Kapitel 1.1

Herzlich willkommen 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Herzlich willkommen 

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute? 
  • aankomende periode bespreken 
  • regels en verwachtingen bespreken 
  • weekopdracht bespreken 
  • ambitie formulier invullen 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Haben, sein und werden

Slide 8 - Tekstslide

Haben und sein
wir wiederholen den Präsens

Slide 9 - Tekstslide

Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 10 - Sleepvraag

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 11 - Sleepvraag

Übersetze:
jij bent

Slide 12 - Open vraag

Übersetze:
zij (enkelvoud) heeft

Slide 13 - Open vraag

Übersetze:
wij zijn

Slide 14 - Open vraag

Übersetze:
u heeft

Slide 15 - Open vraag

Übersetze:
jullie zijn

Slide 16 - Open vraag

Werden Präsens
Werden heeft 2 betekenissen:

                  worden  +  zullen

Slide 17 - Tekstslide

Werden
ich               werd  e
du                wir      st
er/sie/es   wir      d                          =>  Het lijkt een beetje
                                                                      op een sterk werkwoord!
wir               werd   en
ihr                werd   et
sie/Sie        werd   en

Slide 18 - Tekstslide

het werkwoord 'werden'
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden

Slide 19 - Sleepvraag

Übersetze:
hij wordt
A
er werdet
B
er werdt
C
er wird
D
er wirdt

Slide 20 - Quizvraag

Übersetze:
jij zal
A
du sollst
B
du werdest
C
du wirst

Slide 21 - Quizvraag

Du ........... morgen 10 oder?
A
werde
B
wirst
C
werdest
D
wird

Slide 22 - Quizvraag

Ihr ....... das jetzt sagen!
A
wird
B
werdet
C
habt
D
seid

Slide 23 - Quizvraag


Ich ........... eine Schwester. Sie lebt nicht mehr.
A
war
B
würde
C
wurde
D
hatte

Slide 24 - Quizvraag

Haben, sein, werden  - Präteritum
(Präteritum = Vergangenheit)


Slide 25 - Tekstslide

Ich habe auf Anna gewartet. Sie .......... mein Biologiebuch.
A
hatte
B
war
C
wurde
D
würde

Slide 26 - Quizvraag

Er ............ gestern zum Klassensprecher gewählt.
A
hatte
B
war
C
würde
D
wurde

Slide 27 - Quizvraag

................. Sie schon in Berlin?

Slide 28 - Open vraag