Het levensverhaal vertegenwoordigt de subjectieve kant, de belevingskant van de persoon. In het levensverhaal gaat het dan ook niet zozeer om waarheden maar om de beleving van de verteller. De betekenis die hij aan feiten en gebeurtenissen hecht is belangrijk, evenals de verbanden die hij, onbevangen en open, tussen die feiten en gebeurtenissen aanbrengt. Een levensverhaal hoeft ook zeker niet het totale leven van iemand in kaart te brengen. Het is eerder een bonte verzameling ‘petites histoires’. Het gaat meer om de opvallende gebeurtenissen of ontmoetingen, anekdoten en momentopnamen die opeens in de herinnering opkomen dan om de totale levensgeschiedenis.