2.5.2 woorden: achtervoegsels

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Leg je spullen voor Nederlands op je tafel en leg je schrift alvast klaar!
- Ga alvast lezen in je leesboek



1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Leg je spullen voor Nederlands op je tafel en leg je schrift alvast klaar!
- Ga alvast lezen in je leesboek



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk check
Zijn er nog vragen bij bepaalde opdrachten. 
timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen 
In deze paragraaf leer je: 


• ongeveer 25 nieuwe woorden;
• wat achtervoegsels zijn.
§1.5

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis
opdracht 12 (voorvoegsels)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Achtervoegsel
In het vorige hoofdstuk leerde je over de voorvoegsels her-, in- en on-. Er bestaan ook achtervoegsels. Die zet je achter een woord. 
- De betekenis van het woord verandert als je er een achtervoegsel achter zet.
                            Voorbeeld: het achtervoegsel -loos betekent ‘zonder’.
                            waarde + loos = waardeloos = zonder waarde
                            draad + loos = draadloos = zonder draad
Als je de betekenis van achtervoegsels kent, kun je de betekenis van veel onbekende woorden afleiden.
- Sommige achtervoegsels maken van een mannelijk woord een vrouwelijk woord.
                            boer + in = boerin = vrouwelijke boer
                            zanger + es = zangeres = vrouwelijke zanger

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf onderstaande woorden met een ander achtervoegsel
hand.  --> handig of handje

denken, delen, uitwisselen
reus
zicht
angst
timer
0:30

Slide 8 - Tekstslide

reusachtig - reusje
zichtbaar
angstig - angstloos
Opdracht 13; samen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
Hoofdstuk 2, §2.5 woorden, opdr. 15 

Klaar? 
  1. nakijken
  2. woorden oefen met de woordtrainer of lezen in je leesboek

Niet klaar? dan is dit je huiswerk

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Welke achtervoegsel zou jij erachter zetten: 

vakantie
avontuur
lang
water

Slide 11 - Tekstslide

vakantieachtig, vakantietje
avontuurlijk, avonturier, avontuurtje
langzaam
watertje, waterig, waterachtig.
Huiswerk
Hoofdstuk 2, §2.5 woorden, opdr. 15  maken en nakijken

Belangrijk: kijk na met een andere kleur en zet een krul of kruis


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies