M3 check halfway + film assignment

Wednesday 20 May
.




Hi everybody!
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wednesday 20 May
.




Hi everybody!

Slide 1 - Tekstslide

Unit 6 Nature
articles - lidwoorden (met moeilijke oefeningen)
start - adjectives and adverbs

Slide 2 - Tekstslide

Hoe vertaal je:
Je hoeft niet te schreeuwen,
ik hoor je prima.

Slide 3 - Open vraag

Articles - the (de of het)
wel bij specifieke verwijzing naar:
- een publiek gebouw
- een jaargetijde 
- een maaltijd 

niet bij algemene verwijzing naar:
- een publiek gebouw
- een maaltijd

To play:
wel bij instrumenten
niet bij sporten

The hospital in Breda was built in 1987.
She was born in the summer of 2005. 
The lunch we had there was great.


He was taken to hospital immediately.
Dinner will be served at 6.30 pm.


To play the guitar
To play rugby

Slide 4 - Tekstslide

met the
zonder the
We have __ breakfast at 8 am.
__ hospital in Breda is good.
In __ winter of 2015 he died.
__ sooner, __ better.
He loves playing __ trumpet.
He plays __ football very well.
They took him to __ hospital.
I like __ dinner most of all.

Slide 5 - Sleepvraag

Wat is correct: a or an?
A
AN
university
elephant
honest man
SOS
CD
VIP
chair
umbrella
school
exam
ticket

Slide 6 - Sleepvraag

Articles - a of an (een)
Je gebruikt wel a of an:
- bij een beroep dat meer mensen doen.
- bij nationaliteiten
- bij religies

Je gebruikt geen a of an:
- Bij een rang of positie die maar door 1 persoon bekleed wordt.


She is an actor. He is a painter.
He is an Englishman.
She's a Protestant.


He is president of the board of directors.
She became queen of England in 1952.

Slide 7 - Tekstslide

Wat hoort in deze zin thuis:
They appointed him __ general manager of the company.
A
the
B
a
C
an
D
leeglaten

Slide 8 - Quizvraag

Wat hoort in deze zin thuis:
He is __ Englishman, he comes from Bournemouth.
A
the
B
a
C
an
D
leeglaten

Slide 9 - Quizvraag

Voorproefje voor volgende week: Adjectives and Adverbs
Adjective = bijv. naamw.
Adverb = bijwoord
gently
beautiful
good
understandable
beautifully
usually
well
poor
gentle
alive

Slide 10 - Sleepvraag

Conclusion
We looked at Articles (the, a and an).
We revised adjectives and adverbs.

Finish the writing assignment (divergent / animal farm).
Upload it in ELO - opdrachten by the end of the week.


Slide 11 - Tekstslide