Quiz geschiedenis Griekenland
1 / 30
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
3000-1200 v.Chr.
1200-800 v.Chr.
800-500 v.Chr.
500-323 v.Chr.
323-150 v.Chr.
Belangrijke jaartallen
Donkere eeuwen
Archaïsche periode
Minoïsche en Myceense beschaving
Klassieke periode
Hellenistische periode
Slide 2 - Sleepvraag
Slide 3 - Tekstslide
Welke van onderstaande kenmerken is niet van toepassing op de Minoïsche beschaving?
A
Kleitabletten voor de administratie
B
Schrift: Lineair A
C
Militaristisch
D
Paleizen als handelscentra
Slide 4 - Quizvraag
Welke van onderstaande kenmerken is niet van toepassing op de Myeense beschaving?
A
Kleitabletten voor de administratie
B
Schrift: Lineair A
C
Militaristisch
D
Versterkte burchten
Slide 5 - Quizvraag
Wie was verantwoordelijk voor de "ontdekking" van de Minoïsche beschaving?
A
Sir Arthur Evans
B
Heinrich Schliemann
Slide 6 - Quizvraag
Waaraan hadden de Donkere Eeuwen hun naam te danken?
A
De economie en cultuur gingen achteruit
B
Er is weinig bekend uit deze periode
C
Bovenstaande antwoorden zijn beiden goed
Slide 7 - Quizvraag
Wat was de naam van de auteur van wie de eerste Griekse tekst afkomstig is?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
In de Archaïsche periode waren er onafhankelijke poleis met verschillende bestuursvormen. Wat is een oligarchie?
A
Macht in handen van de hoogste klasse
B
De rijksten zijn aan de macht
C
Macht in kleine groep uit bevoorrechte klasse
Slide 10 - Quizvraag
Welke ontwikkeling maakt Athene door als het gaat om staatvormen?
Eerst
Na ontwikkeling
democratie
monarchie
aristocratie
oligarchie
Slide 11 - Sleepvraag
Van wie waren de wetten heel streng?
A
Solon
B
Pisitratus
C
Hipparchus
D
Draco
Slide 12 - Quizvraag
Welke Atheense turannos zorgde ervoor dat het volk meer macht kreeg?
A
Hipparchus
B
Cleisthenes
C
Solon
D
Hippias
Slide 13 - Quizvraag
Cleisthenes verdeelde Athene in 10 phylai, die elk 50 mannen leverden. Waaraan?
A
De ekklesia
B
De boulè
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
De Ionische steden waren, voordat de Perzen kwamen, onderworpen aan een ander, veel milder volk. Welk volk was dit?
A
Lydiërs
B
Feniciërs
C
Spartanen
D
Macedoniërs
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Welke Perzische koning was verantwoordelijk voor de start van de oorlog?
A
Darius
B
Xerxes
Slide 19 - Quizvraag
In welk jaartal startte de eerste Perzische Oorlog?
A
494
B
490
C
479
D
480
Slide 20 - Quizvraag
Wie wint er?
Grieken
Perzen
Slag bij Thermopylae
Slag bij Plataiai
Slag bij Salamis
Slag bij Marathon
Slide 21 - Sleepvraag
Slide 22 - Tekstslide
Athene voerde voor de Peloponnesische oorlog op twee fronten. Welke twee waren dit?
A
Macedonië & Ionië
B
Ionië & Perzië
C
Perzië & Sparta
D
Macedonië & Carthago
Slide 23 - Quizvraag
Welke Atheense generaal had het plan van de 'lange muren'?
A
Socrates
B
Themistocles
C
Alcibiades
D
Pericles
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
Athene verliest de oorlog. Welke van onderstaande vredesvoorwaarden waren voor Athene niet van toepassing?
A
Afschaffing van Delisch-Attische zeebond
B
Einde democratische staatsvorm
C
Belasting betalen aan Sparta
D
Sloop van de 'lange muren'
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Welke slag vormt een keerpunt in de Griekse geschiedenis als het gaat om de onafhankelijke Griekse stadstaten?
A
Slag bij Graficus
B
Slag bij Gaugamela
C
Slag bij Chaeronea
D
Slag bij Issus
Slide 29 - Quizvraag
Zet de gebeurtenissen op chronologische volgorde
1
2
3
4
5
Stichting Ptolemaeënrijk
Dood Alexander de Grote
Pest in Athene
Ionische opstand
Athene wordt democratie
