Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Werkwoordspelling persoonsvorm tt + vt
Werkwoordspelling persoonsvorm tt + vt
1 / 31
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
In deze les zitten
31 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Werkwoordspelling persoonsvorm tt + vt
Slide 1 - Tekstslide
Persoonsvorm TT
Ik-vorm (ik loop)
Jij/hij/zij-vorm (jij/hij/zij loopt)
Wij-vorm (wij lopen)
Slide 2 - Tekstslide
Regel pv- tegenwoordige tijd (tt)
Wanneer er jij/hij/zij voor staat gebruik je de ik-vorm + t
jij/hij/zij lachT
jij/hij/zij wordT
jij/hij/zij meldT
Slide 3 - Tekstslide
Wanneer 'jij' achter de persoonsvorm staat, gebruik je de ik-vorm.
Loop jij naar huis?
Word jij al misselijk van een draaimolen?
Slide 4 - Tekstslide
TT. Pieter (blozen) de hele dag.
A
bloost
B
bloosd
C
bloozt
D
bloozd
Slide 5 - Quizvraag
TT. Jantje (vergrendelen) de deur.
A
vergrendeld
B
vergrendelt
C
vergrendeldt
Slide 6 - Quizvraag
(Worden) jij later directeur?
A
word
B
wordt
C
wort
D
worden
Slide 7 - Quizvraag
Persoonsvorm verleden tijd
Sterke werkwoorden
Zwakke werkwoorden
Slide 8 - Tekstslide
Sterke werkwoorden: veranderen van klank wanneer je de zin in een andere tijd zet
Ik loop / ik liep
Ik word / ik werd
Slide 9 - Tekstslide
Zwakke werkwoorden veranderen niet van klank wanneer je de zin in een andere tijd zet.
Ik werk / ik werkte
Ik zaag / ik zaagde
Slide 10 - Tekstslide
Regel PV-vt zwak
Ik-vorm + de/te
Als het meervoud is, zet je er een 'n' achter.
Ik werk + te = Ik werkte
Ik meld + de = Ik meldde
Slide 11 - Tekstslide
VT. Sil (juichen) toen Ajax won.
A
juichtte
B
juichdde
C
juichte
D
juichde
Slide 12 - Quizvraag
VT. Arjan (kamperen) vorige week.
A
kampeerdde
B
kampeertte
C
kampeerde
D
kampeerte
Slide 13 - Quizvraag
VT. Manuel (wandelen) een aantal kilometer tijdens de avondvierdaagse.
A
wandelde
B
wandelte
C
wandeldde
D
wandeltte
Slide 14 - Quizvraag
Alles door elkaar
Slide 15 - Tekstslide
VT. Carlijn (vliegen) in de meivakantie met het vliegtuig.
A
vliegt
B
vliegde
C
vloog
D
vloogde
Slide 16 - Quizvraag
VT. Douwe (maaien) het gras een tijdje geleden zelf.
A
maaite
B
maaide
C
maait
D
maaidde
Slide 17 - Quizvraag
TT. Esmee K. (vinden) achtbanen geweldig.
A
vind
B
vindt
C
vint
D
vin
Slide 18 - Quizvraag
VT. Jonas (lenen) vaak een pen bij zijn klasgenoten.
A
leende
B
leendde
C
leent
D
leende
Slide 19 - Quizvraag
VT. Fayen (voetballen) met haar broertjes en zusjes.
A
voetbaldde
B
voetbalde
C
voetbalden
D
voetbald
Slide 20 - Quizvraag
TT. Sophia(beantwoorden) de vraag van de docent.
A
beantwoordde
B
beantwoordt
C
beantwoord
D
beantwoort
Slide 21 - Quizvraag
TT. Janiek (verkennen) de omgeving rondom het vakantiehuis.
A
verkent
B
verkend
C
verkendt
D
verkende
Slide 22 - Quizvraag
vt. Niels (erven) een pronkstuk uit de WO2 van zijn opa.
A
erfde
B
erfte
C
orf
D
erfdde
Slide 23 - Quizvraag
VT. Marvin (lusten) vroeger geen spruitjes.
A
lustde
B
lusde
C
luste
D
lustte
Slide 24 - Quizvraag
VT. Ruben (eisen) dat de les uit zou vallen.
A
eiste
B
eistte
C
eisde
D
eisdde
Slide 25 - Quizvraag
TT. Marnick (branden) zijn vingers zijn de barbecue.
A
brand
B
brant
C
brandt
D
brandde
Slide 26 - Quizvraag
VT. Maud (tillen) haar neefje op.
A
tilt
B
tilde
C
tilte
D
tildde
Slide 27 - Quizvraag
TT. Marlynn (redden) het kindje uit het water.
A
red
B
redt
C
ret
D
redde
Slide 28 - Quizvraag
VT. Esmee W. (lachen) hard om die grap.
A
lachde
B
lachdde
C
lachte
D
lachtte
Slide 29 - Quizvraag
1.Julie (vinden) heel vervelend dat mw. Raveling haar is vergeten.
A
vind
B
vindt
C
vond
D
vonden
Slide 30 - Quizvraag
2. Mark (balen) van mw. Raveling haar vergeetachtigheid.
A
baalt
B
baalde
C
baalte
D
baaldde
Slide 31 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
groep 7 werkwoordcito oefenen
Maart 2023
- Les met
35 slides
nederlands
Primary Education
groep 8 werkwoord spelling cito
7 dagen geleden
- Les met
44 slides
nederlands
Primary Education
groep 8 werkwoord spelling cito
29 dagen geleden
- Les met
44 slides
nederlands
Primary Education
Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen
Oktober 2023
- Les met
42 slides
Nederlands
Primary Education
Age 7
Zaterdag 18 mei 2024 Herhaling werkwoordspelling
Mei 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12,13
Spelling persoonsvorm in de tt
Juni 2019
- Les met
36 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling
Januari 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
3F Werkwoordspelling tt, vt
Februari 2021
- Les met
41 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1