Basisstof 2 - De voortplantingsstelsel van een vrouw
Slide 7 - Tekstslide
Baarmoeder
Eileider
Eierstok
Urineblaas
Urinebuis
Vagina
Slide 8 - Sleepvraag
Gevoelig voor aanraking
hierin kan een bevruchte eicel zich ontwikkeling tot een embryo
hierin ontwikkelen de eicellen zich
liggen om de binnenste schaamlippen heen
maken vocht aan waardoor de toegang tot de vagina gladder wordt
slijmvliesplooi aan het begin van de vagina
transport van de eicel naar de baarmoeder
verbindt de baarmoeder met de buitenkant van het lichaam
clitoriseikel
baarmoeder
eierstokken
buitenste schaamlippen
binnenste schaamlippen
maagdvliesplooi
eileiders
vagina
Slide 9 - Sleepvraag
Hoe heet onderdeel 6?
A
Plasbuis
B
Anus
C
Vagina
D
Clitoris
Slide 10 - Quizvraag
Thema 2 - Voortplanting en Seksualiteit
Basisstof 3 - Veranderingen in de puberteit
Slide 11 - Tekstslide
Primaire geslachtskenmerken
Secundaire geslachtskenmerken
baardgroei
baarmoeder
balzak
borsten
borsthaar
vulva
Slide 12 - Sleepvraag
Het baarmoederslijmvlies is niet altijd even dik.
Wanneer is het baarmoederslijmvlies het dikst?
A
als de menstruatie een dag bezig is
B
direct na afloop van de menstruatie
C
enkele dagen voor de eisprong
D
enkele dagen na de eisprong
Slide 13 - Quizvraag
Hoe lang duurt een "normale" menstruatiecyclus?
A
28 tot 30 dagen
B
24 tot 26 dagen
C
32 tot 35 dagen
D
9 maanden
Slide 14 - Quizvraag
In afbeelding zie je een grafiek met de groei van het slijmvlies van de baarmoederwand van een vrouw. Op welke dagen is deze vrouw vruchtbaar?
A
Op dag 1-5.
B
Op dag 6-10.
C
Op dag 12-16
D
Op dag 16-20
Slide 15 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor eisprong?
A
Evaluatie
B
Ovulatie
C
Evolutie
Slide 16 - Quizvraag
Welk orgaan stoot tijdens de menstruatie slijmvlies af?
A
De baarmoeder.
B
De eierstokken.
C
De eileiders.
D
De vagina.
Slide 17 - Quizvraag
Wat gebeurt er op dag 14 in de menstruatiecyclus?
A
Ongesteld zijn
B
Ovulatie
C
Innesteling
D
Menstruatie
Slide 18 - Quizvraag
Veel vrouwen gebruiken tijdens de menstruatie maandverband of tampons. Een tampon wordt in de vagina ingebracht. Welke letter in de afbeelding geeft het deel aan waarin een tampon wordt ingebracht?
Letter:
P
Q
R
Slide 19 - Sleepvraag
Thema 2 - Voortplanting en Seksualiteit
Basisstof 4 - Bevruchting en Zwangerschap
Slide 20 - Tekstslide
Zet de zinnen over de bevruchting van een eicel in de juiste volgorde.
1
2
3
4
Een zaadcel ontmoet de eicel.
Een eicel komt vrij uit de eierstok.
De kernen van de eicel en zaadcel smelten samen.
Een eicel komt in de eileider.
Slide 21 - Sleepvraag
Wat gebeurt er bij innesteling?
A
Een bevruchte eicel begint zich te delen en wordt een bolletje cellen.
B
Een bolletje van delende cellen gaat vast zitten in het baarmoederslijmvlies.
C
Een bolletje van delende cellen reist naar de baarmoeder.
D
Een eicel wordt bevrucht door een zaadcel.
Slide 22 - Quizvraag
Een man en een vrouw hebben geslachtsgemeenschap (seks). Ze gebruiken geen voorbehoedmiddelen.
In welk deel komen de zaadcellen het eerst terecht nadat ze de penis hebben verlaten?
A
Baarmoeder
B
Eileider
C
Vagina
Slide 23 - Quizvraag
Bij een vrouw kan in de eileiders een onbevruchte eicel worden aangetroffen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 24 - Quizvraag
Tijdens de zwangerschap treden geen menstruaties op.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 25 - Quizvraag
De tekeningen in afbeelding hiernaast zijn vijf fasen van een rijpende follikel te zien. Wat is de juiste volgorde van deze fasen?
