Herhaling H3 Krachten

Zitplekken
Ga rustig zitten op je eigen plek.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zitplekken
Ga rustig zitten op je eigen plek.

Slide 1 - Tekstslide

vandaag
Vandaag: Herhaling H3 Krachten
+
korte uitleg paragraaf 4



Slide 2 - Tekstslide

Kunnen we krachten zien?
Eigenschappen Krachten:
 *  Zijn niet zichtbaar
 *  De gevolgen zijn (soms) zichtbaar

Gevolgen van krachten:
  •    Snelheid
  •    Richting
  •    Vormverandering  
  •         => Tijdelijk (elastisch)
  •         => Blijvend (plastisch)

Slide 3 - Tekstslide

Nettokracht: Fres

Nettokracht = Resultante kracht (wat er effectief overblijft)
De nettokracht is de "optelsom" van alle krachten!

In gelijke richting: 
  • => Optellen
In tegengestelde richting: 
  • => Van elkaar af halen

Slide 4 - Tekstslide

Zwaartekracht: Fz
Fz = m x g

Fz = Zwaartekracht (N)
m = massa (kg)
g = valversnelling (N/kg of m/s2) (binas!!)

LET OP!!! massa is GEEN gewicht

Slide 5 - Tekstslide

Oplossen van een rekenvraag!
Formule:
  • Noteer de formule (zoek evt op in de binas)
Omrekenen:
  • Hierbij reken je de eenheden om (bijv. g naar kg)
Berekening:
  • Laat zien hoe je tot een antwoord komt; invullen van de formule
  • Alles wat je in je rekenmachine typt, schrijf je op.
Antwoord + eenheid: 
  • Geef het antwoord weer; let op de juiste eenheid

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de formule om de zwaartekracht uit te rekenen?
A
Fz = m + g
B
Fz = m x g
C
Fz = m / g
D
Fz = m - g

Slide 7 - Quizvraag

Opdracht:




Een PlayStation weegt 4500 gram
Bereken de zwaartekracht op de PlayStation

Denk aan de juiste EENHEID!

                  Hoe pak je dat aan!

Formule


Omrekenen
 

Berekening

 
Antwoord

Slide 8 - Tekstslide

Hoe bereken je de massa als de zwaartekracht en de valversnelling van de aarde (g) bekent is?
A
m = Fz x g
B
m = Fz : g
C
m = g : Fz
D
m = Fz - g

Slide 9 - Quizvraag

Krachtenschaal

Slide 10 - Tekstslide

De lengte van de pijl is 3 cm, en de zwaartekracht is 12 N wat is de krachtenschaal dan?
A
1 cm ≜ 3 N
B
1 cm ≜ 6,1 N
C
1 cm ≜ 4 N
D
1 cm ≜7N

Slide 11 - Quizvraag

H3.4 Momentenwet






  • Antwoord: De kracht op de spijker is 40 Newton 
  • arm 4x kleiner => kracht 4x groter


Slide 12 - Tekstslide

Kruiwagen met stenen
a) Waar zit het draaipunt?
b) Waar zitten de twee krachten?
c) Lengte arm v/d last?
  • 20 cm (= 0,20 m)
d) Lengte arm werkkracht?
  • 20 + 120 = 140 cm (= 1,40 m)
e) Hoeveel keer is dit vergroot?
  • 140 : 20 = 7 x 
f) Wat is de lastkracht als je 20 N omhoog trekt?
  • 20 x 7 = 140 N.

Slide 13 - Tekstslide

Een vrachtwagen voor zwaar transport mag ieder wiel maximaal 18 kN belasten. De vrachtwagen vervoerd een zwaar onderdeel met een massa van 50 ton (50 000 kg). Daarvoor gebruiken ze een vrachtwagencombinatie met een groot aantal assen. Aan iedere as zitten vier wielen. Hoeveel assen moeten er minimaal aan deze vrachtwagencombinatie zitten?
Gegevens/gevraagd:
  • m = 50 000 kg   ;   g = 10 N/m2
  • iedere as heeft 4 wielen
  • max belasting per as = 4 x 18 kN = 72 kN
  • Hoeveel assen minimaal nodig?
Formule/uitwerking:
  • Fz = m x g = 50 000 x 10 = 500 000 N = 500 kN
  • Aantal assen = 500 kN : 72 kN = 6,9 
Antwoord:
  • Dus er zijn minimaal 7 assen nodig

Slide 14 - Tekstslide

En nu aan de slag
Oefen opdrachten maken

Morgen: Oefentoets
Deze week: PTA H3
timer
1:00

Slide 15 - Tekstslide