,

Context Massacultuur

MASSACULTUUR
Inleiding
±1950 tot nu
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

MASSACULTUUR
Inleiding
±1950 tot nu

Slide 1 - Tekstslide

wat is MASSA?
(niet de natuurkundige betekenis, maar "de massa")

Slide 2 - Open vraag

wat is het tegenovergestelde van massa?

Slide 3 - Open vraag

Orientatie
Massacultuur....... Wat is dat nu precies?
Bedenk eens woorden waaraan jij denkt als je het begrip 'Massacultuur' hoort. 
MASSACULTUUR

Slide 4 - Woordweb

Massacultuur is
De cultuur van de massa, 
 kunst van grote hoeveelheden, vaak commercieel
 gebruik van massamedia,
voor veel mensen, toegankelijk
Culuur waar high en low art zich vermengen  (zie PP2)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

De massacultuur is
A
van 1850 to nu
B
van 1900 tot 1950
C
van 1900 tot nu
D
van 1950 tot nu

Slide 7 - Quizvraag

2

Slide 8 - Video

00:14
Welke maatschappelijke veranderingen zijn er in de tweede helft van de twintigste eeuw?

Slide 9 - Open vraag

02:08
Over welke kunststroming hebben ze het in dit fragment
A
massacultuur
B
pop art
C
post modernisme
D
modernisme

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Waarom vond men deze Pop Art stroming in eerste instantie verschrikkelijk?
* voorganger  van de Pop Art (Abstract Expressionisme)
* 1946 
* Mark Rothko, Jackson Pollock, Barnett Newman
* Gevoel, emotie, uniek zijn, intensiteit
* Geestelijke waarde

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

(bijvoorbeeld hippies, punkers of emo's)
CONTEXT 
van de KUNST

Slide 15 - Tekstslide

Rock'n'Roll, Hippies en Punk zijn typische
A
Dansenstijlen
B
Muziekgenres
C
Looks
D
jongerenculturen

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Kunst is een afspiegeling van
A
de kunstenaar
B
de wereld en zijn tijd
C
de wereld
D
de kunstenaar en zijn omgeving

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Jonge cultuur
Oude cultuur
Voor 1950 weinig invloed op andere continenten
Door de tijd heen invloed op andere continenten gehad
Geen grondschade na WO2
Veel grondschade na WO2
Marchalhulp-troepen die hielpen in de bevrijding van WO2

Slide 20 - Sleepvraag

Sinds wanneer hebben de mensen televisie?

Slide 21 - Open vraag

kenmerken massacultuur
Kenmerken:  Toegankelijk voor groot publiek door:
Laagdrempelig: makkelijke verkrijgbaar/ er naar toe
Voor iedereen begrijpelijk, niet elitair
Commerciële motieven spelen vaak een rol.
Amusement is het doel.
Uitgezonden op tv of beschikbaar via internet/massamedia


Slide 22 - Tekstslide

Stroming die het najagen van genot in de algemene zin van het woord tot het hoogste doel heeft. Het eigen genot/plezier/genieten, gaat boven al het andere.

Slide 23 - Tekstslide

Verzorgingsstaat
Marshall plan
Hedonisme
Consumptie-maatschappij
Definitie
Match de juiste definitie bij de begrippen)
Een samenleving waar vrije tijd overwegend wordt gebruikt om goederen of diensten te verwerven, om daarover na te denken en om te pronken met aangeschafte goederen.
Een filosofische leer en een bepaalde levenshouding die in beide gevallen de opvatting heeft dat genot (in algemene zin) het het hoogste levensdoel is.
Een omvangrijk hulpplan voor de wederopbouw van Europa, dat op initiatief van de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken drie jaar na de Tweede Wereldoorlog in werking trad.
Een staat waarin de overheid allerlei maatregelen heeft genomen om burgers, vooral de zwakkeren, in de samenleving te helpen en te beschermen. De mensen worden dus van wieg tot graf verzorgd.

Slide 24 - Sleepvraag

Engagement
Postmodernisme
Subcultuur
Pop muziek
Hedonisme
Situatie dat je je ergens bij betrokken voelt; maatschappelijk betrokken
Er is geen richtinggevende stijl meer maar elementen uit verleden en andere culturen worden vrijelijk geciteerd en gecombineerd.
Een verzamelnaam voor tal van stijlen in de muziek. Meer gericht op de populariteit dan naar de diversiteit van de muziek.
Groep die veel gemeen heeft met de dominante cultuur maar ook op een aantal punten verschillen. 
Filosofische leer waarin het genot centraal staat

Slide 25 - Sleepvraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Na WO 2 wordt alles anders:
wederopbouw
vrede
herstel van de economie
welvaart
grote invloed van Amerika

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Als je hard genoeg werkt en je best doet, kun je alles worden wat je wil, ongeacht je afkomst

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Na de 2
Na de 2e wereldoorlog staat West Europa erg open voor de  consumptiemaatschappij uit Amerika en krijgt deze veel invloed. Hoe komt dat?
A
In Amerika is alles veel groter en mooier dan in Europa.
B
De Amerikanen hebben (onder andere) een einde gemaakt aan de 2e wereldoorlog.
C
Amerika heeft financieel bijgedragen aan de wederopbouw van Europa.
D
Amerika heeft van oorsprong een rijkere cultuur

Slide 34 - Quizvraag

Volgende week opdracht af en uploaden op Classroom: Vergeet niet de kernpunten en de functies van kunst te benoemen. Volgende week bespreken tijdens de les 

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide