Werkwoorden grade 7

Werkwoorden - PAST
WERKWOORDEN UIT DE OEFENING - VERBS FROM OUR ONLINE EXERCISE

- zijn - to be - ik was / wij waren
- besteden - to spend - ik besteedde / wij besteedden
- zwaaien - to wave - ik zwaaide / wij zwaaiden 
- rennen - to run - ik rende / wij renden
- verwennen - to spoil - ik verwende / wij verwenden
- maken - to make - ik maakte / wij maakten
- vermoeden - to suspect - ik vermoedde / wij vermoedden
- willen - to want - ik wilde / wij wilden 




1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Werkwoorden - PAST
WERKWOORDEN UIT DE OEFENING - VERBS FROM OUR ONLINE EXERCISE

- zijn - to be - ik was / wij waren
- besteden - to spend - ik besteedde / wij besteedden
- zwaaien - to wave - ik zwaaide / wij zwaaiden 
- rennen - to run - ik rende / wij renden
- verwennen - to spoil - ik verwende / wij verwenden
- maken - to make - ik maakte / wij maakten
- vermoeden - to suspect - ik vermoedde / wij vermoedden
- willen - to want - ik wilde / wij wilden 




Slide 1 - Tekstslide

- besteden - to spend 
ik besteedde / wij besteedden

- zwaaien - to wave 
ik zwaaide / wij zwaaiden 

- rennen - to run 
ik rende / wij renden

- verwennen - to spoil
 ik verwende / wij verwenden

- maken - to make
ik maakte / wij maakten

- vermoeden - to suspect 
ik vermoedde / wij vermoedden

- willen - to want 
ik wilde / wij wilden 
't KOFSCHIP 

stem ending on: 

T
K
F
S
C
H
P
SCH

+ TE or TEN

otherwise 

+ DE
+ DEN

Slide 2 - Tekstslide

VERVOEG / CONJUGATE - PAST:
besteden
I spent

Slide 3 - Open vraag

VERVOEG / CONJUGATE - PAST:
zwaaien
She waved

Slide 4 - Open vraag

VERVOEG / CONJUGATE - PAST:
rennen
We ran

Slide 5 - Open vraag

VERVOEG / CONJUGATE - PAST:
verwennen
You (polite) spoiled

Slide 6 - Open vraag

VERVOEG / CONJUGATE - PAST:
maken
You (plural) made

Slide 7 - Open vraag

VERVOEG / CONJUGATE - PAST:
vermoeden
They suspected

Slide 8 - Open vraag

VERVOEG / CONJUGATE - PAST:
willen
They wanted

Slide 9 - Open vraag

Werkwoorden - PERFECT
WERKWOORDEN UIT DE OEFENING - VERBS FROM OUR ONLINE EXERCISE


- rennen - to run - ik heb gerend / wij hebben gerend
- gooien - to throw - ik heb gegooid / wij hebben gegooid
- voetballen - to play soccer - ik heb gevoetbald / wij hebben gevoetbald
- spelen - to play - ik heb gespeeld / wij hebben gespeeld
- delen - to share - ik heb gedeeld / wij hebben gedeeld
- gillen - to yell - ik heb gegild / wij hebben gegild 
- praten - to speak - ik heb gepraat / wij hebben gepraat
- computeren - to work/play on the computer - ik heb gecomputerd - wij hebben gecomputerd
- maken - to make - ik heb gemaakt - wij hebben gemaakt 
- gapen - to yawn - ik heb gegaapt - wij hebben gegaapt

Slide 10 - Tekstslide

- rennen - to run
 ik heb gerend / wij hebben gerend
- gooien - to throw
 ik heb gegooid / wij hebben gegooid
- voetballen - to play soccer
ik heb gevoetbald / wij hebben gevoetbald
- spelen - to play
ik heb gespeeld / wij hebben gespeeld
- delen - to share
ik heb gedeeld / wij hebben gedeeld
- gillen - to yell
 ik heb gegild / wij hebben gegild 
- praten - to speak
 ik heb gepraat / wij hebben gepraat
- computeren - to work/play on the computer 
ik heb gecomputerd - wij hebben gecomputerd
- maken - to make 
ik heb gemaakt - wij hebben gemaakt 
- gapen
to yawn - ik heb gegaapt - wij hebben gegaapt
't KOFSCHIP 

stem ending on: 

T
K
F
S
C
H
P
SCH

GE 
+ T

otherwise 

GE 
+ D

Slide 11 - Tekstslide

VERVOEG / CONJUGATE - PERFECT:
Rennen
They have run

Slide 12 - Open vraag

VERVOEG / CONJUGATE - PERFECT:
gooien
We have thrown

Slide 13 - Open vraag

VERVOEG / CONJUGATE - PERFECT:
voetballen
I have played soccer

Slide 14 - Open vraag

VERVOEG / CONJUGATE - PERFECT:
delen
I have shared

Slide 15 - Open vraag

VERVOEG / CONJUGATE - PERFECT:
gillen
I has yelled

Slide 16 - Open vraag

VERVOEG / CONJUGATE - PERFECT:
praten
We have spoken

Slide 17 - Open vraag

VERVOEG / CONJUGATE - PERFECT:
computeren
They have played on the computer

Slide 18 - Open vraag

VERVOEG / CONJUGATE - PERFECT:
maken
She has made

Slide 19 - Open vraag

VERVOEG / CONJUGATE - PERFECT:
gapen
You (polite) have yawned

Slide 20 - Open vraag

Leg uit:
Hoe werkt het 't Kofschip?

Slide 21 - Open vraag