§ 3.4 Rekenen met energie

lesdoelen
ik kan rekenen met:
elektrische energie
bewegings energie
zwaarte-energie

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

lesdoelen
ik kan rekenen met:
elektrische energie
bewegings energie
zwaarte-energie

Slide 1 - Tekstslide

binas tabel 7 t/m 12
Zoek op en schrijf in je schrift, de formule voor het berekenen van ....
  1. elektrische energie
  2. vermogen (bij elektriciteit)
  3. bewegings energie
  4. zwaarte-energie

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het symbool voor het vermogen?

Slide 3 - Open vraag

Wat is het symbool voor energie?

Slide 4 - Open vraag

Wat is het symbool voor spanning?

Slide 5 - Open vraag

Wat is de eenheid van vermogen?

Slide 6 - Open vraag

Wat is de eenheid van stroomsterkte?

Slide 7 - Open vraag

Welke twee eenheden kan energie hebben?

Slide 8 - Open vraag

Een lamp van 50 W brandt van 18.00 tot 21.30 uur. Bereken het energieverbruik.

P = 0,05 kW t = 3,5 h E = P x t
A
0,175 kW
B
0,175 h
C
0,175 kWh
D
0,175 hKw

Slide 9 - Quizvraag

formules
1

2

3

4
E=Pt
P=UI
Ez=mgh
Ek=0,5mv2

Slide 10 - Tekstslide

grootheid
symbool
eenheid
energie
E
Joule 
vermogen
P
Watt of J/s
tijd
t
seconde
spanning
U
Volt
stroomstrerkte
I
Ampere
massa
m
kg
snelheid
v
m/s
hoogte
h
meter
sterkte zwaartekracht
g
10 N/kg

Slide 11 - Tekstslide

opdracht:
maak vragen 39a, 41a, 43a, 45b

Gebruik binas tabellen:
6, 7 en 12

 

timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

nabespreken

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

energie-omzetting
Als een voorwerp naar beneden valt dan wordt zwaarte-energie omgezet in bewegingsenergie.

Ez = Ek
m x g x h = 0,5 x m x v2

Slide 15 - Tekstslide

energie-omzetting
Darren Taylor heeft een massa van 90 kg en laat zich van 11 meter hoogte naar beneden vallen.
Bereken de zwaarte-energie die hij heeft voordat hij springt.



Slide 16 - Tekstslide

energie-omzetting
Hoeveel bewegingsenergie heeft hij als hij in het zwembadje terecht komt?



Slide 17 - Tekstslide

energie-omzetting
Bereken met welke snelheid hij het water van het zwembadje raakt.

Slide 18 - Tekstslide

opdracht
maak vraag 47 a,b
timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide

nabespreken

Slide 20 - Tekstslide

opdracht
maak vraag 48 
timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

0

Slide 22 - Video

De kogel heeft een massa van 15 kg en het hoogste punt van de slinger beweging is 1,70 meter.
Welke snelheid heeft de kogel op het laagste punt tijdens het slingeren?
timer
5:00

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Tekstslide

De formule voor zwaarte energie is:
A
Ez = P x t
B
Ez = m x g
C
Ez = U x I
D
Ez = m x g x h

Slide 26 - Quizvraag

5 kilo water valt van een hoogte van 7 meter naar beneden. Bereken de zwaarte-energie
A
350 joule
B
3500 joule
C
35 watt
D
350 watt

Slide 27 - Quizvraag

Een bungeejumper (80 kg) springt van een toren van 30 m hoogte. Wat is zijn zwaarte-energie bovenop de toren?
A
0 J
B
2400 J
C
24000 J
D
dat kun je niet weten

Slide 28 - Quizvraag

Bewegingsenergie
Bewegingsenergie wordt ook kinetische energie genoemd. 

Bewegingsenergie heeft te maken met snelheid en massa. 

Bekijk de volgende afbeelding goed, zorg er voor dat je de grootheden en eenheden uit je hoofd kent. 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Wat bereken je met Ek
A
Zwaarte- energie
B
Kinetische energie
C
Vermogen
D
Warmte

Slide 32 - Quizvraag

Wat is de eenheid van bewegingsenergie?
A
Watt
B
Volt
C
E
D
Joule

Slide 33 - Quizvraag

Een auto heeft een snelheid van 10 m/s en een massa van 1500 kg.
Bereken de bewegingsenergie
(alleen getal invoeren)

Slide 34 - Open vraag

Bereken de bewegingsenergie van een kogel met een massa van 40 gram en een snelheid van 100 m/s.
(alleen getal invoeren)

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Video

 0,5 x m x v= m x g x h
Als een voorwerp omhoog gegooid wordt, dan wordt bewegingsenergie omgezet in zwaarte-energie

Slide 37 - Tekstslide

Een steen met een massa van 250 gram wordt met een snelheid van 20 m/s omhoog gegooid.
Bereken de bewegingsenergie van de steen.

Slide 38 - Open vraag

Een steen met een massa van 250 gram wordt met een snelheid van 20 m/s omhoog gegooid.
Bereken hoe hoog de steen dan komt.

Slide 39 - Open vraag

Wat is nu de eenheid van deze hoogte?
A
cm
B
dm
C
m
D
km

Slide 40 - Quizvraag

Een steen met een massa van 1,5 kg valt van 50 m hoogte naar beneden.
Met welke snelheid komt het op de grond terecht?

Slide 41 - Open vraag

Welke eenheid heeft deze snelheid dan?
A
m/s
B
km/h
C
m
D
s

Slide 42 - Quizvraag

1

Slide 43 - Video

01:17
het voorwerp heeft een massa van 15 kg en het hoogste punt van de slinger beweging is 1,70 meter.
Welke snelheid heeft dit voorwerp op het laagste punt tijdens het slingeren?

Slide 44 - Open vraag

Eureka!
Het volgende filmpje mag je kijken, maar hoeft niet perse. Het is wel een heel simpele manier van kinetisch energie uitleggen. Je hebt alleen een behoorlijk engelse woordenschat nodig, er is namelijk geen ondertiteling (kan wel, maar dat is letterlijk vertaald en werkt vaak niet met natuurkundige termen...)

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Video

Aan de slag
Maak paragraaf 4 en kijk na. 

Slide 47 - Tekstslide