- hoe belangrijk goden waren in het leven van de Grieken
- welke culturele eenheid er was onder de Grieken
- hoe Griekse wetenschappers gingen denken en onderzoeken
Slide 3 - Tekstslide
De Grieken hadden een polytheïstische godsdienst
Goden hadden een menselijk uiterlijk en eigenschappen (boos, verdrietig, jaloezie etc)
Slide 4 - Tekstslide
Zeus: oppergod en god van de donder en bliksem
Athene: godin van de strijd kunst en wijsheid
Aphrodite: godin van de liefde
Ares: god van de oorlog
Artemis: godin van de jacht
Demeter: godin van de oogst
Hades: god van de onderwereld
Hera: godin van het huwelijk
Poseidon: god van de zee
Slide 5 - Tekstslide
Zeus
Athene
Slide 6 - Tekstslide
Artemis
Poseidon
Slide 7 - Tekstslide
Mythen
Goden zorgden voor natuurverschijnselen, die in mythen worden uitgelegd
Ook voorspoed en tegenspoed kwam door de goden
Daarom brachten de Grieken offers en bouwden ze tempels. Offers legden ze op een altaar
Asclepius: god van de genezing
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Orakel van Delphi
Slide 10 - Tekstslide
Culture eenheid
- Barbaren
- Grieken waren wel een eenheid: dezelfde taal en schrift dezelfde goden
- Mythen, sagen (heldenverhalen) en legenden (wonderlijke verhalen)
- Homerus: Ilias en Odyssee
- Zo’n lang verhalend gedicht noemen we een epos
Slide 11 - Tekstslide
Vanaf 6e eeuw v.C. waren er Grieken die de mythische verklaring voor verschijnselen niet meer geloofden. Met verstand uitzoeken hoe dingen in elkaar zaten.
Filosofen/ filosofie
Slide 12 - Tekstslide
Hippocratus: ziektes hadden geen goddelijke, maar biologische oorzaak
Herodotus: ‘vader van de geschiedschrijving’
Pythagoras: wiskundige en natuurkundige stellingen
Socrates: zoektocht naar de waarheid → stelde veel vragen
Slide 13 - Tekstslide
Plato: leerling van Socrates: vroeg zich af hoe je het beste aan kennis kon komen (kijken of nadenken), stichtte de Academie (voorloper universiteit)