonieorkest en fanfare. We bekijken en beluisteren welke instrumenten in deze orkesten spelen.
Instructies
Aan het eind van de les kunnen de leerlingen:
- een aantal verschillen benoemen tussen een symfonieorkest, harmonieorkest en fanfare.
- muziekinstrumenten benoemen uit vier orkestgroepen: strijkers, houtblazers, koperblazers en slagwerk.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Video
Toelichting slide 2
- Bekijk klassikaal het filmpje en geef vooraf de opdracht om goed te kijken en luisteren welke instrumenten in het orkest spelen. Tijdens het filmpje worden daar vragen over gesteld.
Toelichting bij de laatste opdracht:
- Vraag de leerlingen om instrumenten uit het orkest te benoemen.
- In een harmonieorkest zitten o.a. klarinet, dwarsfluit, piccolo (kleine fluit), hobo, fagot, saxofoon, trompet, hoorn, euphonium/bariton, trombone, tuba en slagwerk. Soms ook: bugel, cornet, contrabas en harp.
In het begin spelen vooral:
A
de strijkers
B
de blazers
C
de slagwerkers
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Welke grote groep instrumenten zitten links van de dirigent?
A
de klarinetten
B
de trompetten
C
de dwarsfluiten
D
de slagwerkers
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke instrumenten zie je nog meer in dit orkest?
Slide 6 - Woordweb
Toelichting slide 5
- Vraag de leerlingen om instrumenten uit het orkest te benoemen.
In een harmonieorkest zitten o.a.
klarinet, dwarsfluit, piccolo (kleine fluit), hobo, fagot, saxofoon, trompet, hoorn, euphonium/bariton, trombone, tuba en slagwerk. Soms ook: bugel, cornet, contrabas en harp.
houtblazers
koperblazers
Slide 7 - Sleepvraag
Toelichting slide 6
- Vertel dat er twee groepen blazers in een symfonieorkest en in een harmonieorkest zitten: houtblazers en koperblazers. Kunnen de leerlingen de instrumenten en muziekfragmenten naar de juiste groep slepen?
De houtblazerssectie in een orkest bestaat uit fluiten en rietinstrumenten. Sommige daarvan zijn niet (meer) van hout maar van metaal. Houtblaasinstrumenten zijn o.a. dwarsfluit, klarinet, hobo en fagot.
Koperblazers zijn spelers van koperblaasinstrumenten. De groep koperblazers in een orkest (kopersectie) bestaat uit hoorns, trompetten, trombones en (soms) tuba.
Slide 8 - Tekstslide
Toelichting slide 7
- Laat de leerlingen m.b.v. het internet op zoek gaan naar een muziekvereniging bij hen in de buurt.
- Met welke instrumenten kan je bij deze vereniging(en) komen spelen?
- Lijkt het hen leuk om bij een vereniging muziek te maken?
- Lijkt het hen leuk om een keer bij een repetitie of concert te gaan luisteren?
- Spelen leerlingen zelf een muziekinstrument? Of kennen ze iemand in de familie of vriendenkring die een muziekinstrument bespeelt?
- Lijkt het hen leuk om diegene een keer uit te nodigen om muziek te spelen in de klas?
Slide 9 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Welke groep is het grootst?
A
de strijkers
B
de blazers
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Is dit een amateur orkest of een beroepsorkest?
Waar hoor of zie je dat aan?
Slide 11 - Open vraag
Toelichting slide 10
- Leg de begrippen aan de leerlingen uit: in een amateurorkest spelen muzikanten die als hobby in een orkest spelen, dat doen ze naast hun werk.
- Een beroepsorkest (of professioneel orkest) bestaat uit musici, dat zijn muzikanten die een conservatorium studie hebben afgerond (een conservatorium is een school waar je opgeleid wordt tot musicus).
- Het spelen in het orkest is hun beroep en soms geven ze ook nog muziekles. Ze spelen op het hoogste niveau.
Welke muziekinstrumenten zitten in een harmonieorkest én in een fanfare?
A
klarinet en fluit
B
trompet en saxofoon
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke muziekinstrumenten zitten in een harmonieorkest én in een symfonieorkest?
A
viool en trompet
B
hobo en slagwerk
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
A
hoorn
B
trompet
C
saxofoon
D
klarinet
Slide 14 - Quizvraag
Toelichting slide 13
- Leg uit dat dit muziekinstrument slechts heel soms in een symfonieorkest meespeelt, maar wel altijd in een harmonieorkest en fanfare.
Welk orkest zie je?
Symfonieorkest
Harmonieorkest
Fanfare
Slide 15 - Sleepvraag
Toelichting slide 14
- Klik op de hotspots om te zien welke instrumentgroepen er in het orkest zitten. Welk orkest zien de leerlingen? Sleep de juiste orkestbenaming naar de afbeelding.
- Vraag aan de leerlingen om uit elke groep muziekinstrumenten te benoemen.
Noem drie dingen die je hebt geleerd
Afsluiting
Slide 16 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
