2.2 De grondwetswijziging van 1848

2.2 De grondwetswijziging van 1848
2.2 De grondwetwijziging van 1848
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.2 De grondwetswijziging van 1848
2.2 De grondwetwijziging van 1848

Slide 1 - Tekstslide

Aantekeningen maken tijdens de instructie
 
1. Schrijf de titel van de dia op 

2. Noteer relevante informatie, zoals: jaartallen, personen en gebeurtenissen 

3. Noteer oorzaak gevolg, waarom hebben gebeurtenissen plaatsgevonden? 
4. aantekeningen krijgen SO cijfer

Slide 2 - Tekstslide

De grondwet als moeder aller wetten 
  • Grondwet --> de belangrijkste rechten en plichten van de overheid en burgers; geldt voor alle burgers: klassieke grondrechten bijvoorbeeld.

  • Grondwetswijzigingen: 2/3 meerderheid van het parlement  (en twee parlementen; bijv. nu mbt referenda)

  • Parlement = gekozen volksvertegenwoordiging 

Slide 3 - Tekstslide

De koning is de baas 

  • 1814: constitutionele monarchie, met een machtige koning en geen democratie (politiek stelsel waarin op basis van meerderheids-besluiten afspraken worden gemaakt over de inrichting van de samenleving)
Conservatieven (mensen die zoveel mogelijk bij het oude willen laten) waren het hiermee eens (met hun hulp)
Liberalen wilden juist meer politieke vrijheid en invloed voor de rijke burgers


Slide 4 - Tekstslide

Liever liberalen dan revolutionairen 
  • 1840: Koning Willem II 

  • 1848: Hongersnood in Europa, mensen gaan massal protesteren 

  • Frankrijk en Duitsland            revolutie 

  •  Revolutie voorkomen, Thorbecke schrijft een nieuwe grondwet 

Slide 5 - Tekstslide

Alles liever dan revolutie 
  • Belangrijke veranderingen: 

  • Ministeriele verantwoordelijkheid aan het parlement
  • Rechtstreekse verkiezingen van de Tweede Kamer; Provinciale Staten en gemeenteraden
  • Eerste kamer indirect gekozen via Provinciale Staten
  • Rechten van de Eerste en Tweede Kamer: recht van interpellatie & recht van enquete  

Slide 6 - Tekstslide

Alles liever dan revolutie 
  • Belangrijke veranderingen: 

  • Rechten van de Tweede Kamer: Recht van initiatief (recht van Tweede Kamerleden om wetsvoorstel in te dienen) en recht van amendement
  • Klassieke Grondrechten: vrijheid van vereniging en vergadering; meningsuiting, drukpers, godsdienst (deze rechten beschermen tegen de macht van de overheid)

Slide 7 - Tekstslide

Koning Willem III ligt dwars
3 grote verschillen met nu:
 Censuskiesrecht
(kiesrecht adhv bepaald bedrag aan belasting)
Geen politieke partijen door Districtenstelsel
(kiessysteem obv kiesdistricten: winner takes it all)
Luxemburgse kwestie

Slide 8 - Tekstslide

Willem III en de Limburgse Kwestie
Je weet...
  • Dat Willem III de grondwet van 1848 probeerde te omzeilen.
  • Dat de Luxemburgse Kwestie (1866-1867) bijna voor oorlog met Pruisen of Frankrijk zorgde.

  • Dat elke regering sindsdien de steun nodig had van een meerderheid in de Tweede Kamer.




Slide 9 - Tekstslide

Luxemburgse kwestie
(1867)
  • Willem III groothertog van Luxemburg
  • Duitse Bond werd steeds machtiger!
  • Frankrijk wilde invloed uitbreiden!
  • Duitsland dreigt Limburg in te nemen.
  • Frankrijk helpt Nederland in ruil voor verzoek.
  • Verzoek aan Willem III om Luxemburg te kopen (5 miljoen)
  • Willem III gaat akkoord.
  • Spanningen met Pruisen/Duitse Bond!
  • Oorlogsdreiging. Deal afgeblazen.
  • Parlement eist uitleg en wil:
  • regering afzetten, 
  • Willem III weigert ontslag ministers.
  • Parlement keurt begroting af.
  • Ontslaan parlement totdat kabinet aftreed.

Slide 10 - Tekstslide

Maakwerk
nakijken opdracht par. 2.2
H: 15, 16 en 19 t/m 24 
V: 14 t/m 20

Maken:
H: 27, 32 en 33
V: 22 t/m 24, 26, 28, 29, 33 t/m 35
 


Slide 11 - Tekstslide