Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Grammatica H4: Voegwoorden
Planning en lesdoel
10 minuten in stilte lezen
Herhalen samengestelde zinnen
Uitleg voegwoorden
Jullie kunnen:
...
nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden herkennen en gebruiken.
1 / 27
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Introductie
Les over zinnen en zinsstructuur.
Onderdelen in deze les
Planning en lesdoel
10 minuten in stilte lezen
Herhalen samengestelde zinnen
Uitleg voegwoorden
Jullie kunnen:
...
nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden herkennen en gebruiken.
Slide 1 - Tekstslide
Het wordt vandaag mooi weer. We gaan naar het strand.
Slide 2 - Tekstslide
Het wordt vandaag mooi weer,
dus
we gaan naar het strand.
Slide 3 - Tekstslide
Enkelvoudige zin
Zin met één persoonsvorm
Samengestelde zin
Zin met twee of meer persoonsvormen
Slide 4 - Tekstslide
Voorbeeld
enkelvoudige zin
Het
wordt
slecht weer vandaag.
Ik
ga
vandaag naar de Action.
Hij
kijkt
veel naar Star Wars.
Slide 5 - Tekstslide
Voorbeeld
samengestelde zin
Toen de zomervakantie dichterbij
kwam
,
werden
de leerlingen minder gemotiveerd.
Hij
kijkt
veel naar Star Wars en
schrijft
daar over op zijn website.
Slide 6 - Tekstslide
Waaraan herken je het makkelijkst een hoofdzin?
A
aan de belangrijke informatie
B
aan meerdere persoonsvormen
C
onderwerp en persoonsvorm staan niet naast elkaar
D
onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar
Slide 7 - Quizvraag
Geef de structuur.
Ik heb nooit geld bij me, want ik gebruik mijn pinpas.
A
hz+bz
B
bz+hz
C
hz+hz
D
bz+bz+hz
Slide 8 - Quizvraag
Welke structuur?
Omdat ik mijn pinpas gebruik, heb ik nooit geld bij me.
A
hz+hz
B
bz+bz
C
bz+hz
D
hz+bz
Slide 9 - Quizvraag
Drie studerende kinderen kunnen een flinke kostenpost worden voor ouders.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 10 - Quizvraag
Ik zou vandaag best in bed willen blijven.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 11 - Quizvraag
Als je nu naar huis gaat, regen je flink nat.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 12 - Quizvraag
Wil je liever zuurkool of spruitjes?
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 13 - Quizvraag
Wil je liever naar Duitsland of wil je liever naar Oostenrijk?
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 14 - Quizvraag
Mijn moeder vraagt of je vanavond wilt blijven eten.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 15 - Quizvraag
Voegwoorden
Verbinden zinnen, woorden of woordgroepen met elkaar.
Je kunt kiezen uit zeilen
of
zwemmen.
Slide 16 - Tekstslide
Voegwoorden
want, maar, of, tenzij, dus, als, hoewel, en, aangezien, omdat, voordat, zodra,...
(veel voegwoorden ken je al van lezen, maar dan heten ze vaak signaalwoorden)
Slide 17 - Tekstslide
Neven- en onderschikkend
Nevenschikkende voegwoorden verbinden twee woorden, twee woordgroepen of
twee hoofdzinnen
.
Onderschikkende voegwoorden verbinden bijzinnen met hoofdzinnen.
Slide 18 - Tekstslide
Nevenschikking voegwoorden
Want
Of
Dus
En
Maar
Ezelsbruggetje: WODEM
Onderschikking voegwoorden
Aangezien
Als
Dat
Doordat
Terwijl
Toen
Omdat
Hoewel
....
Slide 19 - Tekstslide
Nevenschikking voegwoorden
of
hoofdzin/hoofdzin
Hij gaat werken of hij gaat zwemmen
Onderschikking voegwoorden
of
hoofdzin/bijzin
bijzin/hoofdzin
vb. Ik weet niet zeker of het morgen gaat regenen
Slide 20 - Tekstslide
Wat is een onderschikking?
A
Hoofdzin + hoofdzin
B
Hoofdzin + bijzin
C
Bijzin + hoofdzin
D
Bijzin + bijzin
Slide 21 - Quizvraag
Wat is het makkelijkst te onthouden over de onderschikkende voegwoorden?
A
het zijn er veel
B
dat-woorden
C
alles behalve en, maar, want, dus en of.
D
geen idee
Slide 22 - Quizvraag
- Dus, en, maar, of, want - zijn nevenschikkende voegwoorden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quizvraag
Een onderschikkend voegwoord...
A
is een voegwoord dat twee gelijke delen aan elkaar voegt.
B
is een voegwoord dat twee ongelijke delen aan elkaar voegt.
Slide 24 - Quizvraag
Een nevenschikkend voegwoord...
A
is een voegwoord dat twee gelijke delen aan elkaar voegt.
B
is een voegwoord dat twee ongelijke delen aan elkaar voegt.
Slide 25 - Quizvraag
Aan de slag
Maak opdracht 2 en 5 van blz. 121.
Klaar? Kijk je antwoorden na.
Leren/oefenen voor de SO ww-spelling.
Slide 26 - Tekstslide
Samengestelde zin
Bestaat uit twee of meer zinnen.
Kunnen
nevengeschikte
zinnen zijn, of
ondergeschikte
zinnen.
Slide 27 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Voegwoorden
April 2023
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Voegwoorden
Februari 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Voegwoorden
September 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Voegwoorden
Januari 2024
- Les met
46 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Voegwoorden
September 2023
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Voegwoorden
Maart 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
samengesteld/enkelvoudig + voegwoorden (nevenschikkend en onderschikkend)
Oktober 2024
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Herhaling woordsoorten
Maart 2024
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2