A
1-2-3-4-5
B
5-1-4-2-3
C
1-5-4-3-2
D
4-5-1-2-3
Slide 26 - Quizvraag
Fleur is een eeneiige tweeling. Is haar tweeling een jongen of meisje?
A
Jongen
B
Meisje
C
Dat kan je uit deze informatie niet zeggen
D
Kan een jongen of meisje zijn
Slide 27 - Quizvraag
Thema 2 - Voortplanting en Seksualiteit
Basisstof 5 - Geboorte
Slide 28 - Tekstslide
Ontsluiting
Uitdrijving
Indaling
Slide 29 - Sleepvraag
Tijdens de nageboorte worden de placenta, resten van de navelstreng en de vruchtvliezen verwijderd via de vagina naar buiten.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 30 - Quizvraag
Thema 2 - Voortplanting en Seksualiteit
Basisstof 6 - Veilig vrijen
Slide 31 - Tekstslide
Periodieke onthouding is een betrouwbare manier om ongewenste zwangerschap te voorkomen.
A
juist
B
onjuist
Slide 32 - Quizvraag
Bij coïtus interruptus (man trekt vlak voor de zaadlozing zijn penis terug uit de vagina) kan het voorvocht zwangerschap veroorzaken.
A
juist
B
onjuist
Slide 33 - Quizvraag
Het voorbehoedmiddel van afbeelding 44 (hiernaast) biedt een betrouwbare bescherming tegen zwangerschap.
A
juist
B
onjuist
Slide 34 - Quizvraag
Vieze afscheiding uit de vagina en penis kan wijzen op een gonorroe besmetting.
A
juist
B
onjuist
Slide 35 - Quizvraag
Je kunt chlamydia oplopen door tijdens een schoolfeestje uit het glas van een ander te drinken.
A
juist
B
onjuist
Slide 36 - Quizvraag
Aan de hand van bepaalde ziekteverschijnselen kan een arts aids vaststellen.
A
juist
B
onjuist
Slide 37 - Quizvraag
Als je als man gesterilliseerd bent, maak je geen zaadcellen meer aan.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 38 - Quizvraag
Bescherming tegen SOA?
NIET
WEL
het condoom
vrouwencondoom
de pil
het spiraaltje
de Nuvaring
Slide 39 - Sleepvraag
Welk type voorbehoedsmiddel is hier weergegeven?
A
hormoonspiraaltje
B
sterilisatie
C
vrouwencondoom
D
koperspiraaltje
Slide 40 - Quizvraag
Wanneer een SOA veroorzaakt wordt door een bacterie, kan je dit genezen met antibiotica.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 41 - Quizvraag
Thema 2 - Voortplanting en Seksualiteit
Basisstof 7 - Seksualiteit
Slide 42 - Tekstslide
Niet betrouwbaar
Tegen zwangerschap en soa's
Alleen tegen zwangerschap
Slide 43 - Sleepvraag
Beschermt wel tegen soa's
Beschermt niet tegen soa's
Pil
Condoom
Spiraal
Slide 44 - Sleepvraag
Thema 2 - Voortplanting en Seksualiteit
Basisstof 8 - Erfelijkheidsonderzoek
Slide 45 - Tekstslide
Wat is een transgender?
A
Een man die zich graag verkleedt als vrouw.
B
Iemand is geboren als man of vrouw, maar voelt zich van het andere geslacht.
C
Iemand die valt op mannen en vrouwen.
Slide 46 - Quizvraag
Klaarkomen en een orgasme is hetzelfde
A
Juist
B
Onjuist
Slide 47 - Quizvraag
Sarah is transgender. Dit betekent dat haar geslacht en haar gevoel (identiteit) niet overeenkomen.
A
juist
B
onjuist
Slide 48 - Quizvraag
Wat is intimiteit?
A
Aan iemand vastgebonden zijn.
B
Je verbonden voelen met iemand
C
Geborgenheid
D
Verliefd zijn.
Slide 49 - Quizvraag
Chlamydia kan leiden tot onvruchtbaarheid
A
Waar
B
Niet waar
Slide 50 - Quizvraag
Ik kan 3 verschillende manieren noemen waarop ik ACTIEF kan leren voor de toets.
Slide 51 - Poll
Denk je dat je klaar bent voor de toets? (met nog wel even wat leren natuurlijk ;) )