Gesprekken voeren A2, lesson 1

Information Exam Spoken Interaction A2
(gesprekken voeren)
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Information Exam Spoken Interaction A2
(gesprekken voeren)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Precondities: 
De beoordeling gaat in drie stappen: de precondities, de niveaubepaling en de cijferbepaling. 
De precondities
Dit zijn de voorwaarden waaraan je examen moet voldoen. Deze precondities zijn:
• de opdrachten zijn in het Engels gesproken;
• de opdrachten zijn voldoende verstaanbaar;
• je hebt minimaal 80% van de totale opdracht uitgewerkt;
• je gesprek duurt ongeveer 4 minuten  A2

Wanneer je examen niet voldoet aan al deze precondities, gaat de beoordeling niet verder en is het eindcijfer een 1,0.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niveaubepaling A2: 
Samenhang
Bereik en beheersing van de woordenschat
Grammaticale correctheid
Vloeiendheid
Uitspraak (articulatie/ intonatie/accent)
Afstemming taalgebruik op doel en gesprekspartner


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cijferbepaling: 

  • Per kenmerk krijg je een oordeel. Dit oordeel kan zijn: onvoldoende, voldoende, ruim voldoende of goed. Bij het niveau A2 kun je een ‘ruim voldoende’ halen voor de aspecten Samenhang, Bereik en beheersing van de woordenschat, Vloeiendheid en Afstemming taalgebruik op doel en gesprekspartner.
  • Je bent geslaagd voor het examen Engels A2, als je voor alle kenmerken van de taakuitvoering minimaal een voldoende hebt behaald.
  • Dit examen kan dit schooljaar worden herkanst. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exam  Spoken Interaction A2 (1)
Wat ga je doen?
Voor het examen Engels Gesprekken A2 voer je het volgende telefonische gesprek:
Reservering hotelkamer
Je werkt als organisator bij een Engels evenementenbureau. Je hebt een artiest geboekt voor een evenement. Je wilt een hotelkamer boeken voor de artiest en zijn crewleden. Je voert een gesprek met een medewerker van een hotel. Je gesprekspartner speelt de medewerker.



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exam Spoken Interaction A2(2)
Hoe ziet het examen eruit?
Het gesprek moet ongeveer 4 minuten duren. De volgende punten moeten tijdens het gesprek aan bod komen:
1. Begroet de medewerker.
2. Vertel waar je werkt en waarvoor je komt.
3. Vertel voor hoeveel personen je een verblijf wilt regelen.
4. Geef aan wanneer het verblijf is en hoelang het verblijf duurt.
5. Beschrijf minimaal twee eisen aan het verblijf (denk aan: aantal kamers, parkeermogelijkheid, ontbijt).
6. Vraag naar de kosten van het verblijf.
7. Vertel dat je het verblijf graag wilt boeken.
8. Vertel op welke naam het verblijf geboekt mag worden.
9. Bedank de medewerker en neem afscheid.



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Learning objectives 
- After this lesson, I can pronounce the letters of the alphabet and NATO-alphabet (international telephoning alphabet) correctly.

- After this lesson, I know the NATO-alphabet ( international telephoning alphabet) by heart.



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelling: Learn to spell like a boss!
Have you ever watched an action film where you heard words such as : Alpha, Bravo, Charlie? This is a spelling alphabet used in international telephone traffic and used by the military. Spelling is an important skill. Sometimes when words are spelled on the phone. It is very hard to distinguish between the different sounds. To avoid mix-ups we use this Telephoning/NATO Alphabet. In British English you have to use this alfabet, as follows:
 “A for Alpha”, B for Bravo, etc ...
 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pronunciation 
 Letters of the alphabet

A   B   C   D   E   F   G   H   I   J   K   L   M   N   O 
 P   Q   R   S   T   U   V   W   X   Y   Z



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In the NATO-alphabet...
J stands for:
A
Juliet
B
Julia
C
John
D
Joy

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In the NATO-alphabet...
R stands for:
A
Rythm
B
Romeo
C
Ron
D
Rot

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In the NATO-alphabet...
C stands for:
A
Capitol
B
Charlie
C
Cat
D
China

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In the NATO-alphabet...
Z stands for:
A
Zero
B
Zulu
C
Zanzibar
D
Zebra

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In the NATO-alphabet...
P stands for:
A
Peter
B
Pedro
C
Papa
D
Parrot

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

How would you spell 'Suspect' using the NATO-alphabet?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

How would you spell 'NORTH' using the NATO-alphabet?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

How would you spell 'Brummelen' using the NATO-alphabet?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

How would you spell 'Aaldering' using the NATO-alphabet?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

QUIZ TIME
Take this quiz to check your knowledge of the NATO- alphabet !

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quiz Time
EASY LEVEL

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Quiz Time
HARD LEVEL

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Homework next time:
Learn the NATO- alphabet by heart and study the information about numbers!

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Do You Know The NATO Phonetic Alphabet?
Spin the wheel and 
find out!

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

How to listen for numbers, names and dates
Some general skills to focus on.

See sticky note below!

Slide 30 - Tekstslide

ADDRESSES
When you are listening for an address, you should expect a number and a street name.
Typically, the number comes before the name of the street, for example
13, Fairfax Street
You should also be prepared to write down letters and numbers before the postcode.
In the British system, these come at the end of addresses and combine a series of letters and number, e.g.
14, Fairhill Road
York
YO1 7AH
TELEPHONE NUMBERS
There are one or two points to consider when you are listening to telephone numbers in English.
• 0 is pronounced “oh” and you are most unlikely to hear “zero”
• If there is a double number, we say “double seven”
• We don’t say the numbers one by one, rather we read them in groups of 2 or 3. So 13554684616 would be said as: “13-double 5- 468-46-16”.
DATES
There are a number of different ways in which say and write down dates. The most common system is
The 25th of October (speaking)
25 October (most used) or 25th October (writing)
You should not write down “the” and “of”!

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies