In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Thema 3 Ordening
3.2 Dieren
Slide 1 - Tekstslide
B2 Dieren
Klaarzitten:
Tekstboek blz 159
Laptop: lessonup.app en open Bio online
Lesdoel: je kunt bij dieren verschillende vormen van
symmetrie en typen skelet beschrijven en je kunt kenmerken
en voorbeelden noemen van 6 groepen dieren
timer
2:00
Slide 2 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen
herhaling vorige les: 3.1 Organismen ordenen
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 3.2 dieren
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen
Slide 3 - Tekstslide
Cellen van bacteriën hebben een celwand
A
Goed
B
Fout
Slide 4 - Quizvraag
Cellen van dieren hebben een celwand
A
Goed
B
Fout
Slide 5 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding.
Van welk organisme is cel B afkomstig?
A
Van een bacterie
B
Dier
C
Plant
D
Schimmel
Slide 6 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding.
Van welk organisme is cel A afkomstig?
A
Van een bacterie
B
Dier
C
Plant
D
Schimmel
Slide 7 - Quizvraag
Van welk organisme zie je hier de cellen?
A
Schimmels
B
Planten
C
Dieren
D
Bacterieën
Slide 8 - Quizvraag
Welk rijk heeft géén celkern?
A
bacteriën
B
schimmels
C
planten
D
dieren
Slide 9 - Quizvraag
Plant
Dier
Schimmel
Bacterie
Slide 10 - Sleepvraag
leerdoelen vandaag (3.2)
Aan het einde van de les:
- kan je bij dieren verschillende vormen van symmetrie beschrijven
- kan je bij dieren verschillendetypenskelet beschrijven
- kan je kenmerken en voorbeelden noemen van zes groepen dieren
Slide 11 - Tekstslide
Inleiding
Er zijn meer dan 1,3 miljoen diersoorten bekend.
De meeste daarvan zijn insecten.
Dieren hebben als enige groep geen celwand.
Slide 12 - Tekstslide
De stoel in de afbeelding hiernaast bestaat uit 2 helften.
De helften zijn elkaars spiegelbeeld.
De stoel is symmetrisch.
Een symmetrisch voorwerp kan je in 2 gelijke helften verdelen.
Slide 13 - Tekstslide
Dieren zijn vaak symmetrisch, bijvoorbeeld mensen.
Je linkerhelft heeft dezelfde delen als de rechterhelft. Maar de helften zijn bijna nooit precies gelijk aan elkaar. Er zijn kleine verschillen tussen links en rechts.
Toch noem je in de biologie een mens symmetrisch.
Slide 14 - Tekstslide
3.2 Dieren
Er zijn verschillende soorten symmetrie:
- niet-symmetrisch
- tweezijdig symmetrisch: op 1 manier in twee gelijke helften te verdelen
- veelzijdig symmetrisch: op meerdere manieren in twee gelijke helften te verdelen
Slide 15 - Tekstslide
soorten symmetrie
Slide 16 - Tekstslide
3.2 Dieren
Veel dieren hebben stevige delen in hun lichaam.
Deze delen geven stevigheid en bescherming.
Deze noem je het skelet
Slide 17 - Tekstslide
3.2 Dieren
dieren hebben:
- geen skelet of
- uitwendig skelet (aan de buitenkant) of
- inwendig skelet (aan de binnenkant van het lichaam)
Door te kijken naar het skelet, kan je de dieren ordenen in verschillende groepen.
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
3.2 Dieren blz 162
Op basis van symmetrie en skelet worden dieren verdeeld in groepen:
1. sponsdieren
2. neteldieren
3. weekdieren
4. stekelhuidigen
5. geleedpotigen
6. gewervelden
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
3.2 Dieren
De 6 groepen dieren kan je verder indelen in kleinere groepen, die je weer kunt indelen in kleinere groepen, tot je bij een soort komt.
Een soort kan je niet verder indelen.
Slide 30 - Tekstslide
3.2 Dieren
De indeling van organismen in steeds kleinere groepen, kan je weergeven in een vertakkingsschema.
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
vragen
VRAGEN?
Slide 33 - Tekstslide
zelf aan de slag
3.2 Dieren: lees de tekst en maak de opdrachten:
opdracht 1 t/m 5 maken
(vanaf blz. 164) of ONLINE
Opdracht 5 moet in boek
Slide 34 - Tekstslide
herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kan je bij dieren verschillende vormen van symmetrie beschrijven
- kan je bij dieren verschillendetypenskelet beschrijven
- kan je kenmerken en voorbeelden noemen van zes groepen dieren